Geen stikstofmiljoenen, maar een deltaplan voor de bouw

In Nederland worden problemen in silo’s geplaatst en opgelost met geld. Heel veel geld. De bouwsector heeft een grondstoffenprobleem met als gevolg heel hoge bouwkosten, de agrarische sector een stikstofprobleem met als gevolg hoge kosten, de zorgsector een budgetprobleem om de zorg in de toekomst te kunnen betalen en de economie… Ja, de economie valt stil door al deze problemen. Never waste a good crisis, aldus Onno Dwars, die voorstelt om dat allemaal niet te doen!

Expertpost door Onno Dwars

"Om deze multidisciplinaire crisis op te lossen introduceer ik een vies Haags woord: visie. We hebben een land nodig met een visie. We moeten van een land in een crisis naar een land met een toekomst. Een Nederland waarin welzijn en menselijk kapitaal centraal staan.

Cross-sectorale bestuiving tussen bouw en landbouw

De veeteeltsector staat onder druk door haar enorme stikstofuitstoot, waardoor onder andere de bouw stilvalt. De uitkoop van boerenbedrijven is gestart om de stikstofuitstoot terug te dringen. In de tussentijd kampt de bouwsector met een enorme stijging van bouwkosten door schaarste van grondstoffen en stoten we als sector nog steeds te veel CO2 uit. Als we zo doorgaan zijn we in 2028 door ons CO2-budget (100 Mton, bron: DGBC) heen en volgt er een CO2-lockdown naar analogie van de stikstoflockdown.

We moeten in Nederland zelf grondstoffen gaan verbouwen, zoals vlas, hennep, stro en hout. Met deze grondstoffen kunnen boeren geld verdienen en kunnen de bouwers CO2-arm gaan bouwen. En nog mooier: hierdoor kunnen we met elke woning 90 ton CO2 afvangen en opslaan (bron: Ballast Nedam Development).

Als we dus 1 miljoen woningen gaan bouwen, kunnen we 90 Mton CO2 afvangen en vastleggen in de gebouwde omgeving en dat is meteen 10% van het CO2-budget van heel Nederland. De boer kan dan hofleverancier worden van de bouwsector en de bouwsector kan CO2 klimaatpositief bouwen. To good to be true, denk je? Zeker niet, want de eerste klimaatpositieve woningen worden al gebouwd.

Cross-sectorale infectie tussen bouw en gezondheidszorg

De gezondheidssector zit op een dood spoor en wordt onbetaalbaar. In 2040 zijn de zorgkosten gestegen van 13% nu naar minimaal 22% van het bruto binnenlands product (bron: CPB). De vraag is bovendien of dit de enige manier is om de grootste stap te maken naar meer gezondheid en welzijn? Zo heeft het rioolstelsel in Nederland ervoor gezorgd dat we gemiddeld tien jaar ouder zijn geworden. Door bijvoorbeeld massaal te stoppen met roken zal 26% van de Nederlanders vier jaar langer leven, en door het oplossen van ernstig overgewicht zal 10% van de Nederlanders gemiddeld drie jaar langer leven.

Als je je verder realiseert dat we 50% van de ziektebeelden kunnen voorkomen door ander gedrag (bron: CPB) en er van de jaarlijkse 5000 euro die per persoon aan zorg wordt besteed slechts 20 euro naar preventieve zorg gaat, kan je je afvragen of we ons geld wel besteden aan dat wat per besteedde euro de meeste impact heeft.

We moeten daarom veel meer inzetten op preventieve gezondheidszorg. De bouwsector kan en moet hierin een belangrijke rol gaan spelen. Wetende dat de natuur een helende werking heeft - in Canada kan je al ‘natuur’ op recept krijgen (bron: Trouw) - moeten we veel meer gaan investeren in groen. Uit onderzoek blijkt ook dat natuur - wie wist het niet? - leidt tot een veel betere levensverwachting. Zo zorgt een groene omgeving (bewezen, aldus Arts en Leefstijl) tot minder diabetes, stress, depressie, vroeggeboorten, adhd, migraine, astma en ook tot een minder hoge bloeddruk.

