Vier het leven … maar leef duurzaam

Bram Adema timmert met CFP Green Buildings stevig aan de weg. Alles wat hij in gang zet moet bijdragen tot een duurzame gebouwde omgeving. Inmiddels ook buiten onze landsgrenzen. Dit jaar zet hij met CFP vol in op het oplossen van de vraag hoe verduurzamen betaalbaar is te maken.

Wat maakt u zo betrokken bij verduurzaming?

“Toen ik 2001 begon met het verduurzamen van gebouwen interesseerde niemand dat. Dus ik begon daar gewoon mee en vervolgens kwam ook vaker de vraag waarom ik dat deed. Ik dacht dan echt ‘Hoe kun je die vraag stellen, het is toch normaal?’. We willen zo min mogelijk fossiele energie gebruiken en zo goed mogelijk voor de aarde zijn, dus hoe kan je de kans om gebouwen te verduurzamen laten liggen? Noem het een rationele benadering. Ik denk dat die voortkomt uit waar ik ben opgegroeid. Dat was in een boerendorp, Woubrugge. Mijn ouders kwamen uit de stad en als 7-jarig kereltje stookte ik fikkie en sprong ik over slootjes. Ik was klein en eindigde ik altijd middenin zo’n vies mestslootje. Als je dan pech had bleek de koe in het weiland waar je naartoe was gesprongen een stier en dan moest je maken dat je wegkwam. Dus weer de sloot over en dat haalde ik dan niet. Je kunt je voorstellen hoe ik er na zo’n tocht uitzag en de blubber was er zelfs onder de douche nauwelijks af te krijgen.” 

Nederlandse natuur … 

“Ja, en in de weekenden als je niet naar school hoefde, leerde ik zeilen en windsurfen. In de natuur zijn was voor mij een soort constante. Ik was er altijd in om te spelen en ervan te genieten. Zag je een fazant, dan was dat iets bijzonders. Tegelijkertijd zat ik op school met kinderen van boeren en tuinders. Ik mocht nooit bij ze spelen, want mijn ouders waren bang dat mij iets zou gebeuren. Ieder jaar kwam er wel ergens in de buurt een kind onder een trekker of iets dergelijks. Vroeg je aan die boeren naar ‘de natuur’ dan kenden ze dat niet. Ze verbouwden bijvoorbeeld spruiten en daar zorgden ze goed voor met als motto dat als zij niet goed voor het land zouden zorgen, dat land het  ook niet voor hen zou doen. Die overtuiging maakte van mij een ‘praktische liefhebber’ van de natuur. Praktisch in die zin dat als het geen resultaat geeft, dan wil ik het niet. En als iemand zorgt dat het beter gaat, dan maakt het mij niet uit dat hij voor het geld doet. En aan de andere kant houd ik van de natuur. Ik leef echt op als ik op het water ben of in de bergen.”

Was dat de aanzet tot het bedrijfsmodel van CFP?

“Ik ben eigenlijk bij toeval met de verduurzaming van gebouwen begonnen. In 2001 zag ik bij Stork dat er onder meer in de bouw veel verspilling was van materialen. De techniek van Stork en de energiekennis van Essent brachten we daarom onder in één bedrijf, Smartest Buildings. Er gebeurde echter pas echt iets met mij toen ik in 2009 in de VS was. Daar was ik betrokken bij de verduurzaming van de Nederlandse ambassade. Wat mij opviel was dat waar we onszelf in Nederland als het beste jongetje van de klas zagen, we inmiddels waren ingehaald door de Amerikanen. Zo bleek de Toyota Prius toen al de best verkopende auto daar. En overal in Washington DC zag je LEED Gold- en Platinum-gecertificeerde gebouwen. Je zag energiebesparing en er waren Energy Star-projecten [door de overheid gelanceerd om energiebesparing te
promoten, red.]. In Nederland zagen we Amerikanen nog steeds als het domste volk op aarde met hun vieze grote auto’s en fossiele brandstoffen. Maar er gebeurde in de VS toen meer op het gebied van duurzaamheid dan in Nederland. Ik realiseerde me dat we in Nederland moesten oppassen dat we niet achterop zouden raken en afzakken tot onderaan de lijst. Dat is helaas intussen wel gelukt, ik zag dat 10 jaar geleden al aankomen.”

Wat deed u met dat besef?

“Terug in Nederland is toen de bedrijfsstrategie van Smartest Buildings aangepast en volledig gericht op het verduurzamen van gebouwen onder de naam CFP Green
Buildings.” 

CFP heeft softwaretools ontwikkeld die helpen bij verduurzamingskeuzes. Wat zijn de plannen daarmee? 

