Stip op de horizon  

Duurzaamheid in de bouw is nog buitengewoon weerbarstig. Gingen we vroeger met gezond verstand gewoon aan de gang en deden zo zeer nuttige kennis en ervaring op, nu wil men liefst ook alle punten en komma’s vooraf weten.

Precies in die anti-innovatiehouding schuilt de kern van de rem die nog altijd op de ontwikkeling van duurzame producten en diensten in onze branche zit. Neem nu de milieuprestatieberekening. Dat is een prima instrument om de milieubelasting van ontwerpen onderling te vergelijken.

Nu is er sinds begin dit jaar de plicht om zo’n berekening bij de omgevingsvergunning in te dienen. Wat zien we? Heel veel partijen die zich op het onderwerp focussen, ieder met een eigen belang, maar vaak zonder het doel om er mee aan de slag te gaan. Een gemiste kans.

Milieulast
Zoals ik in mijn vorige expertpost al schreef: ik ben een groot voorstander van het in het ontwerp betrekken van de milieulast en om dus niet alleen naar de financiële kosten te kijken. Juist in de ontwerpfase zijn alle grote klappen te maken, ook op milieugebied.

Een traditionele betonvloer, een integraal prefab vloersysteem, staal, hout of composiet constructie, op voorhand wordt er nog te vaak voor de een of de ander gekozen op basis van alleen bouwkosten; (innovatieve) duurzame bouwconstructies kunnen zo maar moeilijk doordringen tot de eredivisie. Het spreekt voor zich dat ik collega-constructeurs oproep om de kansen die er op het gebied van het reduceren van de milieulast zijn, met beide handen te grijpen.

Maar die milieulast gaat natuurlijk verder dan alleen de impact van de gebouwen die we ontwerpen. In dat kader van ‘verbeter de wereld, maar begin bij jezelf’ zijn wij met het bureau nu bezig om het ISO14001-certificaat te behalen. Dat proces heeft al de nodige verrassingen opgeleverd.

Zoals de grote interesse en gedrevenheid van de collega’s om de uitstoot van de eigen bedrijfsuitvoering terug te dringen. Gescheiden afval, zo min mogelijk printen, een groene gezamenlijk te gebruiken bedrijfsauto – bij voorkeur natuurlijk een Fisker Karma of Tesla – en digitaal factureren. Maar je ziet ook dat bij de slag van ontwerp naar uitvoering nog veel bijgestuurd moet worden. Waarom geen puingranulaat in funderingspalen? En waarom toch de zware hoofdwapening doorzetten, ook waar hij eigenlijk geen constructieve functie meer heeft? Scherp blijven is dus het devies, op wat wél nodig is en op wat weg kan waar het niet nodig is.

Circulair bouwen
Aansluitend op een zeer inspirerend betoog van Hans Stofberg over circulair bouwen – ‘we moeten gezamenlijk een stip op de horizon zetten waar we met onze duurzame gebouwde omgeving naar toe moeten’ – wil ik ervoor pleiten zo snel mogelijk de database van de milieulast (per vierkante meter bruto vloeroppervlak) voor nieuwbouw te verzamelen. Op basis daarvan kunnen we dan een grenswaardebereik vaststellen en afdeling 5.2 van het bouwbesluit daadwerkelijk effectief in werking laten treden. En net als met de grenswaarde van de EPC al is gebeurd, kunnen we als stip op de horizon het blijven verlagen van de mpg grenswaarde voor nieuwbouw zetten.

Wie kan daar nu tegen zijn?

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door IMd Raadgevende Ingenieurs