Steeds meer gebouwen zijn ‘smart’. Maar veel kansen van nieuwe datagedreven technologie blijven nog onbenut door inefficiëntie. Er groeit een behoefte aan één digitale werkelijkheid. En de vervulling van deze wens is in opkomst: de digital twin.
Je kent het wel. Hoe heet die ene app ook alweer? En op welk scherm heb ik die snelkoppeling nou precies gezet? Inmiddels heb je al snel dertig tot vijftig verschillende apps op je mobiel, met diverse technische mogelijkheden en informatiebronnen. Soms zou je eigenlijk een combinatie van twee apps willen. Maar ja, die is er dan weer niet.
Onbenutte kansen
Iets vergelijkbaars speelt er in het facility management. In rap tempo groeien de digitale mogelijkheden, denk aan BIM, virtual reality, 5G en Internet of Things. Samen bieden ze volop mooie kansen en veel nieuw inzicht. De voorspelbaarheid stijgt, oplossingen zijn vooraf te simuleren en gebruikers krijgen gerichter informatie.
Maar dit ideale plaatje komt pas tot leven als alle oplossingen op elkaar aansluiten en de data op één plek staat. En laat dat nu precies de uitdaging zijn. De verschillende systemen in een gebouw werken vaak langs elkaar heen, de data wordt in aparte bronnen opgeslagen en die gegevens zijn bovendien niet centraal toegankelijk. Er ontbreek integrale regie. En veel van die mooie kansen blijven zo onbenut.
De digital twin als oplossing
De oplossing hiervoor is de digital twin. Door die term klinkt het als een prachtige en bijna volledige digitale kopie van het gebouw, en dat kán het ook zijn, maar in de basis is het idee vrij simpel. Bij een digital twin lopen alle informatiestromen in het gebouw eerst naar een centraal dataplatform. Daar worden de gegevens samengevoegd en vervolgens doorgezet in een op de klant afgestemde oplossing.
Een eenvoudig voorbeeld is de afstemming tussen onderhoud, schoonmaak en bezetting. Sensorinformatie over de bezetting van een gebouw komt terecht in de digital twin. Specifieke info wordt doorgezet naar de organisaties die het onderhoud of de schoonmaak verzorgen. Die bepalen zo waar er meer of juist minder werk te doen is. Een stap verder is dat de gebouwsystemen automatisch reageren op de bezetting. Denk aan de temperatuur en verlichting. Alle data is dus centraal beschikbaar en valt in allerlei richtingen in te zetten.
Natuurlijk zijn er ook meer geavanceerde digital twins. Kijk maar eens wat er gebeurt als je de digital twin uitbreidt met 3D-informatie vanuit BIM. Dan ontstaat er (letterlijk) een heel nieuwe dimensie aan mogelijkheden.
Marc Kooij, schrijver van deze expertpost
Wat leveren al deze mogelijkheden precies op voor de stakeholders rondom een gebouw? In ieder geval deze vier voordelen:
1. Regie over de data
Het belangrijkste voordeel van de digital twin is dat de gebouweigenaar de regie krijgt over alle data. Het bekende probleem van de ‘vendor lock-in’ is dan verdwenen, omdat de digital twin bij het gebouw hoort, onafhankelijk van serviceproviders en fabrikanten. Dus óók los van het onderhouds- of beheercontract. De gebouweigenaar bepaalt wie toegang krijgt tot de data.
2. Optimale dienstverlening
In een wereld die steeds meer datagedreven is, kunnen de serviceproviders en fabrikanten hun voordeel doen met de centraal toegankelijke data uit andere bronnen dan die van henzelf. Dat is precies de kracht van de digital twin. Derden kunnen hun producten of diensten aanscherpen op basis van de beschikbare data. Dit maakt continue verbeteringen mogelijk. Of het nu gaat om catering, schoonmaak, energiemanagement of onderhoud.
3. Voorspellen en simuleren
Voorspelbaarheid is een sleutelwoord bij de digital twin. Niet alleen gebouwprestaties, ook de relevante kosten zijn steeds beter te voorspellen. Net als het benodigde onderhoud, waardoor er minder storingen zijn en de levensduur van de systemen stijgt. Bevat de digital twin ook 3D-data uit BIM? Dan ontstaan er ongekende mogelijkheden om simulaties te draaien. Bekijk vooraf virtueel de gevolgen van een verbouwing. Of hoe het pand reageert op een hittegolf. En pas de plannen of installaties aan om ongewenste gevolgen te voorkomen.
4. De gebruiker centraal
De brede inzetbaarheid van data uit de digital twin maakt allerlei nieuwe diensten mogelijk. Niet alleen voor de gebouwbeheerder, ook voor de gebruikers zelf. Voor hen is een comfortabele en gezonde omgeving het belangrijkst. Dankzij op de digital twin aangesloten apps hebben gebruikers inzicht in én invloed op de eigenschappen van hun werkplek. De gebruikers communiceren verder met het gebouw door een parkeerplek of auto te reserveren, een ruimte te boeken, enzovoorts. En dankzij hun feedback helpen ze het gebouw en de werkomgeving steeds beter te laten functioneren.
Kortom: de digital twin maakt zijn intrede in de gebouwde omgeving als ideale vervolgstap in de toenemende digitalisering. En biedt hiermee volop toegevoegde waarde voor de hele keten – van eigenaar en beheerder tot ketenleveranciers en gebruikers.