Binnenkort neemt de minister van Economische Zaken een beslissing over het vervolg van de salderingsregeling. De huidige regeling loopt tot 2020. In januari is de evaluatie van PWC uitgekomen.De toepassing van zon-PV door kleinverbruikers is sinds de invoering van de terugleververgoeding, in 2011, spectaculair gegroeid. Maar nog lang niet genoeg. Pas 2% van het potentiële dakoppervlak wordt nu benut.
De salderingsregeling heeft óók gezorgd voor behoorlijk draagvlak onder de bevolking. De salderingsregeling de nek omdraaien zou deze groei én het draagvlak flink kunnen verstoren. In mijn ogen is het daarom heel veel waard om de salderingsregeling intact te houden, en met minimaal 5 jaar te verlengen. Maar dan moeten er wel een aantal belemmeringen worden opgelost. De belemmeringen die worden opgevoerd om de salderingsregeling nu al om te bouwen zijn in mijn ogen ook op een andere manier op te lossen.
Belemmering 1: Salderen is te duur voor de overheid
De kosten voor de saldering zijn vergeleken met andere kosten voor de overheid als het gaat om hernieuwbare bronnen.
Bekijk de afbeelding op volledige grootte
Biomassa is het goedkoopst. Daarna windenergie. Grootschalige zonne-energie blijkt iets minder kostbaar dan particuliere zonne-energie. Maar hiernaast moet je eigenlijk nóg een plaatje zetten: hoeveel hernieuwbare energie we uiteindelijk moeten realiseren, en hoeveel uit welke bron maximaal mogelijk is. Dan zou het goed mogelijk zijn dat we uiteindelijk alle verschillende vormen van hernieuwbare bronnen keihard nodig hebben. Hoe veel duurder de salderingsregeling ook is.
Bijvoorbeeld: de aanwezige biomassa in Nederland lijkt nu voor een flink deel al opgesoupeerd te worden door één stadsverwarmingscentrale in Alkmaar. Hoeveel groei is er dan nog mogelijk in biomassa?
Bekijk de afbeelding op volledige grootte
Zo ziet de kostenopbouw van een kWh elektriciteit eruit: 74% is belasting. Tijdens een recente bijeenkomst over dit onderwerp werd twee maal door ambtenaren van het ministerie gezegd, dat de overheidskosten van 80 miljoen euro (aan verminderde belastinginkomsten voor de salderingsregeling) voor het ministerie geen onoverkomelijk bezwaar is.
Belemmering 2: salderen is te duur voor energiebedrijven
Zes cent moet door energiebedrijven betaald worden. En het is goed mogelijk dat zij daar geen zin in hebben. Omdat hiermee de netwerkkosten voor het tijdelijk opvangen en teruggeven van energie niet gedekt worden, en omdat ze op de energiemarkt veel goedkopere energie hopen te kunnen kopen. Maar hoe denken de energiebedrijven dan hun aandeel hernieuwbare energie te vergroten? Ik denk dat zij ook gewoon de groei in consumentenzonnestroom nodig hebben.
Wat de netwerkkosten betreft: ik vind het een terecht punt dat iedereen bijdraagt aan de netwerkkosten, maar de eenvoud van het tegen elkaar weg kunnen strepen van verbruik en opwekking op de meter is ook heel veel waard. Iedereen snapt het en je kunt het zien op je meter. Een oplossing zou kunnen zijn: netwerkkosten per huishouden aanslaan, of de netwerkkosten voor zonnestroom voorlopig buiten beschouwing laten. Ik betaal voor mijn fiets immers ook geen wegenbelasting. En zonnestroom bezitters hebben duizenden euro’s geïnvesteerd om elektriciteit te produceren, dat is ook iets waard.
Belemmering 3: salderen remt vraagsturing en opslag
Binnen de salderingsregeling is er nog geen oplossing voor het bufferen van stroom. Energiebedrijven willen eigenlijk dat de zonnestroom die opgewekt wordt als de zon uitbundig schijnt, niet allemaal tegelijk op het net komt. Dit zou al verbeterd kunnen worden als elk huishouden dat veel zonnestroom opwekt ook een accu zou gebruiken om de bulk aan zonnestroom voor 24 uur op te slaan. Maar omdat je mag salderen, en feitelijk het net dus gebruikt als accu, is de noodzaak van een privé-accu niet hoog.
Dit probleem kan ook worden opgelost buiten de salderingsregeling om. Door een maximum te stellen aan terug te leveren zonnestroom op een bepaald moment. De zonnestroombezitters kunnen dan zelf een accu aanschaffen om eronder te blijven of ze kunnen in clusters (10-15 woningen) zonnestroom via een groepsaccu leveren. Die groepsaccu kan dan van de bewoners of van de energieleverancier zijn.
Belemmering 4: het elektriciteitsnet kan het niet aan
Elektriciteitsnetten in nieuwbouwwijken zijn van betere en hogere capaciteit dan die in de oude binnensteden. Op de ene locatie kan het net dus meer zonnestroom verwerken dan op de andere. Maar dit probleem wordt feitelijk niet veroorzaakt door saldering. Het geeft vooral aan dat er dringend behoefte is aan inzicht in de toestand van het landelijke elektriciteitsnet, op welke locaties het net aan verbetering toe is, en wat dat gaat kosten. Het mag geen argument zijn om zonnestroom op particuliere daken te dwarsbomen.
Overgangsregeling
Ik pleit dus voor een voorzetting van de salderingsregeling tot minstens 5 jaar na 2020. En mocht de minister anders besluiten, dan graag zo spoedig mogelijk inzicht in hoe de regeling voor nieuwe zonnedaken vanaf 2020 eruit ziet, maar vooral óók hoe de overgangsregeling eruit ziet voor de zon-PV systemen die tòt 2020 worden aangelegd. Op dit moment stokt de aanleg van nieuwe zonnedaken om deze reden en dat had niet gehoeven.