De Shift: van projecten naar programmeren
- Artikel
- Energietransitie
- Corporatievastgoed
Woningcorporaties spelen in de energietransitie vaak een cruciale rol. Om de specifieke vragen van corporaties goed te kunnen beantwoorden, helpt Stroomversnelling hen met een nieuwe handreiking tijdens De Shift II. Lees verder of ontdek zelf op 11 november dat met een goede aanpak de kosten voor een corporatie meestal omlaaggaan.
De centrale vraag tijdens het online event De Shift II luidt: Hoe maak je als woningcorporatie een draaiboek voor de komende dertig jaar? Zes woningcorporaties delen tijdens het event hun ervaringen met de programmatische aanpak van de energietransitie. Gastsprekers Jacqueline Cramer (hoogleraar Duurzaam Innoveren en voormalig minister) en Reint Jan Renes (lector Psychologie voor een Duurzame Stad) reflecteren vanuit hun expertise op de uitdagingen waarvoor de woningcorporaties staan. Bovendien wordt er een nieuwe Stroomversnelling handreiking gelanceerd, vol praktijkervaringen en nuttige tips.
Elke route uniek
Als we uitzoomen en naar het jaar 2050 kijken, hebben alle woningcorporaties dezelfde opgave: een CO2-neutrale woningvoorraad. Dat komt voort uit het Nederlandse Klimaatakkoord. Maar de precieze route naar 2050 is voor elke corporatie uniek. Iedere organisatie heeft immers haar eigen DNA en opereert binnen haar eigen context. De ‘hoe-vraag’ levert dus verschillende antwoorden op.
Stroomversnelling lanceert op 11 november de handreiking ‘De energietransitie gepland krijgen’. Hierin wordt beschreven hoe zes vooruitstrevende woningcorporaties, ieder op hun eigen manier, een route naar 2050 hebben uitgestippeld. De Alliantie, Vivare, Casade, Woonstichting Valburg, Woonconcept en deltaWonen gaan in op praktische vragen zoals: hoe zet je de benodigde stappen, hoe krijg je je eigen organisatie mee en hoe ga je om met externe factoren die je planning vertragen of belemmeren?
Van project naar programma
De Shift en de bijbehorende handreiking gaan over de verschuiving van projectmatig werken naar programmeren. Een project is erop gericht om eenmalig een bepaald resultaat te bereiken, zoals bijvoorbeeld de renovatie van een blok woningen. Maar door te programmeren maak je ook langetermijndoelen concreet en behapbaar. Wat betekent programmatisch werken in de praktijk? Vier Stroomversnellers die hebben meegewerkt aan de handreiking delen hieronder alvast enkele inzichten.
Draaiboek voor de komende dertig jaar
Sjoerd Klijn Velderman (Stroomversnelling): “Programmeren wil zeggen dat je een draaiboek maakt voor de komende dertig jaar, waarbij je de hele portefeuille overziet. Je begint met het ordenen van de opgave en je kijkt tegelijkertijd naar je organisatie. Hoe je jouw opgave indeelt bepaal je zelf. Dat kan bijvoorbeeld op basis van natuurlijke onderhoudsmomenten, bouwjaar, woningtype of de sociale-economische omstandigheden van de bewoners. Het uiteindelijke doel van programmatisch werken is een soepel lopend proces, opschalen en daardoor tempo maken. Als je het goed aanpakt, gaan meestal ook de kosten voor de corporatie omlaag. Corporaties moeten hier vandaag, of eigenlijk gisteren al, mee aan de slag. Anders lopen we achter de feiten aan.”
Andere mindset
Simon Verduijn (Stroomversnelling): “Veel corporaties realiseren zich inmiddels dat de energietransitie-opgave niet gaat lukken binnen de gebaande paden. Als je dan begint met programmeren, trek je die opgave even los uit de dagelijkse gang van zaken. Er gaat een apart groepje mensen mee aan de slag, dat de ruimte krijgt om met een andere mindset naar mogelijkheden en oplossingen te kijken. En op een gegeven moment, na een jaar of vijf of misschien tien, worden de vernieuwingen die je doorvoert geleidelijk het nieuwe normaal. Dan heb je dus ‘De Shift’ gemaakt. Maar dat doe je niet van de ene op de andere dag.”
