Sinds 2009 is Ed Blom bestuurslid en penningmeester bij de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO). Hij werkt als manager Beheer bij BAM.

Wat is er de afgelopen 6 jaar veranderd bij de NVDO?

“Toen ik in 2009 startte, hadden vooral de diverse technische diensten aandacht voor ons. Wij dienen dan ook al belangenbehartiger van onderhoudsprofessionals, zij zijn onze leden. Naast deze rol is de primaire functie van de NVDO het uitwisselen van kennis en het vergroten van netwerken. Inmiddels zien ook directies de meerwaarde van onze visie in en schuiven zij regelmatig aan bij onze evenementen en studiedagen. Gebouweigenaren, technisch dienstverleners en adviseurs zijn daar vertegenwoordigd. Daar zijn we erg blij mee, want ketensamenwerking vinden wij enorm belangrijk.”

Waarom?

“Wij realiseren ons dat exploitatie van begin af aan een stuurmiddel is bij een bouwproject. Gebouwen krijgen een functie, die na verloop van tijd verandert. Als onze leden weten wat hun klanten willen en welke mogelijkheden er zijn, voorkomt dat kosten en ontevredenheid gedurende de gebruiksfase. Daarbij is het belangrijk om in de taal van klanten, en hun klanten, te communiceren. Hun klanten denken namelijk niet in moertjes en schroefjes, maar willen een functionele en comfortabele omgeving om in te wonen en te werken. Hoe dat gebeurt en met welke technieken, zal hen verder een zorg zijn. Daarom is het belangrijk om expertise van de verschillende ketenpartijen met elkaar te verbinden.”

In hoeverre speelt duurzaamheid hierbij een rol?

“We geven ieder jaar het Onderhoudskompas uit. Hierin beschrijven we de visie, trends en ontwikkelingen in de Nederlandse onderhoudsmarkt. In 2014 staat het item ‘aandacht voor duurzaamheid’ voor het eerst in onze top-10 trends. Overigens staat ‘Aandacht voor Operational Excellence’ al langer in deze lijst. Hierbij draait het om het continu verbeteren van bestaande processen om zo efficiënter te werken. In onze ogen is dat ook een vorm van duurzaamheid.

Daarnaast hebben we veel aandacht voor BIM. We organiseren dagen rond dit onderwerp, waarbij meerdere ‘bloedgroepen’ aanwezig zijn. Zo treden onder meer gebouwontwerpers, -eigenaren en aannemers op als sprekers. Om duurzaamheid in alle facetten te borgen, vind ik dat bedrijven uit de beheer- en onderhoudssector in drie fases bij een gebouw betrokken dienen te zijn: het ontwerp, de realisatie en het gebruik.”

Dat is niet eenvoudig in de huidige trend dat gebouwen flexibel inzetbaar moeten zijn. Hoe gaan jullie daarmee om?

“Een belangrijke rol is hiervoor weggelegd voor de ISO 55000, de nieuwe internationale richtlijn voor het implementeren van een assetmanagementsysteem. Hiermee hebben eigenaren van kapitaalgoederen, de asset owners, een instrument in handen om waarde toe te kennen aan hun assets en deze gedurende de levenscyclus op een beheersbare, duurzame en kosteneffectieve wijze te beheren. De kracht van deze ISO-norm is dat het schetst waarop goed assetmanagement gebaseerd is, hoe het in de omgeving is geplaatst en wat het oplevert. Zie het als een hulpmiddel om tot een hoog functioneel niveau te komen tegen optimale kosten over de levenscyclus.”

Als dit zo belangrijk is, dan pleit u dus ook voor een certificeringsplicht?

“Nee, zeker niet. De ISO 55000 kan ook zonder certificeringsplicht worden ingezet. Het omschrijft vooral de ‘wat’-vraag en is daarmee dus een strategisch model. ‘Hoe’ het een en ander moet worden ingericht, is een andere kant. Hierbij is de innovatie vanuit de markt essentieel. Een certificeringsplicht heeft zin wanneer dit niet leidt tot extra regels en audits, die in het huidige systeem onafhankelijk van elkaar moeten worden uitgevoerd.Dat betekent dingen dubbel doen, in plaats van slimmer. Vergeet niet dan een deel van de inhoud ook in de andere ISO-normen staat.”

U bent zo’n zes jaar bestuurslid bij de NVDO. Heeft dit werk uw werk bij BAM veranderd?

“Als NVDO-bestuurslid heb ik een enorm netwerk opgedaan en heb ik geleerd waar ik kennis vandaan kan halen. Sowieso ben ik overtuigd van het belang om steeds meer kennis te delen. Dit krijg je hoe dan ook – aangevuld –  terug.

Voor de NVDO heb ik meerdere ontwikkelingen aangejaagd. Een aantal daarvan heb ik ook voor BAM en onze klanten ingezet. Denk daarbij aan aspecten van Maintenance Engineering (betrouwbaarheid en beschikbaarheid, red.) die we vanuit de vliegtuigindustrie hebben overgenomen. Daarnaast geeft BAM, net als ik, de voorkeur aan duurzame, langdurige samenwerkingsverbanden. Met de juiste meerjarige contracten is het mogelijk te sturen op constante verbetering, zoals energieprestaties.”

Tot slot: wat zijn paradepaardjes in Nederland in uw ogen?

“Danone Research in Utrecht beschikt over een slim duurzaam concept. Het kantoordeel van het gebouw heeft het duurzame BREEAM-NL Excellent ontwerpcertificaat ontvangen. Zowel de warmte-koudeopslaginstallatie als de overige installaties zijn via een meerjarig contract gegund aan respectievelijk Eneco en BAM. Ook het Zaans Medisch Centrum steekt erbovenuit dankzij het integraal ontwerp en meerjarig onderhoud.

De overheid is trendsetter op dit gebied, met langdurige onderhoudscontracten voor gevangenissen en het Rijksvastgoed. De overheid bespaart via de Publiek-Private Samenwerking zo’n 17% aan kosten.”