Paul van Bergen
directeur DGMR, DGMR
Auteur: Paul van Bergen
Was 2009 het jaar van de economisch crisis, dan was dat niet te merken bij de bouwprojecten die in 2009 van start gingen of waarvan de bouw gestart is.
Het duizelde aan ambities en krachttermen waarmee beweerd werd dat het ene project nog duurzamer was dan het andere. Termen als CO2- en klimaatneutraal, excellent, een index van 1000, platinum enzovoorts werden en worden nog steeds in projecten gebruikt om aan te geven dat duurzaamheid onderscheidend is en een promotie/kwaliteit argument is geworden.
Hierin schuilt echter ook een bedreiging als het ons niet lukt om het onderwerp duurzaamheid structureel in al onze processen te verankeren en te leren van de projecten die we al gerealiseerd hebben. Het wordt anders een gimmick.
Label of reductie
Als adviseur heb ik afgelopen jaar mee mogen werken aan een groot aantal selecties en prijsvragen waarbij het opviel dat duurzaamheid een zeer belangrijk beoordelingscriterium was bij de definitieve keuze en selectie.
Ieder programma van eisen of selectiedocument benadrukte het belang van duurzaamheid maar het bleef helaas in ieder programma van eisen steken bij het noemen van een duurzaamheidslabel of reductie doelstelling als gewenste eis of als doel.
Het halen van alleen een label mag nooit het doel zijn!
Een echte duurzaam ontwerp en een integraal ontwerp- en realisatieproces zou het doel van ieder project moeten zijn waarbij een duurzaamheid beoordelings- of meetmethodiek een hulpmiddel moet zijn! Dit gebeurt helaas zelden. Ik zal dat nader toelichten.
EPC-reductie of meetmethode
Nog steeds worden projecten gestart met een programma van eisen gebaseerd op ‘marktconforme’ en dus traditionele eisen en uitgangspunten waar dan als extra eis ‘duurzaamheid’ aan wordt toegevoegd. De duurzaamheidambities wordt dan vaak vertaald in een EPC-reductie en het noemen van een meetmethode zoals Breeam, Greencalc+ of GPR met een score om de ambitie vast te leggen. Of het traditionele PVE ‘past’ op de gewenste score weet men niet, dat is dan ook meestal niet het geval.
Vervolgens wordt, vaak Europees bij overheids- of semi-overheidsprojecten zoals onderwijsgebouwen, een architect gezocht die moeten aantonen dat hij al vele hoge duurzaamheidsscores heeft behaald en die wordt vervolgens geselecteerd op een visie, wat vaak al een ontwerp moet zijn, waarin alleen ‘hij’ moet aantonen dat het voldoet aan de gewenste duurzaamheidscore! Is die betreffende architect zo slim en pro-actief geweest om die visie en dat ontwerp samen met integraal denkende adviseurs of andere partners te ontwikkelen, dan speelt dat bij het vervolg geen rol.
De adviseurs worden vervolgens ook gewoon Europees getenderd waarbij niet de proceskwaliteiten maar waarbij de laagste prijs van de adviseur (weinig uren te besteden) de toevallige samenstelling van het team bepaald. En dan nu integraal samenwerken? Het resultaat is het gebouw wat we al kennen opgeleukt met wat technisch apparaten.
Hetzelfde proces herhaald zich bij de aanbesteding. De aannemer die de meest economische aanbieding heeft, dus de laagste prijs, krijgt het werk gegund en zonder dat je als opdrachtgever invloed hebt op de onderaannemers en producenten word je bestookt met alternatieven en zogenaamde gelijkwaardige producten die je nou juist niet in je eigen gebouw had willen hebben. Je mag zelf namelijk niet een gewenst product, leverancier of een onderaannemer dwingend voorschrijven.
Valkuil
We stappen dagelijks in de valkuil waarbij we roepen om duurzaamheid maar onze ontwerp-, realisatie en managementprocessen niet durven aan te passen. Opdrachtgevers, wees creatief een start je project met een herbezinning op je programma, selecteer een team en niet alleen een architect en durf weer verantwoordelijkheid te nemen bij de realisatie van je project of geef het realisatieteam die verantwoordelijkheid.
We hebben creatievere en integrale processen nodig om te komen tot duurzame ontwerpen en een nieuwe generatie gebouwen die echt een oplossing zijn voor de klimaatcrisis die ook in 2010 nog volop om zich heen zal grijpen.
Paul van Bergen
Ir. P.J. van Bergen is directeur bij DGMR en adviseur op het gebied van duurzaamheid in de gebouwde omgeving. DGMR is een adviesbureau dat onder andere gespecialiseerd is in duurzame gebieds- en gebouwontwikkelingen. DGMR is ontwikkelaar van het instrument Greencalc+ en is mede initiatiefnemer van de GreenCity Calculator. Paul van Bergen is expert van de website www.duurzaamgebouwd.nl.
directeur DGMR, DGMR