Stelling: De bouwindustrie komt in zwaar weer als ze C2C niet adopteren!
De weken voorafgaand aan het congres Cradle to Cradle 2.0 leggen we diverse Duurzaam Gebouwd-experts en sprekers van het congres de stelling voor: 'De bouwindustrie komt in zwaar weer als ze Cradle to Cradle niet adopteren. Dit keer Duurzaam Gebouwd-expert en spreker op het Cradle to Cradle 2.0 congres architect Jón Kristinsson.
De Nederlandse bouwindustrie is goed voor 20 miljoen ton bouw- en sloopafval (BSA) per jaar. In een meer tastbare eenheid uitgedrukt voor automobilisten is dit materiaal een vierbaans snelweg met vluchtstroken van Delft via Groningen, het Wad over naar Schiermonnikoog en dat per jaar.
Het idee dat de bouwindustrie in nieuwbouw kan overschakelen op demonteerbaar, herbruikbaar en opgewaardeerd bouwafval gaat mijn fantasie te boven. Dit vervangingsprobleem is te ingewikkeld om het kernachtig te kunnen verwoorden. Sinds april 1997 echter heeft de overheid het storten van herbruikbaar BSA verboden.
Om diverse milieuredenen mag het binnen Europa niet hergebruikt worden en belandt het in granulaat vermalers of versnipperaars. Het GreenCalc milieuprogramma is nog altijd een goede meetlat om duurzaamheid van gebouwde omgeving aan te geven.
Collega Renz Peijnenborg heeft enkele jaren geleden gezegd ‘Bouwafval is gebrek aan fantasie’. Deze prikkelende uitspraak spreekt nog steeds tot mijn verbeelding.
Om dicht bij huis te blijven, hierin schuilt een grote arbeidsintensieve waarheid. In eigen woonkamer staat een ronde tafel van sloophout met een tinnen schaal als sluitstuk. Voor het demontabele houten echtelijke bed en de boekenplanken was nog hout over. Oude deuren als legtafels zijn verborgen onder een multiplex plaat. Gebroken betontegels als mozaïek zijn verrassend mooi, eenvoudig en doelmatig als tuinterras. Het oude sanitair uit 1880 en 1950 doet nog steeds dienst, wat bewijst dat een lange nuttige levensduur het wint van een omslachtig hergebruik.
Wat me droevig stemt zijn de door de overheid voorgeschreven lelijke houten KVT kozijnprofielen die hergebruik tegenhouden. Dus altijd blijft van toepassing: ‘A thing of beauty is a joy forever’ en even waar is ‘Goed reizen laat geen sporen na’.
Jón Kristinsson
Zie ook de reactie op de stelling van Douwe Jan Joustra
Gerelateerde artikelen, events & downloads
Reacties
Dat is wel heel erg overdreven. Dacht overigens dat de bouwwereld door heel andere oorzaken in de problemen is gekomen.
Zoals de laatste tijd gebruikelijk in discussies, is de openingszin iet wat provocerend. Wellicht met de doelstelling de lezer te bewegen eerder te reageren dan hij/zij normaal gesproken zou doen. Is wel jammer want een reactie gaat dan mogelijk meer (of deels) over het pareren van de provocatie dan over de inhoud. Tot zo ver mijn reactie over die provocatie. Nu over de inhoud. Het gedachtegoed van C2C is prima, zitten natuurlijk haken en ogen aan waar je je op kunt focussen als je dat wilt maar laten we naar de grote lijnen kijken. Je ontwerp/engineert een gebouw (of wat dan ook) opzettelijk zodanig dat het aan het eind van de gebruiksduur eenvoudig uit een te nemen is in de oorspronkelijke “bouwstenen” die of als zodanig in te zetten zijn voor een ander gebouw, of weer terug te brengen zijn tot de oorspronkelijke grondstoffen waarmee een kwalitatief gelijkwaardig nieuw product samengesteld kan worden. En bij dit alles is er geen afvalcomponent. Stel dat dit zou kunnen…waarom zou iemand hier tegen zijn? De “weerstand” en/of commentaren op C2C gaan m.i. dan ook veel meer over “ongeloof” dan over “onwil”. Een zwak punt van C2C is dat “energie geen rol speelt, want die komt van de zon, en die levert per dag meer dan alle energie die wij mensen nodig hebben”. Helemaal “waar” in absolute zin, zij het dat het omvormen van die energie tot bruikbare voor ons mensen nog even niet helemaal opgelost is. Stel dat het energie vraagstuk opgelost zou zijn…waarom zou iemand er dan nog tegen zijn? C2C stelt dat de uitputting van grondstoffen het “echte” probleem is (ipv energie) en dat eindloos cyclisch gebruik van materialen een noodzaak is of heel binnenkort wordt. Waar of niet, het korte tijd gebruiken van grondstoffen en deze vervolgens ergens “dumpen” of een keer of wat downcyclen en daarna dumpen, kan toch niemand aanspreken. Stel dat eindloos cyclisch grondstoffen gebruik, niet duurder is dan conventioneel…wie is hier dan tegen? (water en lucht zijn ook grondstoffen!) C2C stelt dat producten en processen zodanig ontworpen kunnen worden dat het de complete actie niet schadelijk is maar “goed”, ondersteunend is voor mens en milieu. Stel dat dit waar is…wie wil dat niet? Conclusie: Als je C2C ontrafelt is elk deel ervan iets wat iedereen zou willen. Blijft over: 1. Ongeloof. 2. Het nog niet geheel opgeloste energievraagstuk. Indien het mogelijk blijkt alle C2C-grondbeginselen in een gebouw/gebied te implementeren en dat dit ondanks het energievraagstuk niet duurder blijkt te zijn dan conventioneel…dan is daar toch niemand meer tegen. Ongeloof neem je weg door bewijs. Niet “lullen” over C2C maar “poetsen”. Ik verwacht niet dat de bouwindustrie per definitie in zwaar weer komt als zij C2C niet adopteert, maar denk wel dat zij zich zelf ernstig te kort doet om deze gratis kans te laten liggen.