‘Ben jij haeppey?’

De war for talent woedt in alle hevigheid. Win je die oorlog met een gezonder gebouw?

Facility managers krabben zich achter de oren over hoe ze een steeds kritischere groep professionals kunnen aantrekken en behouden. Meer aandacht voor een gezonde werkomgeving ligt voor de hand, want die draagt bij aan het geluk en werkplezier van medewerkers. Maar wat is de gezondheidswaarde van je gebouw en op welke manieren optimaliseer je dit?

Diezelfde vraag stelden Strukton Worksphere en Antea Group zich, toen ze samen ‘haeppey’ oprichtten. Vandaag spreken zij over dit onderwerp tijdens Building Holland (podium Duurzaam Gebouwd Talks, 12.05 uur, stand 11.53), eerder spraken wij al met hen.
“Hoe kunnen we iets zachts als gezondheid hard maken en hierop inspelen?”, vertelt Marc Kooij, senior business development manager bij Strukton Worksphere. Dit technologiebedrijf houdt zich bezig met het ontwikkelen, realiseren, onderhouden en beheren van duurzame en gezonde leefomgevingen. “Het antwoord op die vraag schuilt in het meetbaar maken van de elementen van een gebouw die invloed uitoefenen op gezondheid.”

De inhoudelijke expertise rondom deze elementen wordt ingevuld door Antea Group, dat zich bezighoudt met milieu- en gezondheidskundige aspecten. Vanuit dit ingenieurs- en adviesbureau weet senior adviseur gezondheid en veiligheid Sven Evertz meer over de impact van een gezond of ongezond gebouw op de mens.

“Als medisch milieukundige kreeg ik vanuit een eerdere baan te maken met situaties waarin mensen ziek werden van het verblijf in een gebouw, zodat ze beperkt werden in hun dagelijkse doen en laten.”

Nauwelijks wetten

Het ontbreken van een focus op het gezond maken van een gebouw is te verklaren, want wettelijke kaders als het Bouwbesluit zijn vaak té generalistisch en bieden daardoor vaak een minimalistisch en ongenuanceerd beeld van de gezondheidskundige werkelijkheid. Evertz: “Daardoor neigen bouwpartijen bijvoorbeeld naar oplossingen die wel het energie- en circulariteitsvraagstuk invullen, maar in mindere mate het welzijn en werkcomfort verhogen.”

Ondertussen neemt de bewustwording toe omtrent gezondheid. Gebouweigenaren willen investeren om personeel aan te trekken en gezond en fit te houden. “Dit willen we met haeppey stimuleren, stroomlijnen en de processen hieromheen optimaliseren. Daarom kijken we op een integrale manier naar gebouw-specifieke elementen die het binnenmilieu en de gezondheid van haar gebruikers beïnvloeden”, aldus Evertz.

“Volgens de Dutch Green Building Council zijn er vier belangrijke factoren die bijdragen aan een gezond binnenklimaat, te weten geluid, licht, temperatuur en luchtkwaliteit. Met haeppey meten we geluidsniveau, licht, temperatuur en op het gebied van luchtkwaliteit meten we luchtvochtigheid en CO2. Vijf elementen dus die we vervolgens verrijken met een gezondheidswaarde.”

Geluid, licht, temperatuur en luchtkwaliteit dragen bij aan een gezond binnenklimaat (foto: PGGM).

Dat laatste gebeurt met sensoren. Het eerste exemplaar, volledig 3D-geprint, pronkt al op het bureau. De innovatie lijkt met een strak design allerminst op een doorsnee sensor. “We kozen opzettelijk voor een vormgeving die afwijkt van het gemiddelde”, geeft Marc Kooij aan. Overigens is er ook een neutralere variant, met dezelfde functionaliteit. “De informatie die door de sensor wordt verzameld, brengen we onder in een online dashboard in de vorm van een vlekkenplan van de betreffende ruimtes. Wat er in die weergave gevisualiseerd wordt, is interessant voor bijvoorbeeld een facility manager, gebouweigenaar, managing agent of een onderhoudspartij.”

Dashboard toont verbeterpotentieel

Per ruimte wordt aangegeven hoe het ervoor staat met de vijf meetwaarden. “Hier passen we het stoplichtmodel toe, dat in één oogopslag laat zien wat er goed gaat en wat verbetering behoeft”, vult Kooij aan. “We draaien een pilot in twee kantoren van Strukton en Antea Group. We kiezen voor een laagdrempelige weergave en proberen vooral te signaleren. Want als er verbeterpotentieel is, dan kan dat grote winst opleveren in allerlei opzichten.”

Die winst, of beter gezegd de potentiële winst, wordt weergegeven in het Gezondheid Maatregelen Potentieel (GMP). Deze GMP wordt berekend door een algoritme vanuit de vijf genoemde meetwaarden. “De eerste stap is het ontdekken van dit potentieel”, vertelt Evertz. “Vervolgens is er de mogelijkheid tot actie. Niet iedereen weet meteen welke maatregelen hij moet doorvoeren om de gezondheidssituatie te verbeteren, maar daar ondersteunen we in.”