“Onze plannen gaan vooral over het wegnemen van drempels. Iedereen is nu wel overtuigd van het belang van de energietransitie en van circulariteit. Maar we merken dat de stap zetten naar echte actie achterblijft. Tien jaar geleden wist niemand waarom en wat er moest gebeuren. Nu zitten mensen tegen de drempel aan dat ze wel weten dat ze iets moeten doen, maar niet hoe. Bij de energietransitie voor gebouwen en woningen gaat het naast de vraag wat men moet doen ook om de antwoorden op vragen als ‘Hoe vind ik een installateur of aannemer?’ en ‘Hoe regel ik de financiering zonder dat ik daarvoor in moet leveren?’. Onzekerheid is er ook over materiaalkeuzes omdat techniek zo snel gaat dat keuzes van nu verouderd zijn over vijf jaar. We gaan met CFP op al die gebieden het risico wegnemen. Dus als je als particulier investeert dat je dan geen vakantie hoeft af te zeggen. Of als een bedrijf een investering in verduurzaming doet het niet hoeft te korten op innovatie. We willen ervoor zorgen dat je precies weet wat je doet. Dat je ‘no-regret’-maatregelen kunt nemen.”

Hoe gaat CFP dat doen?

“We maken daarvoor een soort ecosysteem waarin de bank, de installateur en het vastgoedmanagement ervoor zorgen dat jij als persoon zonder risico die maatregelen kunt nemen. En dat zonder dat het ten koste gaat van je gewone leven. Bedenk dat je nu niet bij een bank hoeft aan te kloppen voor kleine bedragen die je wilt investeren. Wij willen dat wel bieden en het net zo makkelijk maken als dat je geld pint. Bij de energiebedrijven willen wij ervoor zorgen dat ze je garanderen dat de technische investering die je gaat doen ook duurzaam is en een gegarandeerde besparing oplevert. Bij je vastgoedbedrijf en installateur willen we ervoor zorgen dat ze je helpen alsof ze een adviseur zijn. Eigenlijk willen we iedereen helpen om zonder risico’s te verduurzamen. De door ons ontwikkelde tools zijn daarvoor een platform. Daarmee is vast te stellen wat en waarop bespaard kan worden. Om innovatie met garanties via het platform mogelijk te maken, bewerken we nu de partijen waarmee we samenwerken. Zo willen we ook de verschillende belangen samenbrengen, bijvoorbeeld van huurder en verhuurder. Nu vormen onze CSR-tools nog een platform voor het invullen van de business case. Daaraan willen we toevoegen dat je de uitvoering ook voor elkaar krijgt.”

De genoemde partijen werken al met CFP samen?

“Deze partijen zijn allemaal al klant en nemen onze software af. Zo stelt Nuon onze software ter beschikking van hun klanten. Nu kijken we samen met hen hoe Nuon de energierekening kan gebruiken om af te rekenen voor die dienstverlening. Ook kijken we met de banken naar nieuwe financieringsmogelijkheden, denk aan leasing.”

Op welke doelgroep richt u zich hiermee?

“Kantoren, industrie, distributiecentra, zorgvastgoed. Maar ook de woningconsument. Om die te bereiken is echter  een vak apart. We zijn niet de enige die het daar moeilijk mee heeft. Alle grote banken bieden producten aan voor de particuliere markt, maar de conversie is minder dan 2%. We hikken allemaal tegen het feit aan dat particulieren niet massaal hun huizen verduurzamen. Als CFP zijn we betrokken bij verduurzamen van woningen van zakelijke eigenaren, maar particulieren is echt een ander verhaal en daar moeten we nu mee beginnen. Onze drie acties voor dit jaar zijn dan ook de energietransitie zonder risico’s maken, de circulaire economie concreet te maken en als derde actie de woningenmarkt oppakken.”

Op het CFP congres zag ik dat u activiteiten van ver buiten Nederland presenteerde aan de zaal. Was uw doel een spiegel voorhouden?

“Het belang van naar het buitenland kijken en er ook naartoe gaan is dat je beter kunt zien hoe wij zijn hier in Nederland. Wij denken hier dat als je drie dagen geen toegang hebt tot je mobiele telefoon dat dat zo’n beetje het einde van je leven is. Loop je, zoals ik heb gedaan, met Masaileider Ezekiel Katato, dan word je je bewust van hoe verslaafd we hier zijn aan die technologie. Daar is de belangrijkste vraag ‘Zou het gaan regenen, zodat mijn vee kan drinken en niet sterft?’ dan word je je er wel van bewust dat we in ons land en met onze welvaart wel heel erg ver zijn afgedreven van de vragen die er werkelijk toe doen.”

Merkt u na zo’n congres dat mensen hier echt dingen anders gaan doen?

