1+2=3: over EPC, gemeenten en praktijk
1 EPC in de praktijk realiseren 2 Gemeenten: stop met de 10% aanscherpingsreflex 3 Zet in op daadwerkelijke EPC besparing
1. We moeten de EPC in de praktijk realiseren
Per 1 januari 2011 is de EPC voor woningbouw aangescherpt tot 0,6. Hiermee moet het gebouwgebonden energieverbruik 25% energiezuiniger worden. Het verleden laat echter zien dat de energiewinst lager uitpakt. Uit de evaluatie van de voorlaatste aanscherping (van 1,0 naar 0,8 in 2006, dus 20% aanscherping) bleek de uiteindelijke besparing tussen de 1 en 15% te liggen. Eén van de mogelijke verbeterpunten: de opleverkwaliteit moet omhoog.
De hoogte van de maandelijkse energielasten gaat in de toekomst een steeds grotere rol spelen, maar ook gezondheid en comfort. Daarom is het extra belangrijk om te leveren wat is beloofd. Ontwikkelaars en bouwers moeten er dus voor zorgen dat de nieuwbouw goed wordt opgeleverd: energiezuinig, gezond, comfortabel, met daadwerkelijk lagere energielasten. In de praktijk betekent dit een focus op de uitvoering van ventilatie, isolatie, kierdichting en overige installaties.
2. Veel gemeenten willen de landelijke EPC-eis 'standaard' 10% aanscherpen
Sinds 2007 is er een landelijk kader voor de reductie van de EPC dat is afgesproken binnen het Klimaatakkoord Nederlandse gemeenten (2007-2011) en het Lente-akkoord (2008-2015): 50% energiereductie in 2015, energieneutraal in 2020. Dit kader is zeer ambitieus en heeft vèr strekkende gevolgen voor de gehele nieuwbouwbranche.
Toch treedt bij veel gemeenten nog steeds een Pavlov-effect op: standaard 10% scherper dan de landelijke eis willen halen. Deze 'standaard' was begrijpelijk toen er nog geen landelijk ambitieus kader lag. Vandaag de dag moeten we het echter beschouwen als niet-constructief en geneuzel in de marge. Gemeenten die 25% aan willen scherpen, konden vorig jaar hun innovatieve projecten aanmelden voor Excellente Gebieden. Door het bijbehorende Kennis- en Leertraject kan iedereen van de ervaringen leren.
3. Gezamenlijk de papieren EPC in de praktijk waarmaken
Naar mijn mening kunnen gemeenten veel effectiever hun energiebeleid aanscherpen. Gemeenten zouden in kunnen zetten op een goede controle en handhaving van de uitvoering van de hoge energie-ambities in de bouw. Bijvoorbeeld door de toepassing van Bouwtransparant van de provincie Noord-Holland. Dit is een methodiek waarbij de EPC op de bouwplaats wordt gecontroleerd. Of door actief om de Ventilatieprestatie keuring te vragen of toe te laten passen.
De bouwpartijen zelf zitten ook niet stil. Het besef dringt door dat het anders moet. Vorig jaar is als eerste aanzet de Kop/Staart aanpak ontwikkeld. De essentie van de Kop/Staart benadering is dat ontwikkelaars en ontwikkelende bouwers de verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit van hun eindproduct.
De Kop/Staart aanpak bestaat uit twintig concrete aandachtspunten voor professionele opdrachtgevers, met uitwerking en toelichting. Dit jaar willen we praktijkvoorbeelden verzamelen en beschrijven, ter inspiratie. Er staat ook een stok achter de deur: bij de invoering van het energielabel voor nieuwbouw in uiterlijk 2013 moet de EPC volgens de EPBD Recast (EU regelgeving) in de uitvoering beproefd worden.
Claudia Bouwens
Programmabegeleider Energie & Duurzaamheid at Neprom
Gerelateerde artikelen, events & downloads
Reacties
Energie besparing en natuurlijke ventilatie moeten ten alle tijden een prioriteit zijn in het ontwerp. De keuze van het duurzaam materiaal en de details moeten hier voorrang krijgen boven het esthetisch verhaal. Pas 2 jaar na het gebruik van het gebouw zou men er een EPN test certificering erop kunnen plakken. Bij teveel energieverlies deze gelden via gemeentelijke belasting terug eisen en zo het verkwiste geld terug in de gemeenschap pompen. Op deze manier blijft het de verantwoordelijke achtervolgen en krik je het landelijk besef en niveau omhoog.
Aanscherping en afschaffing van papieren normen gaan goed samen. Zoals de vorige schrijven stelt kun je energieverbruik toetsen, waardoor slecht afgestelde of gebruikte apparatuur zichtbaar wordt. Niet alleen na 2 jaar, maar ook na 4, 6, 8 jaar, zodat ook veranderingen zichtbaar worden. Zo zie je hoe de koelvraag, energieverbruik, mobiliteitsbelasting zich ontwikkelend, waarbij het energieverbruik wordt bepaald voor een gemiddeld jaar met aanpassing voor afwijkend weer. Die toetsing kun je koppelen aan de milieuvergunning en variabele gemeenteheffingen. Nu wordt mobiliteit alleen op papier getoetst met de aanwezigheid van een vervoersplan, de nabijheid van een OV halte en dergelijk. Het zegt weinig over het (blijvend) gebruik. Normen als energie verbruik per m2 of mobiliteitsbelasting per arbeidsplek - anders dan "very good" of "excellent" - maakt deze onderling vergelijkbaar.
De boodschap om te focussen op de realisatie van EPC's kan ik van harte onderschrijven. Maar de boodschap: gemeente, ga aan je werk' is wat mij betreft te kort door de bocht. Kosten en opbrengsten van een effectieve controle komen niet bij dezelfde partij terecht. Dus is er geen systematisch edrive richting effectieve controle. De energieprestatie is het kind van de rekening. Dat is bij uitstek iets om nationaal anders in te richten, zodat de belangen wel in lijn lopen met de kosten van betere controle. Het controlesysteem moet je zo inrichten dat + bouwfouten en energiekostende bezuinigingen in de bouw nog hersteld kunnen worden ipv tot boetes achteraf leiden, + de kosten liggen bij degene die later ook de voordelen heeft, + maar dan wel zodanig gefinancierd dat de betalende partij niet kan gaan voor de korte termijn winst door van controle af te zien. Bouwers, ministeries, gemeenten, corporaties, belangenverenigingen van kopers en huurders: samen aan de slag! En als nik nog even mag: maak dan ook gelijk een eind aan het mogen samentellen en uitmiddelen van EPC's. Je kan nu zonder dat de regels overtreden worden een woning met een aanzienlijk hogere EPC dan wettelijk vereist opgeleverd krijgen omdat die is uitgemiddeld met betere woningen of een zuiniger supermarkt in hetzelfde bouwproject. Mijns inziens betaalt de koper/huurder dan voor niet geleverde kwaliteit. Ik geef het de koper of huurder te doen om zich hiertegen te wapenen... Neprom, breng hier verandering in!