Het Cradle to Cradle-geïnspireerde gemeentehuis van gemeente Venlo was de uitvalsbasis voor het Duurzaam Gebouwd seminar Circulair Bouwen. Visies vanuit de gemeente zelf, Alba Concepts en LIAG Architecten gaven een unieke inzage in circulaire bouwprocessen. “Bepaal als opdrachtgever circulaire ambities, stel de juiste vragen aan het begin van het proces en stel businesscases op.”
Dagvoorzitter Ronald Schilt noemde ‘3 notities’ die actuele ontwikkelingen rondom circulariteit illustreerden. Als eerste refereerde hij naar de blog ‘Wat als het lineair veel sneller gaat’ van Jan Willem van de Groep. “Onze duurzaamheidsgoeroe beschrijft hier dat de effecten van Madaster [online bibliotheek van materialen, red.] pas zichtbaar worden als gebouwen, bouwdelen of grondstoffen weer terug de keten in komen en een tweede leven krijgen.”
Een tweede recente pijler is een onderzoek over de impact van circulair bouwen op bouw- en investeringskosten. “Hieruit blijkt dat de berekende investeringskosten tussen 14% en 24% meer bedragen dan kosten voor traditionele bouw.” Als derde en laatste notitie haalde Schilt de nieuwbouw van het circulaire kantoor van Merosch aan. “Hier laten we met een GPR van meer dan 9 zien dat we niet alleen energieneutraal maar zelfs energieleverend en gasloos kunnen zijn, met de juiste ambitiestelling.”
Andere kijk op materialen en financiën
De gemeente Venlo deelt de duurzame drijfveer, met een solide focus op circulariteit en Cradle to Cradle in het bijzonder. “De afgelopen tijd stond in het teken van het C2C-jaar, waarin we onder andere het C2C Congress organiseerden om een verhaal te vertellen”, vertelt managing director Michel Weijers van C2C ExpoLAB. In dit jaar liet de gemeente zien wat het gevolg is van samenwerkingen op dit thema met burgers en instanties. “De ontwikkeling van het stadskantoor diende als voorbeeld voor ondernemers en opdrachtgevers in de regio. Bij de realisatie van het kantoor keken we op een andere manier naar materialen en opbrengst van investeringen.”
Op het vlak van materialen maakte het projectteam, bestaande uit onder andere C2C ExpoLAB, afspraken over restwaarde. “Door goed met leveranciers te overleggen hebben we verschillende elementen in het gebouw zitten die we er ook weer uit kunnen halen. Dit zijn materialen met een restwaarde, zonder giftige stoffen.” Ook op het vlak van financiën werd geïnnoveerd. “We keken op een andere manier naar geld, waarbij we niet het break even point maar de cashflow voorop stelden. Uiteindelijk is de extra investering van 3,4 miljoen euro een goede zet geweest. Hierdoor hebben we onder andere zonnecellen en een WKO kunnen installeren, en dat leverde ons vanaf het tweede jaar al een positieve cashflow op. Kortom: de hogere kapitaallast als gevolg van de meerinvestering werd vrijwel direct gecompenseerd door lagere exploitatielaten.”
Gezond en niet giftig
Er valt niet alleen een belangrijke les te leren uit anders omgaan met financiën. “We stelden een plan van aanpak op om voor ons vast te stellen hoe circulariteit eruitziet. Wij wilden bijvoorbeeld weten wat de kwaliteit is van het meubilair: als het gezond en niet giftig is, dan heeft het een restwaarde. Op de oude locatie moesten we geld betalen om de oude meubels op te halen, omdat het chemisch afval was.” Daarom zijn gezonde materialen om terug te brengen in de kringloop essentieel. “Stel je de vraag ‘Kunnen we deze elementen ooit uit het gebouw halen en terugbrengen?’ en ‘Hebben de materialen een restwaarde?’
Diezelfde vragen stelde Alba Concepts zichzelf bij de aanbesteding van de duurzame Holland Casino vestiging in Venlo. “Het oude casino is behoorlijk verouderd en heeft onvoldoende capaciteit”, vertelt partner Jim Teunizen van Alba Concepts. “We kozen voor duurzame nieuwbouw op een goed bereikbare uitleglocatie, want als je dan nieuw bouwt doet, dan moet je het ook goed doen. Hierbij ligt de nadruk enerzijds op het vastgoed en de materialen die we hiervoor gebruiken en anderzijds op de primaire processen en het verbeteren hiervan.”
Raamwerk met circulariteitsafspraken
Op basis van een duurzaamheidsraamwerk dachten de diverse partijen na over onder andere de investeringen in duurzame materialen. “Die worden bijvoorbeeld in maximaal 10 jaar terugverdiend. Een raamwerk is essentieel, omdat je kunt terugvallen op vooraf gemaakte afspraken. We hebben het thema duurzaamheid en circulariteit uitvoerig behandeld in de visie en dit is door Gensler (interieur) en MVSA (exterieur) in het ontwerp uitgewerkt.”
Uiteindelijk heeft dit geleid tot een iconisch gebouw met een grote verscheidenheid aan duurzaamheids maatregelen om het gewenste resultaat te behalen. “Energetisch is het gebouw beter dan de BENG-eisen. Daarnaast is bij de constructie veel aandacht geweest voor een verantwoorde herkomst van materialen en hoge mate van losmaakbaarheid. De houten ‘bloemstructuur’ start vanuit de centrale bar en de gevel bestaat uit glazen pailletten die met LED worden aangelicht voor het ‘wow’-effect. Verder maakt het gebouw gebruik van de nieuwste verlichtingsconcepten en worden de liften afgerekend op basis van gebruik. Ook gaat het casino gebruik maken van het concept Pay per Lux van Philips, waarbij je betaalt voor het gebruik van licht.”
Bij de aanschaf van producten ligt de focus op Nederlandse markt en liefst bij lokale leveranciers. Er zit wel een kostenplaatje aan circulaire bouw. “Je bent gemiddeld genomen duurder uit. Maar zoals Michel al aangaf: door vooraf een hogere investering te doen, pluk je daar de vruchten van tijdens de exploitatie. Wij proberen afspraken te maken met leveranciers, waarbij producten tegen (nagenoeg) de initiële investering worden teruggenomen door leveranciers.”
Circulaire en gezonde werkomgeving
Venlo heeft niet als enige alle circulaire troeven in handen. Ook in Den Haag is aan een duurzame, circulaire en gezonde werkomgeving gewerkt door ZOOOW!, Copper8 en LIAG Architecten. “We leveren gedurende de bouwopdracht van deze locatie doorlopende diensten voor 7 jaar lang”, vertelt architect Thomas Bögl over deze casus. “We zijn langdurig verantwoordelijk en betrokken om de circulariteit in het centrum te borgen.”
Vooraf werden afspraken gemaakt over de elementen en materialen die we konden inzetten. “Zo hebben we het tapijt voor een deel uit een ander kantoor kunnen gebruiken. Daarnaast zijn een aantal wanden meeverhuisd van het oude kantoor en de nieuw te plaatsen wanden zijn vervaardigd van restantprofielen in diverse kleuren. De glaspanelen zijn van snijverlies gemaakt.” Daarbij onderstreept Bögl het belang van heldere afspraken over restwaarde en verregaande samenwerking. “Je maakt het als architect nog niet vaak mee dat je 7 jaar lang verantwoordelijk bent voor de circulariteit en gezondheid van een gebouw. Dat is ook voor ons een sprong in het diepe, maar wel één die we met beide handen aangrijpen.”