Schaduwprijs hoofddraagconstructie
Langzaam maar zeker dringt duurzaam bouwen door tot in de haarvaten van de bouwkolom.
Steeds meer partijen zijn bereid te investeren. Ze zijn zich namelijk bewust van het belang, óók en vooral van het eigenbelang. Daar is niets mis mee. Projectontwikkelaars bijvoorbeeld zien duurzaam bouwen als een manier om de waarde van vastgoed te vergroten, producenten leveren graag duurzame producten, corporaties zien voordelen in de exploitatie en de overheid wil vooral het goede voorbeeld geven.
Wie heeft de hoogste score?
Elke partij levert dus met geheel eigen motieven een bijdrage. Dat is prima zolang we wel het hogere doel voor ogen houden: bouwen aan de gebouwde omgeving, ter ondersteuning van onze welvaart, met een minimale milieubelasting, nu en in de toekomst.
Grote vraag daarbij blijft: welke bouwstenen zijn daarbij nu het belangrijkst? Is een gebouw dat een hoge duurzaamheidscore heeft, ook daadwerkelijk duurzaam? Voorkomen moet namelijk worden dat we wedstrijdjes 'mijn gebouw heeft de hoogste (score)' houden. Dat gevaar is reëel.
Besparen op primaire grondstoffen
Op het gebied van mijn bouwsteen, de hoofddraagconstructie, is veel gaande. Het besef dat een hyperefficiënte constructie aanzienlijk bespaart op primaire grondstoffen, begint post te vatten, net als het belang van hergebruik van bestaande constructies.
Maar een nog veel grotere stap moet nog worden gezet, namelijk meer dan nu in het constructief ontwerp rekening houden met de functieverandering van het gebouw. Kortom, om te helpen de levensduur te vergroten.
Materialendatabase
Inmiddels is bij de Stichting Bouwkwaliteit (SBK) de geharmoniseerde 'nationale' materialendatabase ondergebracht en wordt door de Technisch Inhoudelijke Commissie (TIC) gewerkt aan het vastleggen van de rekenregels voor de 'nationale' bepalingsmethode. Dit alles zal leiden tot eenduidigheid in de life cycle assessment-berekening (LCA) bij de verschillende duurzaamheidinstrumenten.
Om bij LCA in de ontwerpfase de materiaalinvloed van de hoofddraagconstructie beter te kunnen beoordelen, wordt er parallel gewerkt aan het project Bepaling Schaduwpartijen Hoofddraagconstructie. Op basis van constructieve randvoorwaarden, zoals het aantal bouwlagen, de vloeroverspanning en het stabiliteitssysteem wordt met het Pareto-principe (de 80-20-regel) de hoeveelheid materiaal per vierkante meter bvo bepaald.
Feitelijk wordt door het invoeren van de constructieve parameters de functionele eenheid vastgesteld en vormt deze zo de basis van een goed vergelijk tussen de verschillende bouwsystemen en bouwmaterialen.
Invloed van de bouwsteen
Maar daarmee zijn we er nog niet. De eerste belangrijke keuzes voor het gebouw worden in het voorlopig ontwerp gemaakt. Juist in deze fase is het van groot belang om de invloed van iedere bouwsteen te beoordelen.
Alleen het uitvoeren van een berekening of het oppompen van de duurzaamheidscore garandeert niet dat het gebouw ook echt duurzaam is. Daarvoor kan alleen een goed samenwerkend, proactief ontwerpteam zorgen, een team dat ook echt 'out of the box' kan denken.
Ir. Pim Peters
(p.peters@imdbv.nl), directeur IMd Raadgevende Ingenieurs en vertegenwoordiger van NLingenieurs in de commissie Milieuprestatie Gebouw en GWW-werken.