Ecobuild: Britten zetten in op nul-emissie ontwikkeling

Halen andere landen ons op het vlak van duurzaam bouwen in? Wie op Ecobuild rondliep kreeg de indruk van wel.

De Britse beurs voor duurzaam bouwen – in Londens Earl's Court – is de laatste jaren enorm gegroeid, tot de grootte van de hele Nederlandse Bouwbeurs. Ecobuild is in omvang nog maar net kleiner dan de reguliere Britse bouwbeurs in Birmingham. En dat terwijl de Angelsaksen nakomelingen waren in dubo-land... We namen er deze week een kijkje.

Crisis
Het merendeel van de exposanten op Ecobuild kwam natuurlijk uit het Verenigd Koninkrijk, maar er waren ook veel andere landen uit Europa en daarbuiten vertegenwoordigd. We konden echter geen Nederlandse inbreng ontdekken. Ligt dit aan de recente Nederlandse bouwbeurs, is het de crisis, of is er iets anders aan de hand?

Zero Emission Development
Ecobuild legde een aantal verschillen bloot tussen de Britse en Nederlandse aandacht voor duurzaam bouwen. Zo is er in Groot-Brittannië veel aandacht voor emissieloos bouwen. In Nederland zouden we dit wellicht Cradle to Cradle-bouwen noemen, maar bij de Engelsen geen was die term nergens te vinden, en dat is misschien wel verstandig ook.

De vele stands met biotische bouwmaterialen (hout, wol, vlas, stro, vilt van kledingafval, …) combineerden goed met een gunstig energie- en CO2-profiel van een gebouw. We zagen een volledig uit hout geconstrueerd huis, waarbij geen enkel metalen bevestigingsmiddel was gebruikt. Deze Zero Emission Development (ZED) is ooit gestart met een project van architect Bill Dunster in Beddington (BedZED) en het was hoopgevend te zien dat er inmiddels meer volgelingen zijn.

Recycleproducten
Naast de ruime aandacht voor biotische materialen troffen we ook veel recycleproducten aan. Die hebben we op zich ook in Nederland, maar opvallend waren de recycleproducten met meer positieve effecten.

Zo werd een demontabel gevelbegroeiingssysteem gedomonstreerd dat gebaseerd is op luchtige platen van gerecycleerde kunststoffen (die nergens anders meer voor kunnen worden gebruikt). Plantenzaadjes worden over de platen gestrooid, nestelen zich met hun wortels in de spleten en poriën en groeien dan vanzelf tot een groene facade. Door capillaire werking van de platen hoeven deze alleen maar in een natte goot te worden gezet om de planten van water te voorzien. Redelijk briljant, en het zag er prachtig uit.

Groene gevels kwamen we meermaals tegen, gebaseerd op het eerder genoemde voorbeeld van 'hydroponics', in verticale plantenbakjes met waterslangen voor de bevochtiging, of simpelweg klimmend langs rekken.

Meer aandacht voor de groene gevel
U weet waarschijnlijk dat groene gevels niet alleen esthetisch zijn maar ook bijdragen aan het microklimaat en de biodiversiteit in de stad. Daarnaast helpen ze bij het passief koelen van steden en gebouwen en vermindering van de warmteoverdracht van gevels aan langsstromende wind. Daarom verdienen de weinige projecten in Nederland met een groene gevel – bijv. het Mercator Sportplaza in Amsterdam (architect Ton Venhoeven) en TNT in Hoofddorp (architect Paul de Ruiter) – navolging in elke gemeente die klimaatadaptatie serieus neemt.

Geen PV roofing systeem
Getuige Ecobuild is Groot-Brittannië ook helemaal aan de zonne-energie, en dan vooral de vacuümcollector (voor een zonneboilersysteem). Deze variant op onze saaie plaatcollector kende veel exposanten. Ook PV kwam in alle soorten en maten voor. We misten alleen het lucratieve PV-roofing systeem, dakbanen met erin geïntegreerde PV-cellen, die gewoon als normale bitumen kunnen worden gelegd. De producenten hiervan komen uit Scandinavië, maar we konden ze niet vinden tussen de aanwezige Noren en Denen.

Verticale collector
De collectoren met vacuümbuizen presteren het jaar door beter dan de zwarte platen en kunnen bovendien verticaal in de gevel worden toegepast, wat veel architecten een deugd zal doen. Ten opzichte van ligging op een dak, onder de ideale hoek, levert een verticale collector misschien een kleinere piekopbrengst op, maar die treedt juist op in de hete zomer, als het niet nodig is.

Verticale collectoren kunnen zowel de zuid- als west- en oostgevel bekleden en hebben dan het hele jaar door een constante opbrengst. Zegt de ETH Zürich, dus dan is het waar…

Obligate snufjes
Naast het eerder genoemde waren er natuurlijk de obligate installatietechnische snufjes. We waanden ons in een reclame van Albert Heijn toen we een Led-lichtentoko passeerden. Die demonstreerde veel varianten op het simpele enkelvoudige Led-lampje. In de korte periode tot verblinding zag dat er indrukwekkend uit.

Zo duizelden we van de ene naar de andere stand en kochten een Green Building Bible. Kijk, die hebben we nog niet in Nederland. Van de verbazing liet ik zomaar mijn portemonnee liggen, maar ook op dit punt toonde Engeland zich van zijn beste kant: hij werd netjes bij de organisatie afgegeven. Met inhoud.

Schaam u niet
Met Ecobuild als maatstaf lijkt het Verenigd Koninkrijk hard op weg om Nederland in te halen op duurzaamheidsvlak, als het dat al niet heeft gedaan. Wat me bijbleef: de Britse markt schaamt zich niet voor natuurlijke materialen, recycleproducten en groene gevels. Dat zou Nederland ook moeten doen. En ga nou ook gewoon nul-emissiewoningen bouwen!

Foto's:
1. Lekker uitrusten op een dam van grasdak
2. ZED-woningen
3. Discowand? Nee, vacuümzonnecollector
4. Groene gevel 2, op recyclekunststofplaten
5. Detail van groene gevel 2 – groei je eigen tuinkers!
6. LedD-lampenland

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door TU Delft