Ellis ten Dam
Director Business Development & Innovation, Royal HaskoningDHV
Auteur: Ellis ten Dam
We bevinden ons in een bijzondere tijd, waarin er – gelukkig – steeds meer aandacht is voor het bestaande vastgoed. En daarmee worden ook stappen gemaakt in het verduurzamen ervan. De algemene aanname is dat dit grote ingrepen en investeringen vraagt. Het voorbeeld van de gemeente Nijmegen toont aan waar – juist met vele kleine ingrepen op vele plekken in de portefeuille – het verschil wordt gemaakt.
De gemeente Nijmegen heeft een grote ambitie: zij wil op het gebied van klimaat en energie koploper worden in Nederland. Dat houdt in dat de gemeentelijke organisatie in 2015 klimaatneutraal en in 2030 energieneutraal moet zijn. Om te slagen, is een belangrijke rol weggelegd voor de gemeentelijke vastgoedportefeuille; in Nijmegen verantwoordelijk voor 60% van het energieverbruik en de CO2-uitstoot. Sinds enige jaren ondersteunt Royal HaskoningDHV de gemeente Nijmegen bij het beheer van de vastgoedportefeuille. Het is een brede portefeuille met 600 panden, waaronder scholen, eigen huisvesting, wijkcentra, maar ook theaters en parkeergarages.
Waar letten we op bij verduurzaming van de vastgoedportefeuille?
1. Begin bij monitoren
Plannen maken, ontwerpen, uitvoeren en doorgaan. Daar houdt de vastgoedsector van. Maar het monitoren van gebouwen wordt vaak vergeten. Terwijl monitoren van bestaand vastgoed antwoord geeft op de vraag of de verwachtingen worden waargemaakt en hoe gebruikers met een gebouw omgaan. Vanuit het technisch beheer is er veel informatie beschikbaar over hoe de gebouwen presteren en waar de kansen liggen om te verduurzamen. Vanuit dit overzicht is het mogelijk om verduurzaming in te zetten en verbeterpunten door te voeren.
2. Vliegwiel verduurzaming
Ook investeren in duurzaamheid is in deze tijd lastig. Daarom is er gezocht naar een vliegwiel in de vorm van een revolverend fonds. De opbrengsten van duurzame maatregelen, veelal energiebesparingen, worden teruggebracht in het fonds. Waardoor weer nieuwe maatregelen kunnen worden betaald. In de loop der tijd ontstaat er ruimte voor investeringen waarvoor in eerste instantie geen budget was. Het revolverend fonds is niet alleen een technische, maar ook een organisatorische en financiële opgave. De gemeente verzorgt zelf de financiering; de verschillende gemeentelijke afdelingen leveren een bijdrage en de afdeling vastgoed is eigenaar en treedt sturend op.
Zie ook het eerdere artikel op deze website, waar het opzetten van het revolverend fonds uitgebreider is toegelicht.
3. Alle kleine beetjes helpen
De case in Nijmegen laat zien dat alle kleine beetjes lonen. Vanuit het monitoren van de portefeuille zijn de eerste quick wins bepaald. Met deze opbrengsten is het bescheiden startfonds in het eerste jaar aangevuld. Bijvoorbeeld door de verlichting van een parkeergarage te vervangen door LED-verlichting of hoogfrequente TL5-verlichting. Of beide. Hierdoor worden jaarlijks enkele tientallen duizenden euro’s bespaard. Het lijkt een kleine stap, maar dat is het niet. De jaarlijkse energiebesparingen van meerdere panden leveren elk jaar opnieuw weer een storting in het fonds op. En dat betekent dat er continu stappen worden gezet in het verduurzamen van het bestaande vastgoed.
Tekst: Ellis ten Dam
Director Business Development & Innovation, Royal HaskoningDHV