Wie vanaf 1 januari wil bouwen, moet bij de vergunningaanvraag ook een milieulastberekening indienen. Dat is een goede zaak. Zo’n berekening stimuleert namelijk de ontwikkeling van milieuvriendelijkere oplossingen. Maar dan moeten de sommen wel in de ontwerpfase worden gemaakt, en niet pas achteraf. Juist dat laatste dreigt te gebeuren.
Zoals het woord al zegt, toont een milieulastberekening de belasting die het gevolg is van bouwactiviteiten. Om een voorbeeld te geven: van een bepaald type school van circa 2500 m2 bleek de milieulast van de constructie, volgens de nationale geharmoniseerde rekenmethode, 45.000 euro per jaar. Dat is een relatief abstract bedrag dat niemand letterlijk op tafel hoeft te leggen; het is de prijs die het milieu betaalt, onder andere voor CO2-uitstoot en grondstoffengebruik.
Milieubelasting uitdrukken in een getal is een belangrijke stap in het bewustmaken van partijen dat bouwen inderdáád het milieu belast. Maar nog veel waardevoller zijn dit soort berekeningen om in het ontwerpproces betere, duurzamere keuzes te maken. Met de Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken is precies te zien welke oplossing het milieu minder of juist méér belast.
Het maken van milieulastberekeningen is een cruciaal hulpmiddel om gevoel voor de milieulast van een gebouw te ontwikkelen. Wie de berekeningen voor het eerst maakt, merkt dat de uitkomst soms sterk afwijkt van wat je gevoelsmatig zou verwachten. Zonder die berekeningen bestaat dan ook het gevaar dat vooral traditionele, bekende oplossingen worden gekozen. Daarvan loskomen kost tijd. Alleen door veel berekeningen te maken ontwikkel je fingerspitzengefühl.
Het berekenen van de milieulast heeft de meeste waarde tijdens het ontwerpen – dan kun je nog keuzes maken. Toch is het gevaar groot dat het achteraf zal gebeuren, puur en alleen om aan de verplichting in het Bouwbesluit te voldoen. Dat besluit schrijft namelijk niet voor waaraan een berekening precies moet voldoen. Inmiddels heeft een aantal partijen hier op ingespeeld door gratis online tools aan te bieden. Vaak is daarvan niet duidelijk hoe ze werken en dus weet je ook niet in hoeverre de uitkomst realistisch is.
Globale tools – waarbij je bijvoorbeeld alleen de functie van het gebouw en het soort constructiemateriaal hoeft in te voeren, waarna er met één druk op de knop een milieulast uit rolt – hebben weinig zin. Met zo’n grove benadering is niet te leren aan welke knoppen je tijdens het ontwerp het beste kunt draaien om de milieulast te verlagen. Alleen als iedereen dezelfde getallen en rekenmethoden hanteert, zal het mogelijk worden om de milieulast van gebouwen onderling te vergelijken. Daarvoor is het nodig dat ze minimaal allemaal de Nationale Milieudatabase gebruiken en ook de bijbehorende geharmoniseerde rekenregels.
De milieulastberekening is vooral een belangrijk hulpmiddel om anders te denken over het ontwerpen van gebouwen; om andere, milieuvriendelijkere keuzes te maken; om het milieu inderdaad een integraal onderdeel te laten zijn van de te maken afwegingen, net als functionaliteit, architectuur, techniek, uitvoerbaarheid en kosten. Het zal nog een tijd duren voordat het zover is, maar een belangrijke eerste stap wordt op 1 januari gezet.