In de installatiebranche gaat het al lang niet meer alleen over bricks, maar ook over bytes. De nieuwe sensortechniek levert een stortvloed aan data op. Daarvan bruikbare kennis maken, dat is een kunst die de installatiebranche hard nodig heeft.
Digitale sensoren brengen het gebruik van een gebouw haarfijn in kaart, zelfs tot op het niveau van individuele werkplekken. Het inzicht dat de data uit zo’n ‘digitale schil’ oplevert, zorgt voor een rijkdom aan nieuwe mogelijkheden. Zoals om alleen ruimtes die gebruikt worden te verlichten, te verwarmen of te verkoelen.
Slimmer besparen
Uitgebreid inzicht in het gebruik van gebouwen leidt tot 4 grote voordelen:
- meer comfort voor gebruikers
- minder storingen door slim onderhoud
- een forse energiebesparing
- een langere levensduur van de installaties
Dat sluit naadloos aan op een groeiende druk vanuit de maatschappij op organisaties om te verduurzamen en hun CO2-uitstoot te verlagen. De nieuwe technieken maken flinke besparingen mogelijk, die bovendien duidelijk te boekstaven zijn. Het ligt dan ook voor de hand dat de techniek in smart buildings de komende jaren een hoge vlucht neemt.
Sensortechnologie naar bestaande installaties
Splinternieuwe gebouwen kunnen we van meet af aan smart ontwerpen. Maar voor bestaande panden geldt dat deze sensortechnologie nu meestal naast de bestaande installaties wordt aangebracht. De informatie die dat oplevert, wordt dan apart verwerkt in beslissingen over onder meer energie en onderhoud. Zo is deze geavanceerde technologie voor installatiebedrijven nu vaak iets wat ze ‘erbij doen’ naast hun traditionele werk. Maar dat kan niet lang zo blijven.
Nieuw verdienmodel dankzij data
Sensoren installeren en ruwe data verzamelen, dat is de kunst niet. De vraag is: wat doe je met die gigantische hoeveelheid data? Hoe haal je daaruit de juiste kennis om bijvoorbeeld de energieprestaties van een gebouw te optimaliseren? Nu is dat nog een ‘aanvullende taak’ voor techneuten. Maar dat wordt steeds meer een gespecialiseerde functie voor afgestudeerde data-analisten. Gevoed door de technici ontwikkelen zij slimme algoritmes waarmee die bak met ruwe data een goudmijn wordt.
Hierdoor tekent zich ook een heel nieuw verdienmodel af. Het traditionele model is dat een installatie wordt geleverd, waaraan vervolgens onderhoudsuren worden toegevoegd. Maar dankzij data mining in gebouwen beschikken de installateurs over heel nuttige knowhow over het gebruik van gebouwen en de levenscyclus van installaties. En die kennis kunnen zij vermarkten. Zo heeft de datarevolutie nu ook de installatiebranche bereikt.