Working Alone, Together

Zogenaamde 'co-working spaces' zijn in Nederland een regelrechte hit. In Amsterdam varieert het brede spectrum van bijvoorbeeld werkplekken als The Hub, Station2Station, OfficeOperators, creatieve broedplaatsen en mijn eigen werkplek Spaces.

Voor iedereen wat wils. Elke plek heeft zo zijn eigen dynamiek, type mensen, en de welbekende 'vibe'. Toch is er meer aan de hand dan sec een flexkantoor voor zelfstandigen, of zogenaamde solopreneurs. Want de co-working spaces zijn allang niet meer vergeven aan sec zelfstandig professionals, maar ook aan bedrijven die flexibiliteit willen.

De grootste verhuurtransacties in de Nederlandse kantorenmarkt van de afgelopen jaren vinden in dit segment plaats, doordat grote groepen mensen hiervoor kiezen. Maar is het slechts de flexibiliteit? Nee, natuurlijk is er veel meer. En het is te simpel om te denken dat de achterliggende motivatie het hippe design, de goede koffie(dame) of de gezellige entree is. Het is iets fundamentelers. Iets menselijkers. Bijgaand artikel uit de NY Times, genaamd 'Working Alone, Together', omschrijft naar aanleiding van de praktijkvoorbeelden in New York meer diepgaander waar het nu eigenlijk over gaat.

"The need to feel socially connected is a fundamental human need', zegt Dr. Gajedran van de University of Illinois. En een ander zegt: "People are not getting back for an office, but they are going back to be around people again". We hebben het hier dus over een tegenbeweging van iets heel anders. Als je het omdraait zou je kunnen zeggen: werken kunnen we tegenwoordig overal, maar 'getting connected' niet.

We zetten de werktijd dus in om ons meer verbonden te voelen en contact te maken. Niet alleen de solopreneurs, eenpitters, maar dus ook de bedrijven. Want in steden, wijken en kantoren worden we allemaal omgeven door legio mensen, maar het collectieve verlangen is 'how to get meaningful connected'. Diegene die dat kan creëren op een plaats, gebouw, plein in de stad, zal succes oogsten.

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Marlon Huysmans