Maarten Dansen
Senior Consultant, Brink Groep
Auteur: Maarten Dansen
Momenteel krijgen vrijwel alle woningeigenaren in Nederland een voorlopig Energielabel door hun brievenbus – al dan niet voorzien van tochtstrip - geduwd. We zijn er met z’n allen in geslaagd het Energielabel zo sterk te vereenvoudigen dat het vrijwel niets meer zegt.
Behalve dan dat je mogelijk in een oude woning woont. Met een minimale inspanning, kunnen we nog net aan de Europese regels voldoen. Natuurlijk moet er naar oplossingen gezocht worden als de markt het gebruik van een energielabel niet oppikt. Maar ik ben er niet van overtuigd dat de juiste weg is gekozen. Het is niet de rol van de overheid om de drempel dermate te verlagen dat vrijwel iedereen kan voldoen.
Ik zie nog steeds ruimte voor een label waar de bewoner om vraagt. Dit in tegenstelling wat veel partijen en onderzoeken beweren: dat bewoners niet zitten te wachten op een label. Want ja, anders hadden de energielabels inmiddels wel een vlucht genomen, nietwaar?
Dat zie ik als de grootste dooddoener voor vernieuwing: “Dat hebben we al geprobeerd, werkt niet!” Misschien hebben we het niet goed geprobeerd. De meeste initiatieven hebben de focus op energie, en dát werkt niet. Liever geld nu voor eenmooiere keuken, dan een besparing over de jaren. Inderdaad, energie interesseert men niet, maar kwaliteit wel.
Tot die conclusie kwam ik tijdens de zoektocht naar mijn eigen woning in Amsterdam. Het is droevig gesteld met de makelaars in deze oververhitte markt. Op mijn vraag of de houten vloer geïsoleerd was, werd vrolijk geantwoord: “Nee, maar als je vloerbedekking neerlegt, scheelt het al een stuk.” De krakkemikkige aangebouwde houten schuur werd vrolijk bij de vierkante meters gerekend, à 5.000 euro per meter. Daar had men geen vergunning voor, maar gelukkig wist de gemeente ervan, dus geen zorgen… Geen enkele moeite om mij, of die vijftig anderen na mij, de spreekwoordelijke kat in de zak te verkopen. Als vastgoedsector hebben we een verantwoordelijkheid om de leken hiertegen te beschermen.
Waar ben ik naar op zoek? Een appartement binnen de ring van Amsterdam, drie kamers, goed openbaar vervoer, een gezonde VVE, een park in de buurt waar ik kan hardlopen, de mogelijkheid om uit te bouwen, een praktische indeling, geen schimmel of giftige stoffen, en niet te hoge vaste lasten. Waarom kan ik daar niet op zoeken? En als staat het vermeld, waarom moet ik op de teksten van een verkopende makelaar vertrouwen?
Als ik de keuze heb tussen een woning mét een stempel van een derde partij, en een soortgelijke woning zonder, dan is mij dat wat waard. Dat is mij zo’n 1% van mijn investering waard, misschien wel meer. Want vertel nou eens, hoe vaak doe je een investering in een woning? Je wilt je kinderen daar laten opgroeien, of je wilt er oud worden, hoeveel is je dat waard? Sterker nog, hoeveel is het de bank waard om te weten dat het appartement een gezonde VVE heeft, dat het goed wordt onderhouden, op een goede locatie ligt en dat het levensloopbestendig is? Of hoeveel korting is het de zorgverzekeraar waard? In die woningen zitten geen giftige stoffen en er hangt een koolmonoxide- en rookdetector. Bekijk de markt, er is zeker nog genoeg ruimte voor kwaliteit.
Mijns inziens is de businesscase goed te maken. En die zijn we met onze participanten aan het maken. Samen met de grote banken, beleggers en woningcorporaties hebben we de behoefte geïnventariseerd, en zijn we een begin aan het maken van een laagdrempelig, slim en goedkoop label dat niet inboet op kwaliteit. Waar we door duurzame kwaliteit breed te beschouwen, er zeker van zijn dat de bewoner er uiteindelijk om zal vragen. Mogelijk komt het label voor mij te laat, maar ik ben ervan overtuigd dat we gezamenlijk veel van die andere woningzoekenden nog kunnen beschermen.
Senior Consultant, Brink Groep