We moeten dus zorgen voor een groenere leefomgeving, waarin bewegen wordt gestimuleerd en omgevingshinder wordt geminimaliseerd. Een leefomgeving als beste medicijn ooit. Bouwers worden dokters en dokters worden architecten. In Utrecht wordt er nu volop ingezet op het realiseren van een gezonde leefomgeving, waarin rijk en arm toegang krijgen tot groen en worden gestimuleerd om gezond te leven.

Cross-sectorale multiplier tussen bouw en economie

We zitten volop in een energietransitie. Een transitie die nu wordt aangejaagd door een explosie van energieprijzen van fossiele brandstof. Deze kanteling brengt macro-economisch erg veel onrust met zich mee, waarvan we nog niet weten hoe groot die is. Dat energierekeningen stijgen van 200 euro naar 600 euro is niet alleen problematisch voor de energiesector, maar kan leiden tot ontwrichting van de gehele economie. Als het geld immers wordt besteed aan energie, kan het niet worden besteed aan iets anders.

Slecht geïsoleerde gebouwen, energieverspilling en onvoldoende duurzame energie-opwek bezorgen gebouweigenaren een steeds hogere energierekening. Bovendien leidt juist de gebouwde omgeving tot 40% van de CO2-uitstoot. Het verduurzamen van de gebouwde omgeving is dan ook niet alleen in het belang van de bouwsector, maar ook van de hele maatschappij. Met een versnelde verduurzaming van de gebouwde omgeving en dus afname van het gebruik van duurzame energie, kan onze economie in een rustiger vaarwater komen en ruimte creëren voor andere sectoren.

Deltaplan

Voor de gebouwde omgeving moet dan ook een deltaplan komen om tot een versnelde verduurzaming over te gaan. Kantoren moeten al in 2023 een energielabel C hebben en de Europese Unie werkt aan wetgeving waardoor alle gebouwen - woningen en kantoren - in 2033 minimaal een E-label moeten hebben. In de huidige context zullen deze plannen snel worden aangescherpt.

Bij de komst van COVID realiseerden we ons dat deze ziekte de maatschappij ontwrichtte. Het beste om weerbaar te zijn tegen ziektes is een goede gezondheid van zoveel mogelijk mensen. Dat geldt nu exact hetzelfde voor onze gebouwde omgeving. Om de energiecrisis de baas te worden, moeten we versneld de gebouwde omgeving in topconditie krijgen. Dit kunnen we bereiken door progressieve regelgeving op te stellen, als onderdeel van een deltaplan voor de gebouwde omgeving. Te beginnen met de eis van ‘energieneutrale nieuwbouw’ in 2025 en een aanscherping van de energielabels voor de bestaande gebouwen. Hiermee reduceren we niet alleen een deel van de 40% CO2-uitstoot, maar creëren we ook financiële lucht voor andere sectoren.

Integraal ecosysteem

Crises komen niet meer alleen. Ze komen samen. Departementaal denken zal gaan plaatsmaken voor interdepartementaal denken. Deze aanpak biedt Nederland een kans om te werken aan de nieuwe waardesprong, een sprong naar de toekomst. Dit kunnen we alleen bereiken als we niet meer in silo’s denken, maar vanuit een ecosysteem."

Onno Dwars is CEO Ballast Nedam Development

Dwars is sinds 2017 intensief betrokken bij Ballast Nedam Development. Als CEO verlegt hij grenzen om de wereld een betere plek te maken voor mens en natuur. Het morele kompas is leidend in alles wat binnen het team gebeurt. Gebiedsontwikkeling gaat verder dan alleen vastgoedontwikkeling: 'wij ontwikkelen de leefomgeving van morgen'. Het gaat om het ontwerpen van een complete leefomgeving, waar mensen uiteindelijk langer gezond en gelukkig kunnen leven. Zo behoudt Ballast Nedam Development waarde voor nu en voor toekomstige generaties.

Dwars maakt onderdeel uit van een vooruitstrevende generatie groene leiders en won in 2019 de ABN-AMRO Duurzame 50 Award. In de jaren daarvoor ontving hij onder andere de Groene Pen 2018, Goudhaantje 2017, de Cruquiuspenning, de Green Leader Award en de Yardi Young Talent Award. Aan de TU Delft behaalde hij in 2004 zijn Msc. in Civiele Techniek

Deel dit artikel

permalink