Bram Adema
Directeur CFP Green Buildings, CFP Green Buildings
Auteur: Bram Adema
Ieder land in Europa heeft zijn eigen cultuur en historie in bouw en vastgoed. Waar we in Nederland vanuit de traditie goed in zijn, kun je dan ook niet in heel Europa invoeren. Onze bijzondere situatie is is dat wij in een rivierdelta leven en dat wij daarmee aan zee grenzen.
Een rivierdelta betekent dat er weinig ruimte is, uiteraard veel water en veel mensen op dezelfde plek. Vanuit de geschiedenis zijn mensen zich gaan vestigen waar zoet water is en de mogelijkheid om over water te transporteren.
Dit zorgt voor een ingewikkelde uitgangspositie voor duurzaamheid. Met weinig ruimte en veel mensen kun je ruimtevragende verduurzaming als windmolens niet zomaar realiseren. Zonder bergen en grote getijdenverschillen valt waterkracht grotendeels af. Ons beperkte aantal zonuren en het gematigde klimaat maakt zonne-energie tenslotte niet de meest rendabele optie.
Technologie zal het in de komende 15 jaar mogelijk maken om in Nederland grootschalig energieneutraal te zijn. Met betere zonnepanelen, geothermie en wind op zee kunnen we ons land energie en CO2-neutraal maken. Op dit moment liggen onze beste kansen voor verduurzaming bij het besparen. Energie is een goed voorbeeld van een schaarse grondstof, maar de situatie is vergelijkbaar voor andere grondstoffen, natuur, ruimte en schone lucht.
Onze Nederlandse koppositie in de komende 5 jaar kan zijn: het maximaal besparen op energie, grondstoffen en ruimte en zodanig gebruiken dat ze hernieuwbaar of zo mogelijk oneindig herbruikbaar zijn. De Nederlandse bouw en vastgoed sector kan koploper zijn in het verduurzamen van rivierdelta’s. Je hebt op deze aarde een heleboel deltasteden, kijk naar Londen met de Thames, naar New York met de Hudson of Washington DC met de Potomac. Ons exportproduct zou niet zozeer het helpen verduurzamen van nabij gelegen landen, zoals Duitsland of Frankrijk, moeten zijn. Nederland kan helpen bij stedelijke metropolen, waar verstedelijking tot weinig ruimte heeft geleid en heel efficiënt om moet worden gegaan met energie, grondstoffen en ruimte.
Er zijn innovaties mogelijk op drie gebieden. De eerste is service proposities, product as a service. Nu leven we nog in een maatschappij waarin we meestal dingen verkopen, in de toekomst zullen steeds meer producten een service zijn, waarbij de fabrikant de slimste manier bedenkt om bepaalde gegarandeerde prestaties te leveren. Nederland is een innovatieve diensteneconomie met serviceproducten zoals light as a service, leasing van productiemiddelen en warmteservicenetten. Deze kunnen ervoor zorgen dat, met minimale belasting op het milieu, de juiste innovatieve services verricht worden. Onze innovatieve diensten zouden het eerste specialisme kunnen zijn.
De tweede innovatie ligt binnen de technologie. Er zijn nog veel kansen binnen de (internet) proposities. Bedenk het delen van materialen die nu nog niet ingezet worden of het vinden van nieuwe materialen, zoals nanotechnologie en bio-grondstoffen. Een begin is gemaakt, zo is er een auto van vlas gepresenteerd, een auto van volledige biologische materialen. Technologie bestaat uit nieuwe technieken en materialen inzetten en uit het gebruiken van internet, dit kent nog lang zijn einde niet. Als we over 50 jaar terugkijken, zullen we waarschijnlijk zeggen dat we in 2017 nog maar aan het begin stonden.
De derde innovatie is de samenwerking tussen verschillende partijen. Services kun je alleen maar leveren door de kennis en garanties van partijen samen te voegen en die propositie als één geheel te leveren. Deze echte samenwerking komt pas tot stand als er een integrale waardeketen ontstaat, waarbij de gehele keten hetzelfde doel nastreeft. De gehele keten moet bezig zijn met de optimalisatie van de uitkomst en niet alleen met de optimalisatie van de schakels binnen de keten. De Nederlandse innovatiedelta zou moeten bestaan uit technologische service proposities met een samenwerking tussen alle schakels. Er valt meteen te denken aan de efficiency van het Nederlandse materiaal gebruik, die met weinig materialen een goede functionaliteit nastreeft. Dit is de sleutel van ons voortbestaan van de komende 100 jaar: zonder virgin materials, meer doen. Steden zijn grote gebruikers en vervuilers, dus nog concreter, ons exportproduct zou smart cities moeten zijn waarbij de virgin materials op nul staan en de materialen zo efficiënt mogelijk gebruikt en hergebruikt worden.
Op alle drie de gebieden hebben we landen om ons heen die heel ver zijn. Als het gaat over diensten economie zijn de Denen en Britten verder dan wij en als het gaat over technologie dan is Duitsland een plaats waar ze op grote schaal technologie weten uit te vinden. Als we verder weg kijken, naar Silicon Valley, zouden wij hen eigenlijk onze technologie moeten laten managen. Azië is ook een continent waar ze met hun eigen groei zoveel innovatie financieren dat wij blij mogen zijn als we daaraan bijdragen. Maar als het gaat over samenwerking hebben wij misschien wel de unieke rol in handen. Laten we onze eigen service proposities definiëren en daar de samenwerking zoeken waar wij hem nodig hebben in plaats van samenwerking als doel te hebben.
Online service 'CSR-Manager'
CFP Green Buildings heeft een online service propositie gemaakt. Wij laten iedereen zijn eigen gebouwen verduurzamen met onze online service ‘CSR-Manager’. Daarmee realiseren wij de toegankelijkheid van onze kennis, iedereen kan zijn gebouwen verduurzamen. Ook hebben we onze kennis schaalbaar gemaakt, we kunnen één miljoen gebouwen met dezelfde software bedienen en de service propositie die daarbij hoort kan door iedere installateur geleverd worden. Het is een noodzaak geworden om heel snel de 8 miljoen gebouwen van Nederland te verduurzamen. Daarvoor moeten we een ander model hebben dan het model dat we de afgelopen 100 jaar gehanteerd hebben.
De hele bouwsector en alle gebruikers willen daaraan meewerken. Ze moeten alleen de gezamenlijke business case nog zien te vinden, hiervoor gebruiken ze onze software. Onze bouw en vastgoed sector werkt ambachtelijk, dat staat snelle en schaalbare implementatie nog in de weg. Je zou net zo makkelijk je warmtepomp moeten kunnen laten installeren als een televisie. Het verkrijgen van garantie voor duurzame oplossingen bij bedrijven op de hoek, zoals bij een tv, moet nog gebeuren. Dit hebben we met onze Duurzame Investerings Tool gedaan, deze moet op grote schaal ingevoerd worden. Het verduurzamen van gebouwen moet minder specialistisch werk worden door meer aanbieders.
Kort samengevat, de koploperspositie van de Nederlandse bouw en vastgoed sector is kennis en expertise over het zuinig omgaan met grondstoffen, energie en ruimte voor deltagebieden en smart cities. Dit zouden we kunnen bewerkstelligen door service proposities, technologie en samenwerking. Met de ‘CSR-Manager’ maken wij het via internet mogelijk dat iedereen zijn eigen gebouwen kan verduurzamen. Dit maak verduurzamen toegankelijk, schaalbaar en geeft meer garantie.
Directeur CFP Green Buildings, CFP Green Buildings