Nederland staat voor een grote uitdaging: na 2050 mag er geen aardgas meer gebruikt worden. Dit betekent dat alle nieuwbouw en bestaande bouw van een duurzaam verwarmingssysteem moet worden voorzien. De opdracht is vooral voor de bestaande bouw groot: met 7 miljoen woningen, moet een tempo aangehouden worden van 200.000 woningen per jaar. Als we vandaag beginnen moeten er iedere week 3846 woningen “van het gas los”. Dit is een enorme uitdaging voor de vele betrokkenen. Het is echter lastig uit de startblokken te komen: iedereen is verantwoordelijk, maar niemand is eigenaar.
Complexe opgave
De opgave is op meerdere vlakken complex. Transport van warmte is kostbaar, daarom wil je bron en afname dicht bij elkaar houden. Daarbij is de ‘gelijktijdigheid’ een belangrijke factor; kan je warmte leveren als het gevraagd wordt, of is er energie opslag mogelijk? Discussies over verduurzaming worden soms gevoed vanuit het maatschappelijk sentiment en niet op basis van een objectieve meetlat. Bovendien verandert de omgeving, er komen voortdurend innovaties die nieuwe oplossingen aanbrengen en gebouwen blijven verduurzamen. Door al deze componenten verandert ook de energievraag. De energietransitie vraagt dus om blijvend maatwerk én systeemdenken.
Kansen en innovatie
Energiesystemen hebben interactie met de ruimtelijke omgeving en dat geeft veel kansen. Denk bijvoorbeeld aan het potentieel op restwarmte van de industrie, waterschappen en datacenters. De Dutch Datacenter Association heeft recent aangegeven haar restwarmte gratis ter beschikking te stellen aan afnemers van warmte. Een goede start, waar nu andere partijen aan zet zijn dit nuttig in te zetten.
Een ander voorbeeld betreft de kansen die het ‘elektrificeren’ van onze auto’s biedt. Enerzijds belast dat ons elektriciteitsnet, anderzijds kunnen deze middels bi-directionele laadpalen (Vehicle2Grid) het net ontlasten bij grote piekspanningen en worden daarmee een integraal onderdeel van de energievoorziening.
Betaalbare transitie door integraliteit
Waar wij enthousiast worden over de mogelijkheden en innovaties, kan dit bij afnemers zorgen voor ‘keuzestress’. En aangezien de prijs van duurzame warmte vandaag nog niet concurreert met de lage prijs van aardgas, ontbreekt een goede financiële prikkel. Om naar een betaalbaar en duurzaam systeem over te gaan heeft de overheid een logische rol met subsidies en toeslagen. Minstens zo belangrijk zijn de gebouweigenaren die de kans (of is het verantwoordelijkheid?) hebben hun panden vergaand te verduurzamen inclusief hun energiesysteem. Dat moet tot uitdrukking gaan komen in een betere waardering van duurzaamheid in de business case.
Daarin speelt het bedrijfsleven ook een grote rol. Daar zit de kennis om goede keuzes te maken, gericht innovaties in te voeren, maar ook om snelheid te maken. Het is daarom een gecombineerde inspanning; vandaag handelen vanuit een integraal perspectief. Er is geen ‘one size fits all’ oplossing.
De toekomst vraagt om lef
De energietransitie vraagt om meer dan inhoudelijke kennis van zaken. Bovenal gaat het erom de juiste mentaliteit te hebben: die van willen samenwerken. Het vraagt om nieuwe rollen en nieuwe business modellen van afnemers, bedrijven, kennisinstellingen en overheden: samen vormen zij de partners van het nieuw te bouwen systeem. De energietransitie is complex, en vraagt inzet van ons allen. Wie durft?
Auteur: Jeanke van der Haar, ENGIE
In de aanloop naar het Duurzaam Gebouwd Congres publiceert Duurzaam Gebouwd expertblogs als onderdeel van een 10-punten Expertplan, dat op het congres wordt gepresenteerd. Bekijk de website van het Duurzaam Gebouwd Congres en koop direct kaarten.