Portefeuilleaanpak voor de komende vier jaar

In een driedelige serie blogs gaat Duurzaam Gebouwd-expert Selina Roskam dieper in op het verschijnen van de Kamerbrief over de utiliteitsbouw. Vandaag neemt ze je mee in de portefeuilleaanpak en de handhaving. “Investeer in je gebouw en gooi geen geld weg door de maatregelen met een korte terugverdientijd niet te nemen.”

Vier jaar lijkt een soort magic number als het gaat om plannen maken en erover verantwoorden. Dit was ooit al zo in het MJA-convenant (PDF), met de informatieplicht, waaraan iedere vier jaar moet worden voldaan (met ook de vierjaarlijkse energy audit). Vier jaar is ook de tijdspanne waarin deelnemers van de portefeuille-aanpak moeten laten zien dat ze bovenwettelijk presteren en ook aan het wettelijk minimum voldoen. Het betreft hier dan aardgasreductie en alle energiegebruiken bij elkaar en de Energielabel C-eis voor kantoren.

Van 2023 tot en met 2026 moeten de deelnemers op de lijn liggen van het doel van 55% CO2-besparing in 2030. We hebben uitgerekend welke aardgasbesparing daarbij hoort en dat is 5,5% per jaar. Maar om niet alle energie voor het verwarmen van je gebouw compleet inefficiënt met elektra in te kopen (dat vind je portemonnee ook niet leuk), hebben we de eis van 3,5% energiebesparing van het totale energiegebruik toegevoegd. 

Portefeuilleaanpak

De portefeuilleaanpak is een afspraak uit het Klimaatakkoord, waarvoor nu - na heel veel verkenningen, gesprekken en voorstellen - een definitief plan ligt. Stiekem is dat ook een spannend avontuur: dit pad heeft nog niemand zo bewandeld. We noemen het een koplopersaanpak, maar eigenlijk zou iedereen op deze lijn van 55% CO2-reductie in 2030 moeten zitten. Anders halen we de doelen natuurlijk nooit. Daarvoor zetten we deze aanpak echter niet in.

De portefeuilleaanpak maakt het voor grote gebouweigenaren makkelijker om plannen te maken, die af te stemmen met het bevoegd gezag en te laten zien dat de doelen op portefeuilleniveau gehaald worden. De bevoegde gezagen hebben één aanspreekpunt per portefeuille, mits die portefeuille wel minstens twintig gebouwen groot is en onder twee regio’s van Omgevingsdiensten vallen. Een wederzijdse win-win, dus.

Alle andere gebouweigenaren met een minder grote portefeuille of één gebouw kunnen:

Genoeg handelingsperspectief dus.

Energiebesparingsplicht

De energiebesparingsplicht verandert overigens snel. In dat kader moet in december 2023 gerapporteerd worden of je de nieuwe maatregelen al hebt uitgevoerd en of je goede redenen hebt om dat op korte termijn op te pakken. Die twee nieuwe lijsten, eentje voor Activiteiten en eentje voor Gebouwen, worden snel gepubliceerd. En ja, het uitgangspunt blijft natuurlijk hetzelfde: het zijn maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of korter. Je bent niet echt slim bezig als je die niet uitvoert, zeker met de huidige, hoge energieprijzen. Check ze meteen wanneer de Rijksoverheid deze publiceert: de wereld van energie ziet er echt anders uit dan vier jaar geleden. 

Energielabel C kantoren

Heb je kantoren in je portefeuille en voldoen die nog niet aan de gestelde eisen van minimaal een Energielabel C, dan is er op 1 januari sprake van een overtreding. Via de portefeuilleroutekaart beschrijf je op welk moment je die overtreding ongedaan maakt en vooral ook de reden waarom dit niet eerder kan. Die reden is dan ter beoordeling van het bevoegde gezag en is afhankelijk van de eigenaar, de grootte van de portefeuille, de functie en welke bovenwettelijke doelstellingen verder gehaald gaan worden. 

Naleving en handhaving

In de Kamerbrief schreven we ook over de handhaving van de wetgeving. Daarover kwamen al veel reacties in de pers en via social media. Het is voor mij dus best een beetje spannend om over handhaving te schrijven. Maar al pratende met allerlei mensen, de afgelopen maanden, kwam ik erachter dat het helemaal niet bekend is hoe we dit in Nederland georganiseerd hebben.

In Nederland hebben we afgesproken dat gemeenten bevoegd gezag zijn voor het Activiteitenbesluit wat betreft de Energiebesparingsplicht. Met andere woorden: we hebben het decentraal belegd. Die gemeenten kunnen het toezicht óf zelf doen, óf via een opdracht neerleggen bij de Omgevingsdienst (of RUD). In de aankomende wijziging (2023) van het Activiteitenbesluit zit ook de wijziging dat de Omgevingsdiensten in hun basistakenpakket het toezicht op de Energiebesparingsplicht moeten doen. Het is dan geen keuze meer voor een gemeente, het moet door de Omgevingsdienst gedaan worden.

Voor het Energielabel C van kantoren, als onderdeel van het Bouwbesluit, ligt het bevoegde gezag ook bij de gemeenten. Hier geldt hetzelfde idee: gemeenten kunnen het een Omgevingsdienst vragen (mandateren) om te doen, maar het is niet opgenomen in het basistakenpakket. Middelen zijn er in principe wel voldoende, want er is voor beide verplichtingen geld in het gemeentefonds gestort. En het toezicht op de gemeente is volgens mij lokaal belegd: de gemeenteraad. 

Meer weten?

Als je meer over dit alles wilt weten, bekijk dan ook de website van Infomil over handhaving. Op de website van RVO worden verder de veelgestelde vragen beantwoord. Zeker bij gebouwen die op 1 januari geen label hebben, is het voor iedereen helder dat de eigenaar van dit kantoor in overtreding is. In deze Handreiking geven we tips hoe gemeenten kunnen handhaven (landelijke strategie) en wanneer er boetes uitgedeeld kunnen worden. Dit is echt de expertise van de bevoegde gezagen zelf.

Mijn tip tot slot:

Morgen schrijft Selina Roskam in deel drie van deze serie over de kortetermijnacties voor de aankomende winter.

Lees ook:
Renovatiestandaard: nieuwe stap vooruit

Tekst: Selina Roskam, beleidsmedewerker ministerie BZK en jurylid ABN AMRO Duurzame 50
Beeld: Shutterstock

Deel dit artikel

permalink