De bouw- en vastgoedwereld heeft steeds beter door welke fantastische vruchten er te plukken zijn van bestaande gebouwen. Niet alleen ‘jong’ is sexy, maar ook ‘oud’ scoort. Daarnaast barst het inmiddels van de – commercieel – succesvolle voorbeelden, geven ook de aanvankelijke sceptici toe.
Bijvoorbeeld in Rotterdam. Hier wordt momenteel een leegstaande kantoorkolos aan de Admiraalkade omgebouwd naar 658 woonstudio’s. Dat kon nadat de waarde van het pand tot een reële marktwaarde was afgeboekt.
Zoals u weet, ben ik een groot voorstander van zo veel mogelijk hergebruik. Als bureau investeren we dan ook veel tijd en energie in het verder brengen van constructief hergebruik. Om die reden zijn we ook het onderzoek naar het Donorskelet gestart. Wat blijkt? Ook veel betonnen leegstaande treurpanden op troosteloze bedrijventerreinen zijn prima in te zetten. Hoe? Door de constructie simpelweg te demonteren en met de tweedehands vloeren, balken en kolommen nieuwe woningen te bouwen. Belangrijkste opgave nu is om een ‘marktplaats’ voor deze donoren en hun ontvangers te ontwikkelen.
Renovatie en herbestemming vragen altijd een scherpe keuze: is het daadwerkelijk een duurzame oplossing op de lange termijn? Wegen de inspanningen die hiervoor nodig zijn op tegen die voor nieuwbouw? Hoe rigoureuzer de constructieve en bouwkundige ingrepen, hoe eerder nieuwbouw soms tóch duurzamer is. Waar het omslagpunt precies ligt, is momenteel eigenlijk niet goed te onderbouwen. Keuzes worden nog vooral gemaakt op basis van de prioriteiten die de eigenaar stelt. Geeft hij voorrang aan de energieprestaties of aan de overall milieuprestaties’?
Voor die energiescore kunnen we de bekende EPC-berekening maken. En voor de milieuprestatie gebruiken we de MPG-berekening. Vooral de laatstgenoemde kent de nodige haken en ogen bij renovatie. De milieubelasting van materialen en dergelijke is nauwkeurig te bepalen. Lastiger is het met de te hanteren levensduur. En juist die scheelt een flinke slok op een borrel. Is de gehanteerde levensduur wel gehaald of moet er nog gerekend worden met een milieulast uit het bestaande casco? Een aanzet voor de rekenmethodiek is overigens op verzoek van SBK door W/E adviseurs opgesteld en is inmiddels te gebruiken.
Om te voorkomen dat we appels met peren vergelijken, is het nodig om de bepaling van energieverbruik en milieulast te integreren. Dat is niet eenvoudig. In plaats van wetenschappelijke vergezichten is vooral een praktische aanpak nodig; concrete hulpmiddelen waarmee we opdrachtgevers, eigenaren en financiers precies kunnen laten zien waarom hergebruik of toch nieuwbouw de meest duurzame oplossing is. Binnen het TKI-KIEM consortium maken we daarvoor momenteel een eerste aanzet. Wordt dus vervolgd.