Jan Willem van de Groep
Inspirator – Opinion leader – Entrepreneur, GIDEON Building Transitions Tribe
Auteur: Jan Willem van de Groep
Eigenlijk hou ik me niet zo bezig met dat hele ZEN en BENG 'gedoe'. Toch lijkt het dat dit dé normen worden die er voor moeten zorgen dat hogere energieprestaties bouwbreed toegepast gaan worden.
Als zoiets als BENG een middel wordt om beweging te creëren, dan vind ik er natuurlijk wel wat van. Je hoort steeds meer dat BENG straks de minimale norm moet zijn, maar dat beter altijd mag. Het probleem is dat er achter BENG een hele rekenmethodiek wordt ontwikkeld. Een methodiek die grotendeels wordt vastgelegd in de bouwfysicabijbel NEN7120. Bouwers, architecten en ingenieurs kijken uit naar de bijbehorende normen. Eindelijk hebben zij dan weer een tool waarmee ze 'EPC=' gelabelde “spulletjes” kunnen verzamelen, een installatie en gebouwschil kunnen dimensioneren en het energieverbruik kunnen bepalen.
Alle bouwbelanghebbenden mogen daar, democratisch als we zijn, een bijdrage aan leveren. Vooral de toeleverende industrie laat zich daarin niet onbetuigd. Het gevolg is dat de BENG-norm en de daaraan gekoppelde bouwfysicabijbel, met alle daar weer aan gekoppelde NENNEN, BRL’s, ISSO-NORMEN en andere varianten een ratjetoe van compromissen en bijzondere constructies is geworden. Een voorbeeld: driedubbel glas met daarboven roosters die ervoor zorgen dat koude lucht rechtstreeks de woning inkomt. Het kan gewoon! Gekker kan ik ‘m niet bedenken voor woningen die luchtdicht moeten worden ontworpen. Het grootste probleem is echter dat we met al die rekenmethoden en normen de innovatieruimte weer meer aan het inperken zijn. Afwijkingen van die norm of de toepassing van nieuwe producten kan allen plaatsvinden met dure gelijkwaardigheidsverklaringen die ingenieursbureaus met veel liefde voor je in elkaar draaien.
In deze tijd kan het allemaal veel simpeler. Het is helemaal niet nodig om een energieverbruik per m2 te normeren met daarbij een rekensystematiek die door velen wordt gebruikt als engineeringstool. Vertel gewoon hoeveel kWh energie de gehele woning maximaal mag gebruiken om hem op 21 graden te houden, warm water te leveren, goed te kunnen ventileren en te voeden met duurzame energie. Daar hebben we geen NEN voor nodig maar platte bouwfysicakennis. Zulke prestaties zijn per type en grootte van de woning prima te benoemen. Goed ventileren kunnen we uitdrukken door prestaties te definiëren voor de hoeveelheid fijnstof, CO2, luchtvochtigheid en VOC’s . Performance indicatoren die met bestaande technologie zijn te meten.
Het gevolg is dat aanbieders van woningen en woongebouwen zelf het optimum gaan zoeken tussen prijs, prestatie en de daaraan gekoppelde technologieën. Dat ze zelf de verantwoordelijkheid gaan nemen voor de prestaties van de woning en daar ook op afgerekend gaan worden. Dat ze zelf echte engineeringstools gaan aanschaffen waarmee ze dynamische scenarioanalyses kunnen maken waarmee risico’s gekwantificeerd worden. Met BENG houden we wederom een ingenieurswereld in stand. Een wereld die denkt in projecten. Een wereld die een gebouw ziet als een verzameling losse producten in plaats van een systemisch geheel. Losse producten die ook als losse producten getest en geaccrediteerd moeten worden. Een wereld waarin de belanghebbende industrieën het winnen van een propositie die uit gaat van woonplezier, comfort, gezondheid en echte energieprestaties. Stop daar mee!! De prestaties van een woning passen op één A4.
Een nieuwe wereld creëer je niet door de regels van de oude wereld te veranderen maar door het toepassen van de regels die gelden in die nieuwe wereld.
Inspirator – Opinion leader – Entrepreneur, GIDEON Building Transitions Tribe