10-tallen dan wel 100-en scholen dragen inmiddels de kwalificatie ‘Frisse Scholen’. RVO stelt sinds 2 jaar zelfs een top-15 samen van de meest energiezuinige scholen. Adviesbureau Merosch was in 2016 betrokken bij 5 van scholen uit deze lijst.
Menig bestuurder heeft duurzame en frisse scholen tot een van de topprioriteiten gesteld. Verschillende scholen zijn aangepakt en met de nodige aandacht en tamtam geopend. Maar hoe functioneren de scholen als het rode lint is doorgeknipt en de confetti van de opening is opgeruimd?
Waar komen we vandaan?
Voordat we kijken hoe we het nu doen, is het goed om te beseffen waar we vandaan komen. De scholen die voor 1970 zijn gebouwd, zijn gemiddeld genomen scholen met eenduidige structuren en hoge plafonds. Veelal zonder enige vorm van ventilatie en energetisch en luchttechnisch (lees: tocht) zo lek als een mandje. Dat laatste heeft een voordeel, namelijk de kwaliteit van de binnenlucht voldoet zelden aan de eisen van het huidige en oude bouwbesluit, maar slecht is het zeker niet. Vervolgens beschikken de scholen die gebouwd zijn na 1970 veelal over lage plafonds, zijn ze energetisch beter met roosters in de gevel en mechanische afzuiging. Echter, hier functioneert de installatie zelden goed, staan roosters veelal dicht en wordt niet zelden een zeer slecht binnenluchtkwaliteit gemeten. Tot slot de scholen die zijn gebouwd na 2000. Waar gebalanceerde ventilatie is geïnstalleerd die het goed zou moeten doen, maar wat zeker nog niet altijd het geval is. In theorie is er dus vooruitgang, maar in de praktijk zeker niet! Uit metingen bij honderden scholen waarbij we betrokken zijn, is er helaas geen causaal verband tussen de leeftijd van de scholen en de kwaliteit van het binnenklimaat. Daarnaast is het aantal installaties toegenomen. Maar als het gaat om het bijbehorende technische toezicht, is dit in de meeste situaties niet het geval. Tot slot zijn gebouwen duurder geworden in zowel realisatie als exploitatie.
Wat hebben we gedaan?
Rond 2010 rinkelden er verschillende alarmbellen bij GGD’s en scholen ten aanzien van het slechte binnenklimaat bij scholen. Dit leidde uiteindelijk tot het Frisse Scholen Programma van Eisen en aanscherping van de ventilatienorm in het bouwbesluit. Zeker het Frisse Scholen Programma van Eisen heeft een belangrijke rol gespeeld en speelt het nog steeds om te komen tot gezonde en duurzame scholen. Ook de scholen van het UKP-NESK-programma heeft voor veel kennisontwikkeling over dit thema gezorgd. De scholen die de laatste jaren gebouwd worden, scoren gemiddeld genomen bij oplevering goed. Hierbij worden nog wel te veel ontwerp- en bouwfouten geconstateerd, maar daar ga ik in dit artikel niet verder op in. Dus terecht dat trotse directeuren hun school openen en de confetti rijkelijk de lucht in gaat.
Iedere ketting is zo sterk als de zwakste schakel en de zwakste schakel is nu absoluut de kwaliteit van het opgeleverde en het beheer en onderhoud.'
Ronald Schilt, Merosch
Welke stappen MOETEN we nog zetten?
Toch blijkt dat scholen niet vanaf dag 1 goed functioneren en dat ze naar verloop van tijd – enkele maanden tot jaren – niet goed meer functioneren. We komen nog steeds scholen tegen waar ventilatoren niet zijn aangesloten of waar de school de luchtbehandeling heeft uitgezet, omdat deze te veel herrie of tocht veroorzaakt. Daarnaast komt het voor dat de luchtbehandeling zonder reden al maanden of jaren uit staat, in storing staat en dat filters jaren niet zijn vervangen. Niet zelden wist de school niet eens waar de filters vervangen moesten worden, laat staan dat ze wist waar die zaten. Iedere ketting is zo sterk als de zwakste schakel en de zwakste schakel is nu absoluut de kwaliteit van het opgeleverde en het beheer en onderhoud. Dan komen we uit op de volgende zaken die we echt beter moeten borgen:
- Bij de oplevering: per lokaal luchtdebietmetingen en geluidsmetingen doen, waardoor wordt aangetoond dat aan gestelde eisen wordt voldaan.
- Na de oplevering: permanente meting van de CO2-concentratie in de lokalen om de goede werking continue te bewaken en direct acties ondernemen als dit niet het geval is.
Beide punten vragen geen noemenswaardige meerkosten. De metingen horen bij de leveringseisen. De voorzieningen voor de monitoring van de CO2-concentratie zit in de meeste gevallen al standaard op de luchtbehandelingsunits. Daarin zit het probleem dus niet, maar wel in het bewaken en beheren van de units. En daar wringt de schoen dus.
Scholen zijn zelf vaak onvoldoende bekwaam en installateurs en leveranciers hebben hier in beperkte mate een standaard betaalbare dienst voor.'
Ronald Schilt
De Frisse Scholen wacht
Scholen zijn zelf vaak onvoldoende bekwaam en installateurs en leveranciers hebben hier in beperkte mate een standaard betaalbare dienst voor. Want los van dat dit nog een blinde vlek is voor scholen, ontbreekt het hen aan mankracht en financiën. Vanuit verschillende aanbestedingen die we hebben gedaan, blijkt dat de beheer- en onderhoudskosten (inclusief het vervangen van filters) voor goede ventilatie rond de € 250 tot € 300 per jaar per lokaal exclusief btw bedragen. Dat is enorm veel geld. De belangrijkste reden is dat hier de wet van de grote getallen nog niet geldt en er nog geen bedrijven zijn die hiervoor een nieuwe standaard dienst ontwikkeld hebben. Een eenvoudige berekening van onderdelen (met name de filters) en manuren leert dat de kosten teruggebracht kunnen worden naar minimaal de helft. Een leverancier die overigens goede stappen richting deze doelstelling gezet heeft, is Klimaatgroep Holland. Het is te hopen dat andere grote leveranciers zoals NedAir en Itho Daalderop hierin snel volgen. Dat zij onderhoud en beheer van ventilatiesystemen voor scholen als een nieuwe standaarddienst aanbieden, zodat onze kinderen gegarandeerd en betaalbaar in een gezond binnenklimaat les kunnen krijgen. Ook nadat de confetti is opgeruimd!
Deze expertpost is als marktvisie verschenen in de nieuwe editie van Duurzame Scholen Magazine.