ZEN voor jezelf

Misschien wel de mooiste en moeilijkste uitdaging voor een bouwprofessional: je eigen huis bouwen. Wij kregen die kans een kleine drie jaar geleden en inmiddels vordert de bouw. Van het begin af aan stond voor ons vast dat het een comfortabel huis moest worden en vanzelfsprekend ook zeer energiezuinig. ‘ZEN’ dus; al had het Lente-Akkoord die term nog niet gebruikt in dit verband. Een persoonlijk verhaal dit keer, over de realisatie van een zeer energiezuinige nieuwbouwwoning voor onszelf.

Onze ervaring is dat het nog niet meevalt, die rol als opdrachtgever. Het huis maakt deel uit van een kleinschalig project, dat in het late voorjaar van 2013 is gestart als CPO. Wat ons aantrok was de geboden ontwerpvrijheid maar vooral locatie; een wereldplek. Het CPO heeft het proces niet overleeft, maar daarover wellicht een andere keer. De locatie was echter zo aantrekkelijk dat we mee zijn gegaan in de doorstart via een kleine projectontwikkelaar. En nu wordt het gebouwd: een geschakelde semi-bungalow; ons nieuwe huis.

Energieconcept

Voor het energieconcept heb ik geprobeerd een optimale keuze te maken uit concepten, voorbeelden en oplossingen die we als bureau de laatste jaren in projecten hebben toegepast. Daarbij soms beperkt door de locatie, de eigen wensen of de context van het project. Ontwerpen is ook kiezen. Uitgangspunt is vraagbeperking; de eerste stap uit de Trias Energetica en de basis onder Passief Bouwen. Maar niet tot elke prijs, want de locatie is oost-west georiënteerd en vraagt toch om een ruim uitzicht op beek en park. Ook de randvoorwaarde de detaillering gelijk te houden in het project, met verder EPC 0,4-woningen, vormde een beperking; maar met een Rc van 4, 6 en 7-8 voor vloer, gevel en dak gaan we een flinke stap verder dan het bouwbesluitniveau.  

Als energie-adviseur fronsen mijn wenkbrauwen bij zo veel glas op het oosten, maar de bewoner in mij is enthousiast over een licht en open huis. Daarmee sluiten we aan op het Active House concept. Daaruit ontstaat ook het idee van een lichtstrook op het noorden om, zonder risico op hinderlijke zon-instraling en oververhitting, jaar-rond licht binnen te laten in het hart van het huis. Op een koele zomeravond kan de hitte ook makkelijk het huis uit via een raam in die lichtstrook, pal boven het trapgat. Alle glas is triple glas in bijpassende kunststof kozijnen, waar nodig voorzien van zonwering. Met de detaillering streven we naar een verbeterde luchtdichtheid (klasse2); voor de liefhebbers: dat is een qv;10 < 0,4, pakweg de helft van de gebruikelijke hoeveelheid voor een dergelijk ontwerp.

Ventilatie en installatie

We kiezen voor gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning, zodat we zeker zijn van een ventilatiestroom in alle verblijfsruimten onder alle omstandigheden. Dat is een belangrijke les uit het Monicair onderzoek. Maar ook onze eigen ervaring met een EPC 0,8 nieuwbouwhuis met gevelroosters speelde een belangrijke rol, met name het ervaren thermisch en akoestisch discomfort, om het eufemistisch uit te drukken. Door het systeem aan te leggen met kunststof leidingen, in twee zones en met CO2- en vochtsturing, verwachten we een fluisterstille oplossing en een aangenaam binnenklimaat. Onnodig te vermelden dat we ook ruim voldoende mogelijkheid hebben om een raam open te zetten.

Warmte opwekken doen we met een combinatie van een 5 m2 thermische collector gekoppeld aan een multifunctioneel buffervat met een HR107-ketel als back-up. Het wordt dus een woning met een gas-aansluiting. Die keuze verbaast sommigen, maar de uiteindelijke CO2-uitstoot zal zeker niet hoger zijn dan die van een woning met een warmtepomp, die in windstille winternachten zijn stroom toch echt uit een kolencentrale betrekt. Wel kiezen we voor laag-temperatuur afgifte, zodat we in de toekomst ook eenvoudig een andere opwekker kunnen kiezen. Vloerverwarming dus? Dat niet, want we willen een systeem dat we snel kunnen na-regelen op een kille avond; daarom convectoren met een lage waterinhoud.

Opwek

Vanzelfsprekend vormt een flinke hoeveelheid duurzame opwek het sluitstuk van het concept: 22 PV-panelen met 20o op het ZZW gaan naar verwachting elk jaar ruim 5000 kWh leveren. Dat is ruim voldoende voor ons huishoudelijk verbruik en flink wat kilometers met de stekker-hybride. Dat komt bovenop de thermische zonne-energie die op jaarbasis dekkend zal zijn voor ruim 60% van de warmtevraag voor verwarming en tapwater, dankzij het buffervat.

EPC en BENG

Vertaald naar EPC en BENG-criteria levert dat het volgende beeld op:

Criterium

Prestatie

Eis (2015)

EPC

-0,1

< 0,4

BENG-criteria

berekend

voorlopige eis (2020)

1. Energiebehoefte

39,8 kWh_th/m2

< 25 kWh_th/m2

2. Primair fossiel energiegebruik

14,2 kWh / m2

< 25 kWh / m2

3. Aandeel hernieuwbare energie

87%

> 50%

Gezien de flinke hoeveelheid duurzame opwek is het niet verwonderlijk dat er een goede score wordt behaald op de EPC en het resultaat op het tweede BENG criterium (primaire fossiele energie). Wat echt opvalt is de lage score op het eerste BENG-criterium (energiebehoefte). Op het eerste gezicht moet de conclusie zijn dat er onvoldoende aandacht is voor vraagbeperking. Maar de thermische schil is op een niveau dat bij referentiewoningen het criterium goed haalbaar zou moeten zijn. De oorzaak kan worden gevonden in drie aspecten:

Ontwerp en realisatie

Architecten Rob Moritz en Amarens Reitsma van 19 Het Atelier uit Zwolle hebben alle wensen en ideeën uitgewerkt tot een optimaal bruikbare plattegrond met een aantrekkelijk ontwerp. We verheugen ons op een licht huis met uitzicht op park en tuin. Blikvanger wordt de opbouw, met een geïntegreerd zon-PV-dak en een contrasterende geveluitvoering van tegelwerk op een buitengevelisolatiesysteem. Toch maakt het huis visueel deel uit van de twee rijtjes van drie die het project vormen.

Nu is het in handen van het team van aannemersbedrijf Scholte op Reimer, die onder leiding van  Rob op kantoor en Marcel op het werk, hun best doen alles vlekkeloos uit te voeren. We kunnen niet wachten op de zomer!

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Harm Valk