Aantijgingen metaalbranche onjuist

John Mak van W/E adviseurs gaat nader in op de klachten van de metaalbranche over de transparantie van GreenCalc+ en GPR Gebouw.

In Cobouw en andere media is door de belangenbehartigers van de metaalbranche aan de bel getrokken over criteria die de overheid hanteert voor duurzaam inkopen. De klachten van de metaalbranche gaan over de inhoud en transparantie van de gebruikte methoden, Greencalc+ en GPR Gebouw.

De methoden zouden verkeerde uitgangspunten hanteren voor levensduur en recycling van metalen. En erger, de bedrijven die de methoden beheren luisteren niet naar en staan niet open voor dialoog. Is dat zo?

Open voor discussie
Als ontwikkelaar en, met gemeente Tilburg, eigenaar van GPR Gebouw willen wij graag ons licht laten schijnen op deze klachten over ons instrument en onze werkwijze. Om met de laatste klacht te beginnen, wij staan altijd open voor discussie.

Afgelopen jaren hebben we meerdere keren met vertegenwoordigers van de metaalbranche gesproken. In onze beeldvorming waren dit open en prettige gesprekken. Wij hebben hierin op geen enkele manier geheimzinnig gedaan over de door ons gehanteerde data en uitgangspunten, en onze data ter inzicht en reactie aan de metaalbranche gegeven.

We hebben daar echter, ondanks afspraken, nooit een reactie op ontvangen. De beschuldiging dat met de inbreng van data in ons systeem zeer hoge kosten zijn gemoeid snijden geen hout, daar we voor de gesprekken en opname van data nooit enige kosten in rekening hebben gebracht.

Bepalingsmethode
Ook wij hechten sterk aan een eenduidige bepalingsmethode en een continue verbetering van de benodigde data. Wij zijn dan ook één van de initiatiefnemers van een, door VROM ondersteunt, harmonisatietraject, waarin aan deze doelen gewerkt wordt.

Het traject heeft geresulteerd in een Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken”, inclusief een ‘nationale’ database. GPR Gebouw 4, uitgekomen begin 2010, is reeds gebaseerd op de voorloper van de Bepalingsmethode, namelijk de Handleiding. GreenCalc komt in het najaar met een update waarin de Bepalingsmethode en ook de geharmoniseerde Nationale Database is verwerkt.

Een concept van de methode hebben we vroegtijdig aan de Metaalunie beschikbaar gesteld. De formele lancering zal plaatsvinden gelijk met de lancering van de geharmoniseerde Nationale Database over enkele maanden. Dat de Metaalunie er al wel over beschikt geeft aan welke openheid de instrumenteigenaren betrachten.

Secundair materiaal

Eén van de inhoudelijke klachten is dat de instrumenten een beperkte levensduur voor metalen zou hanteren. Ook dat het percentage hergebruik veel te laag zou zijn. De door ons gehanteerde levensduren zijn ontleend aan de Empirische levensduurcatalogus van bouwproducten. Oftewel, best beschikbare gegevens vanuit de toepassing in de praktijk.

Dat metalen na sloop nog een waarde bezitten, komt tot uiting in de hoge recyclingpercentages die wij hanteren, zoals 95% voor staal. Dat betekent echter niet dat een nieuwe stalen balk of aluminium kozijn dergelijke hoge percentages secundair materiaal bevat, zoals dat wel door de metaalbranche wordt beweerd.

Technisch is dit zeker mogelijk, maar het is niet de praktijk. De instrumenteigenaren hanteren meer realistische getallen van maximaal enkele tientallen %, gebaseerd op de huidige situatie, waarin er een aanzienlijk grotere vraag is naar nieuw materiaal dan vanuit recycling beschikbaar komt.

Alternatief?
Het door de metaalbranche gesuggereerde alternatief voor Greencalc+ en GPR Gebouw, om te gaan werken met het Engelse pakket BREEAM, getuigt van weinig inzicht. De aan de Nederlandse situatie aangepaste versie van dit instrument maakt gebruik van de instrumenten Greencalc+ en GPR Gebouw voor de beoordeling van de milieubelasting van materiaalgebruik.

Ook DGBC, de uitgever van BREEAM-NL, erkent de in GreenCalc en GPR Gebouw opgenomen bepalingsmethode als goed alternatief voor de in BREEAM-UK gebruikte Green Guide. Dat is namelijk een globale methode, die lijkt op de door de industrie verguisde milieuvoorkeurslijsten die vijftien jaar geleden in Nederland werden gebruikt.

Constructief samenwerken
Wellicht heeft het met de economische situatie op de wereldmarkt en de grote vraag vanuit sterk ontwikkelende landen als China en India te maken dat de metaalbranche zich op deze wijze roert. Positief is in ieder geval dat organisaties in de bouw zich serieus zijn gaan bezig houden met het milieu. Dat is bemoedigend!

Wat betreft de wijze waarop dit gebeurt kan de metaalbranche een voorbeeld nemen aan een belangenvertegenwoordiger als NEPROM. Niet meer met de hakken in het zand, maar constructief samenwerken aan een duurzame toekomst.

Artikel Cobouw: GPR Gebouw laakt kritiek duurzaamheidspakketten

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door John Mak