Jan Willem van de Groep
Inspirator – Opinion leader – Entrepreneur, GIDEON Building Transitions Tribe
Auteur: Jan Willem van de Groep
Het komt met enige regelmaat voor dat we in een discussie, podcast, panel of expertinterview belanden met fervente aanjagers van de circulaire bouweconomie. Vaak kijken ze je met grote ogen aan als we vraagtekens plaatsten bij dat concept. Wat kun je daar nou tegen hebben? Het lukt over het algemeen vrij goed om uit te leggen dat CO2-emissie (ofwel embodied energy) nauwelijks een rol speelt in het gedachtengoed van die circulaire bouweconomie. Het ‘Aha-moment’ komen we zo vaak tegen dat we dachten dat een artikel daarover op zijn plaats was.
Het begrip circulariteit is in de bouw natuurlijk ook veel moelijker een plek te geven dan voor alle andere spullen die we dagelijks gebruiken. Bouwmaterialen hebben een zeer lange technische levensduur. We noemen het hergebruik van sloopmateriaal circulair maar ook de betonnen vloeren die over 75 jaar (jawel, met garantie en al) weer uit het gebouw gehaald worden. Of die aluminium gevel die gegarandeerd over 30 jaar weer teruggenomen gaat worden door de fabrikant voor hergebruik (natuurlijk as-a-service). We zien veel betrokkenen bij deze materialen zich richten op de totale impact over de gehele levensduur. Hoe langer de gebruiksduur, hoe beter…! Hoewel dit begrijpelijk én logisch is schuilen juist daar ook twee problemen: 1. harde garanties voor lange termijnen zijn er niet en 2. door de focus op de gemiddelde impact op lange termijn gaat men voorbij aan de onverminderd hoge initiële CO¬2 uitstoot bij de productie van nieuwe materialen.
Twee van de grootste en meest urgente opgaven waarvoor de mensheid zich gesteld ziet het komende decennium zijn 1. het voorkomen van ongecontroleerde opwarming van de aarde en 2. het voorkomen van het verlies van biodiversiteit (bron: IPCC). De nu veel gehanteerde benadering in het circulariteitsdenken geeft geen oplossingsrichting voor deze twee opgaven. Sterker nog, het zet ons op het verkeerde been. Want wat goed lijkt voor een lange termijn, creëert op de korte termijn geen enkele impuls op verbetering. Operatie geslaagd, patiënt overleden!
Uiteraard zijn we een warm voorstander van het zo lang mogelijk gebruiken van bouwwerken, materialen die er al zijn en van het hergebruik van sloopmaterialen. Logisch, want je verdringt er het gebruik van nieuwe CO2-intensieve materialen door, waardoor we de kans om de Parijse doelen te halen weer iets vergroten. De vraag of we überhaupt nog gebruik moeten maken van virgin aluminium, staal, beton en glas wordt echter nauwelijks gesteld. Laat staan dat er wordt gekeken naar de alternatieven van biogene oorsprong. Twee oplossingsrichtingen die wel de potentie hebben op korte termijn verbetering.
In het recente werk van CB’23 die leidraden opstelden om circulair te ontwerpen en in te kopen, speelt het gebruik van energie (en dus CO2-emissie) om materialen te maken nauwelijks een rol van betekenis. Ook hergebruik van reeds bestaande materialen is erg onderbelicht. We proberen dus hardnekkig om Tata-steel emissievrij staal te laten maken, maar vergeten dat die opgave stukken makkelijker wordt wanneer we domweg veel minder staal hoeven om te smelten wanneer we veel meer hout toepassen.
De lange termijn efficiëntie gedachte helpt eigenlijk alleen de altijd wat opportunistisch ingestoken bouwindustrie zelf. Wat is er mooier om nu te mogen beloven dat jij een product kunt leveren die pas over 75 jaar zijn duurzaamheidsclaims hoeft te bewijzen. Wat is er mooier dan zelf de normen te bedenken die er voor zorgen dat je de schadelijke emissies niet eens hoeft mee te rekenen aan de voorkant als je een geweldig verhaal hebt over hergebruik over 75 jaar (de praktijk van de huidige MPG – Milieu Prestatie Gebouwen). Wij willen wel eens weten welke bijdrage de industrie denkt te gaan leveren aan de korte termijn opgaven waar de wereld nu voor staat?
Er zijn gelukkig steeds meer mensen in de bouwsector of het politieke discours eromheen die tot het besef komen dat het ook anders kan: minder ‘virgin natural resources’, meer hergebruik van reeds bestaande materialen en meer toepassing van biobased materialen. De komende 10 jaar 75% CO2-reductie (wat nodig is om rond de 1,5 graden opwarming uit te komen) realiseren lukt alleen door substitutie van primaire grondstoffen met de biogene alternatieven of het gebruik van reststromen uit sloop (ook daar opletten of de embodied energy factor blijft kloppen). In de kern draait het dus voor de klimaatdoelen om een materialentransitie terwijl circulariteit daar ‘slechts’ een onderdeel van is. Beide begrippen doen er toe, maar wel in de juiste volgorde en context. En vergeet niet dat ontwerp- en engineeringsprincipes waarmee de toekomstwaarde (inclusief de milieu impact over 75 jaar) wordt verzekerd ook kunnen gelden voor biogene of hergebruikte materialen.
We gooien dus niet het kind met het badwater weg. We pleiten wel voor een ander denkmodel welke er zo uit zou kunnen zien:
Het zijn deze principes die de komende jaren het politieke debat en de agenda van de Circulaire Bouweconomie moeten gaan bepalen. De leidraden van CB’23 zijn nu eenzijdig en onvolledig, en daarom zeer waarschijnlijk al ruim vóór 2023 aan vernieuwing toe.
Wij lopen niet weg voor een goede dialoog over dit onderwerp dus klim in de pen als wij wat over het hoofd hebben gezien.
Gideons auteurs:
Norbert Schotte, innovatiemanager bij VORM bouw
Michiel Visscher, ingenieur bij Royal Haskoning DHV
Jan Willem van de Groep, aanjager energie- en materialentransitie
Op 3 november zal Jan Willem van de Groep tijdens Building Holland om 13.00 uur een presentatie houden over alle aspecten die samenhangen met Biobased Bouwen. Na afloop zullen een aantal experts aan een zogenaamde ‘innovatietafel’ het debat aangaan over dit artikel.
Inspirator – Opinion leader – Entrepreneur, GIDEON Building Transitions Tribe