“Zo kom je erachter welke stappen je moet ondernemen om je werknemers gezonder en productiever te maken. Dan spreek je van een meervoudige winst, uiteindelijk ook voor de portemonnee.”

Zien is geloven

De laatste kolom van de GMP bevat de productiviteitswaarde. Essentieel voor menig manager, die weet dat operationele kosten voornamelijk van personele aard zijn. “Door aan de slag te gaan en maatregelen toe te passen, zie je een verbetering ontstaan in het werkklimaat. Dat heeft weer een positief effect op de productiviteit”, vertelt Evertz. “Door dit zichtbaar te maken vullen we het gezegde ‘Zien is geloven’ in. Inzicht zet aan tot actie. Want als je ziet dat het binnenklimaat verbeterd kan worden, wil je daar toch iets aan doen?”

Door minimaal een jaar lang te monitoren, ontstaat er een verzameling van data van alle seizoenen. Een goede nulmeting voor de situatie. “Deze data geven ook nieuw referentiemateriaal voor andere afdelingen. Het is zelfs mogelijk haeppey toe te passen als er duidelijke klachten zijn op bepaalde afdelingen. Neem een customer serviceafdeling met veel medewerkers in een relatief kleine ruimte. Dan kun je in plaats van een jaar ook drie maanden monitoren en let je op specifieke aandachtspunten binnen deze afdeling.”

Voor nieuwbouw kan het concept onderbouwing en aandachtspunten voor optimalisatie geven. “Enerzijds pas je het in nieuwbouw toe als bewijslast. Realiseer je wat je beoogde in het ontwerp of is het noodzakelijk om bij te sturen? Anderzijds kun je het gebruiken om verder te optimaliseren gedurende de exploitatieperiode. Ook geeft het concept je de mogelijkheid om bewijslast te geven dat je aan geldende wet- en regelgeving voldoet. Dit geeft mogelijkheden om de onderhoudspartij hierop aan te sturen.”

KPI’s op gezondheid onderbouwen

De controlefunctie en de mogelijkheden om het beste eruit te halen, sluiten onder andere aan op een WELLcertificering. Deze methode stelt welzijn van gebruikers centraal. “Of je op een certificering inzet of niet, zo krijg je een continue stroom aan data waarmee je iets kunt”, geeft Kooij aan. “Haeppey sluit goed aan op certificeringen, maar staat op zichzelf als instrument. Het geeft je alle informatie die je nodig hebt. Je kunt het inzetten om KPI’s op gezondheid te onderbouwen en erop te sturen.”

Het projectteam van Haeppey.

Dit laatste is nog vers in de markt. Dat is niet zonder reden. “Het was altijd lastig om allereerst de onderbouwing te vinden voor gezondheidsfactoren van een gebouw”, verduidelijkt Evertz. “Daarnaast was het moeilijk om inzichtelijk te krijgen waar verbeterpunten zitten en wat de aanpak hiervan uiteindelijk oplevert. Nu is er eindelijk een instrument dat inspeelt op het welzijn en de gezondheid van de gebruiker. Dat is vernieuwend en anders voor de gebouwmanager, maar biedt grote toegevoegde waarde om een bijdrage te leveren de arbeidsproductiviteit te verhogen en ziekteverzuim te verlagen.”

De uitdaging aangaan

Het tweetal laat weten dat er in de markt interesse is voor het concept. Scholen, ziekenhuizen, kantoren en beleggers zien het wel zitten om gezondheid in een businesscase onder te brengen. “De interesse is een direct gevolg van verschillende trends”, verduidelijkt Kooij. “De war for talent bijvoorbeeld, waarbij je moet vechten om kundige medewerkers binnen te halen en te behouden door te laten zien dat je een gezonde werkomgeving kan aanbieden. Maar ook de grotere maatschappelijke focus op gezonder leven. Daarnaast is een duurzaam en gezond gebouw meer waard. Dat speelt steeds vaker voor beleggers en gebouweigenaren.”

De eerste pilot bij een klant staat nu op stapel. Daarnaast zijn een bank, een gemeente en een ziekenhuis geïnteresseerd om de invloed van het gebouw op de gezondheid te meten en te weten. “Je kunt het zien als een uitdaging die we stellen aan deze doelgroepen”, vult Evertz aan. “Het wordt tijd om de handschoen op de pakken en inzichtelijk te maken hoe gezond het binnenklimaat is in gebouwen. Er is durf nodig om niet alleen te analyseren wat er in een gebouw gebeurt, maar ook om er actie op te ondernemen.”

Tekst: Marvin van Kempen

Foto boven: Kundige medewerkers binnenhalen en behouden door te laten zien dat je een gezonde werkomgeving kunt aanbieden (foto: WJ Ritman).

Deel dit artikel

permalink