Eén bestuursbesluit
Niels Sijpheer (Stroomversnelling): “Als je de omslag maakt van procesmatig naar programmatisch werken, houdt dat ook in dat je op bestuursniveau een akkoord krijgt op een grootschalig plan. Je hebt het niet meer over een enkel woonblok of een flat, maar over meerdere woningen met hetzelfde kenmerk. Een lijst met investeringen is dan wat de Raad van Commissarissen nog ziet en waarover jaarlijks in één keer een besluit wordt genomen. Je gaat alleen naar hen terug, wanneer bijvoorbeeld het eerder afgesproken percentage overschrijding een probleem dreigt te worden. Op deze manier werken levert enorm veel tijdwinst op.”
Zes verschillende aanpakken
Tijdens De Shift II komen de kartrekkers van woningcorporaties de Alliantie, Casade, deltaWonen, Valburg, Vivare en Woonconcept uitgebreid aan het woord. Iedere corporatie hanteert haar eigen uitgangspunten bij het behapbaar maken van de programmatische aanpak. Wat zijn de meest in het oog springende verschillen?
José van der Loop (Stroomversnelling): “Bij de Alliantie worden programma’s ontwikkeld op basis van renovatie op natuurlijke momenten, met CO2-neutraal in 2050 als doel. Bij Casade staat juist het bouwdeel centraal, met de daaruit voortkomende bouwstroom. De Alliantie en Casade hebben allebei de nodige ervaring met grootschalige renovatie. Ze zijn inmiddels zo ver met hun programmatische aanpak dat ze middenin de uitvoering zitten. Op basis van hun ervaringen en de verzamelde data bekijken ze nu hoe de efficiency verder omhoog kan en hoe er vervolgstappen gemaakt kunnen worden.”
Aedes routekaart als basis
“Woonstichting Valburg en deltaWonen hebben met de Aedes routekaart, aangevuld met modellen en tools van externe adviseurs, een basis gelegd voor sturing op de maximale netto warmtevraag. Ze zitten allebei nog wat vroeger in het proces. Valburg heeft inmiddels de hele beleidscyclus doorgemaakt. Van strategische doelen stellen tot aan het vinden van een aanbieder die oplossingen heeft voor het programma van de komende vijf jaar.”
“Het bezit van Woonstichting Valburg is voornamelijk naoorlogs, met als zwaartepunt de jaren 60- en 70-woningen. De uitvoering vindt stapsgewijs plaats op basis van maatregelpakketten uit hun koersplan, dat is gebaseerd op prestaties. En deltaWonen heeft eerst de grote lijnen van het ingeplande bezit inzichtelijk gemaakt op basis van een nettowarmtevraag onder de 50kWh. Aan de hand van die inzichten overleggen zij nu met gemeenten, netbeheerders en warmtebedrijven. DeltaWonen wil de ontwikkeling vooral ook samen met haar stakeholders doormaken, vanuit respect voor elkaars belangen.”
Menukaart
“Ook Woonconcept heeft een eigen aanpak ontwikkeld: een menukaart met maatregelen en daaraan gekoppelde prestaties, waarmee de hele opgave gestructureerd kan worden. De menukaart is gebaseerd op segmentatie in bouwjaren en woningtypen. Vivare wil duurzaamheid binnen alle strategische doelstellingen een plek geven. Zij sturen meer op Rijksbeleid en werken daarin samen met hun stakeholders. Ze kiezen er bijvoorbeeld voor om eerst met een koploper-gemeente aan de slag te gaan en daarna de geleerde lessen te vertalen naar samenwerkingen met andere gemeenten. Vivare streeft er ook uitdrukkelijk naar om verduurzaming een intrinsieke kernwaarde te maken binnen de hele organisatie.”
“Als we ten slotte kijken naar de overeenkomsten tussen deze praktijkvoorbeelden”, besluit Van der Loop, “dan is de gemene deler dat je als corporatie je volledige opgave overziet en indeelt, en vervolgens aan de slag gaat met behapbare stukken. Een toegewijd team is dan gedurende een periode van enkele jaren bezig met de eerste deelopgaves. Vaak zal er dan worden gekozen voor een kenmerk waarmee je je portefeuille goed kunt indelen, zoals bouwjaar, woning- of gebouwtype, woningprestaties, bouwdeel of onderhoudsopgave.”
De Shift II vindt plaats op 11 november van 10.00 tot 12.30 (online). Het volledig programma (en aanmelden) vind je hier.
Tekst: Stroomversnelling
Foto’s: De Dakenstroom van woningcorporatie Casade