De ‘witte’ energietransitie
Het zit er weer op. Een heerlijke voorjaarsvakantie in de sneeuw samen met het gezin. Op de terugweg realiseerde ik mij dat dit het eerste jaar is dat mijn zoon van 5 niet één keer in Duitsland heeft geroepen dat hij weer een windmolen zag. Nu pas merkte ik dat er iets verandert. Snelwegen zijn energie akkers aan het worden, en lawine constructie energiecentrales. Maar, hoe snel gaat de duurzaamheidstransitie nu eigenlijk vroeg ik mij af en werkt het wel wat we doen?
Dat de tijd niet stil staat merkten wij al toen wij bij Duiven de grens overgingen. Nieuwe windmolens en een oude verbrandingsovens voor restwarmte uit het pre-energietransitie tijdperk stonden naast elkaar. Geen kinderen op de achterbank meer die enthousiast wezen naar de windmolens en opmerkingen maakten over vaders obsessie voor duurzaamheid.
Vlak over de grens reden we langs talloze akkers en boerderijen met zonnepanelen en bovenop de heuvels stonden een woud aan windmolens. Echter kwamen we geen mooi Fastned-laadstation meer tegen na het passeren van de Duitse grens. Ik vroeg me dan ook af hoe hybride Nederland duurzaam op de vakantiebestemming is gekomen?
Andere oplossingen
Bij Zwitserland de grens over werd de energietransitie minder zichtbaar. Duidelijk is dat dit duurzame land ander oplossingen heeft gevonden om het land te voorzien van schone energie. 60 procent van de energie komt daar van waterkracht, geen wonder dat er bijna geen zonnepaneel te vinden was. Toen we onze energiezuinige diesel auto (althans, dit dachten wij voor het VW-schandaal) parkeerden naast een hybride Nederlandse wagen, realiseerde ik me dat hier geen laadpaal te vinden is. Ik betwijfel of onze volgende auto al een full elektrische auto gaat worden.
Eenmaal in het appartement brandde ik mij bijna aan een lamp, helemaal vergeten hoeveel warmte een gloeilamp geeft. Scheiden van afval was ook even niet meer mogelijk in het appartement en op de pistes. Glas en restafval, dat was het. Een tamelijk groot verschil met de situatie in het thuisland.
Op de pistes zagen we toch wat zonnepanelen, geplaatst aan de constructies tegen lawines. Op de daken heeft het weinig zin in de winter, alles is bedekt met een dikke laag sneeuw. Op oude foto’s in het restaurant is te zien hoe ver de gletsjer vroeger kwam, nu is die bijna verdwenen. Dat zette mij aan het zoeken op internet; hoeveel meter zou de zee stijgen als noord- en zuidpool geheel zouden smelten? Het antwoord? Maar liefst 65 meter boven NAP. Misschien moet we in de toekomst wel het VNAP vaststellen, het vernieuwd NAP.
Nieuwe kijk op snelwegbermen
Vroeg uit de veren om weer op tijd thuis te zijn, kwam ik erachter dat de maximumsnelheid in de verschillende landen mijn rijgedrag beïnvloedt. In Zwitserland rijdt bijna niemand te hard, door de hoge boetes die hier worden uitgedeeld. Dat is in ieder geval goed voor het klimaat. Op de terugweg zagen we dat in Duitsland overal bomen en bosschage gekapt worden langs de snelweg. Snelwegen als akkers voor biomassa. Dit gaf mij een geheel nieuwe kijken op de bermen van de snelwegen, net zoals daken van gebouwen hebben die nu een tweede functie gekregen.
Landen om ons heen zijn aan het veranderen om een antwoord te bieden aan de hard benodigde energietransitie. Maar oh wat gebeurt het verschillend realiseerde ik mij. Kunnen de landen niet meer van elkaar leren als alle beleidstukken van de verschillende landen op elkaar worden gelegd en elkaars gedachten maximaal zouden delen? Dan moeten toch de doelstellingen uit Parijs haalbaar zijn?