“Ik sprak laatst voor een groep vermogende Nederlanders. Voel je niet schuldig als je naar Japan vliegt om daar een levenservaring op te doen die onvergetelijk is, vertelde ik ze. Kom terug in het besef dat je met jouw miljoenen veel meer kunt doen dan die kilo’s CO2-uitstoot die je veroorzaakte te compenseren. Ik zou willen dat we gewoon 365 dagen per jaar een positieve impact hebben op de wereld, terwijl we ook de dingen doen die ons vervullen. Dus, op vakantie  gaan en ook vliegreizen maken. We zijn op aarde om te leven en niet om CO2 te reduceren. Als zo’n Masaileider dan op ons congres spreekt, dan hoop ik dat er mensen zijn die denken ‘Wauw, die mensen in Kenia hebben dezelfde twijfels, doelen en zorgen als wij’. Wel is er een verschil met ons hier. Dat kan zijn de rol van spiritualiteit, maar ook de schaarste van zaken die wij als gewoon ervaren. Misschien is het dan toch niet zo erg als wij het een keer wat minder hebben. Ik hoop dan dat er mensen in de zaal zitten die nadenken over hoe zij impact kunnen hebben op een positieve manier.”

Waarin uit zich erkenning in de sector voor wat CFP probeert te doen?

“Met de Energierobot hebben we de ICT Milieu Award gewonnen die we uit handen van Diederik Samsom mochten ontvangen. Ook bij de Klimaattafels zijn we betrokken. De SER nodigde mij uit als een van de experts. Nu praten we vanuit DGBC mee aan de Klimaattafels, met het Deltaplan. Wat je nu ziet is een splitsing in wat ik noem het makkelijke en het moeilijke probleem. Het makkelijke is de gebouwde omgeving. De business case daarvoor is positief, gebouwen worden er meer waard door. Iedereen die beslissingen over gebouwen neemt is er van overtuigd dat verduurzaming moet gebeuren. De enige vraag is dan ‘Hoe gaan we het uitrollen?’. Moelijker is het als je kijkt naar de staal- en chemische industrie en naar de energiecentrales. Maken wij het ze hier te lastig, dan trekken ze weg. Dat lost het probleem niet op. Wat we nu hier doen is alleen maar harder tegen elkaar praten. Ik zie een oplossing in andere energiedragers, zoals waterstof. Op het moment dat we met zon en wind goedkope elektriciteit kunnen maken, kan het transport middels waterstof plaatsvinden. De gasloze infrastructuur kan zo nog van nut zijn. Groen gas uit mest lijkt me geen oplossing, alleen al het gedoe om de mest van die miljoenen koeien naar een vergister te krijgen.”

Internationaal groeien staat ook op agenda, wat speelt daar?

“We gaan actief worden in het Verenigd Koninkrijk en in Duitsland. Natuurlijk vraagt iedereen mij naar de rol die de Brexit speelt in onze plannen voor Engeland. Het staat zeker in de weg. Men ziet risico’s, men wordt voorzichtig en het helpt ons zeker niet. Wij zijn overigens via ING daar aan boord gekomen. De Bank of England nodigde ons en ING uit naar aanleiding naar van een publicatie in een Engels dagblad. Vervolgens kregen we een introductie bij de G20, de Green Finance Group. Nu kijken we hoe we in het Verenigd Koninkrijk onze software kunnen introduceren zonder dat we daar zelf kantoor moeten gaan houden. In Duitsland moeten we nog beginnen, maar in Frankrijk en België zijn we inmiddels ook actief.” 

Waar staat CFP over 5 jaar? 

“We willen circulariteit dan net zo eenvoudig maken als energie. Ook zijn we dan een gevestigde naam in  het buitenland met onze tools. Voor CFP zelf is een participatieplan gemaakt, want mijn doel is dat over vijf jaar het bedrijf is overgedragen aan de medewerkers. Ik blijf betrokken bij CFP maar ga ook andere dingen doen. Daarnaast ga ik door met innovaties, er is zoveel te doen.”

Waar doelt u op?

“Vorig jaar was ik in Nepal betrokken bij een project van de Unica Foundation. In 10 jaar tijd is daar een dorp zonder elektriciteit en allerlei voorzieningen getransformeerd zodat alle inwoners de beschikking over schoon water, elektriciteit en alles wat nodig is voor een comfortabel leven. Nu gaat het erom dat zij daar de stap kunnen zetten naar een eigen economisch model dat niet ten koste gaat van de natuur. Daar zag ik hoe mensen kunnen ontwikkelen en ik wil dat verder uitbouwen. Dit jaar adopteren we opnieuw een dorp met ook klanten van CFP daarbij betrokken. Ik vind dat je het leven moet vieren en tegelijkertijd goed voor de wereld moet zorgen. Als je om duurzaam te zijn minder plezier in het leven zou hebben, klopt er volgens mij iets niet.”

Tekst: Tom de Hoog, Beeld: Robert Tjalondo

Deel dit artikel

permalink