Groene of grijze circulariteit?

Cradle2Cradle heeft vanuit de VS in 2002 een heel goede voorzet gegeven en heel veel mensen geïnspireerd op de weg naar een circulaire economie. De Ellen Macarthur Foundation heeft de principes van C2C verder uitgewerkt tot onder andere het bekende vlindermodel in 2011. Er zijn inmiddels diverse definities voor circulariteit, maar het komt allemaal neer op: een circulaire economie is een economisch systeem van gesloten kringlopen waarin grondstoffen, materialen en producten hun waarde zo min mogelijk verliezen, hernieuwbare energiebronnen worden gebruikt en systeemdenken centraal staat.

Foto bovenaan: Thai National Parks, Link: www.thainationalparks.com

Vertalen we dat naar architectuur en bouwen, dan dienen circulaire gebouwen zo te zijn ontworpen, ontwikkeld, beheerd en gebruikt dat het doel is geen nieuwe (virgin) fossiele grondstoffen te gebruiken en daar waar producten, grondstoffen en systemen worden ingezet, deze zo lang mogelijk (hoogwaardig) in de keten te houden. Daarbij dient te worden opgemerkt dat hergroeibare (biobased) producten niet onder nieuwe, virgin, grondstoffen vallen. Zij groeien immers terug en putten daardoor hun eigen bronnen niet uit.

Zoals we weten bestaat het vlindermodel van de Ellen MacArthur Foundation uit een technische cirkel, die de technische, niet-composteerbare materialen omvat, zoals kunststoffen en metalen, en een biologische cirkel met de natuurlijke materialen (biobased, biodegradable en renewable). Bij veel materiaalinnovaties zien we nu dat materialen verschuiven van de technische cirkel naar de biologische cirkel. Biofoam is daarvan een goed voorbeeld. Deze schuimisolatie uit honderd procent hernieuwbaar materiaal is volledig afbreekbaar, terwijl je het schuim toch op dezelfde manier kunt verwerken als de chemische, op aardolie gebaseerde voorganger, namelijk EPS (piepschuim). Of bedrijven gaan inzien dat het veel makkelijker is om (onderdelen van) hun producten te maken van bijvoorbeeld bioplastics (die al dan niet industrieel te composteren zijn) dan die producten of onderdelen terug te nemen en te recyclen. Materialen uit de biologische cirkel zijn schoon, hergroeibaar en vormen geen schade voor mens, dier en omgeving.

Pakken we nu het vlindermodel erbij, dan zien we dat deze uit twee kringlopen bestaat: de technische kringloop en de natuurlijke kringloop. Het is opmerkelijk dat de technische kringloop nog steeds een mining input heeft van fossiele grondstoffen en onderaan het schema zien we nog steeds landfill. Dat zouden we in een oprechte circulaire economie niet meer willen, toch?

Grondstoffen uit de biologische cirkel groeien, in tegenstelling tot de fossiele grondstoffen, weer terug. Deze biologische grondstoffen zijn kortcyclisch. Ze groeien in zeg maximaal 100 jaar (een boom) terug, maar meestal vele malen korter, en daarmee blijven ze voorradig en herstellen ze tevens de bronnen. In tegenstelling tot de langcyclische fossiele grondstoffen die tijdens het gebruik natuurlijk helemaal niet de tijd krijgen om hun eigen bron te herstellen. 

Op de lange termijn kunnen we dus stellen dat alleen de natuurlijke kringloop houdbaar is in een circulaire maatschappij.

Het zou dus in de verwachting moeten liggen dat met name materialen uit de biologische cirkel een grote rol gaan spelen in de circulaire bouwwereld. Deze materialen hergroeien immers tijdens het gebruik van de materialen en passen veel beter bij het kringloopprincipe van een circulaire bouwwereld. Met hout natuurlijk als bekendste voorbeeld. 

Bij circulair neigt men ook altijd snel naar modulair. De gedachte is immers dat in een circulaire economie alles in een nette cirkel ronddraait. Dat is niet helemaal juist. De werkelijkheid is veel complexer. Op zich juist, als je onder circulariteit wilt verstaan dat je gebouwen, gebouwdelen of volledige producten tot de eeuwigheid precies hetzelfde kunnen blijven en onveranderd voor 100% weer toegepast kunnen worden. Probeer daar maar eens aan te ontwerpen. Dat is onmogelijk… Alles verandert: regelgeving, maatvoering, techniek, veiligheid, normen, stijlen, smaak, omgevingen, enz. Bovendien zit de kern in het 'schoon' ontwerpen van de producten, materialen en onderdelen. Ook hier kunnen we leren van de natuur. Ook daar verandert continu alles, dus alleen soorten die zich het beste kunnen aanpassen aan de veranderende omstandigheden kunnen overleven. Bovendien zijn er in de natuur geen voorbeelden van constructiedelen of onderdelen die in zijn geheel worden hergebruikt. Behalve dan de Heremietkreeft, die graag kant-en-klaar producten gebruikt. Voor de rest brengt de natuur alles terug naar de grondstoffen om daar iets nieuws van te maken, waar op dat moment vraag naar is.

Circulair slaagt alleen als we alle materialen en producten zo ontwerpen dat ze als grondstof opnieuw gebruikt kunnen worden. Dan is circulair veel minder complex dan gevreesd wordt. Materialen, onderdelen en producten moeten dan te allen tijde teruggebracht kunnen worden naar hun grondstof. Zo is het terugbrengen van beton naar grind, zand en cement, vanuit de circulaire gedachte veel interessanter dan beweren dat de hele onderdelen over 100 jaar herbruikbaar zijn...

Als we ten slotte naar de duurzaamheidstijdlijn kijken, is het goed te beseffen dat we voor de industriële revolutie allemaal alleen maar circulair en biobased leefden. Ook zien we dat sindsdien de verschillende duurzaamheidsprincipes zich opvolgen. Eerst de Energie/fossiele grondstoffen, nu zitten we in de Materialen, uiteindelijk komt het neer op Gezondheid. Het kan niet anders dan dat we uiteindelijk allemaal weer terug moeten naar biobased en circulair.

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Daan Bruggink