Slimmer bouwen met minder materiaal

Het rondetafelgesprek ‘Slimmer bouwen met minder materiaal’ richtte zich op het verminderen van materiaalgebruik en de integratie van duurzaamheid en circulariteit in de bouw. De discussie benadrukte de noodzaak van veranderingen in de bouwpraktijk, om duurzaamheid te bevorderen.

Bart van Kampen van De Zwarte Hond pleitte voor “refuse & reduce” boven recyclen: eerst kritisch kijken of nieuwbouw nodig is en inzetten op hergebruik van bestaande gebouwen en materialen. Mark van Stijn van VORM benadrukte het belang van efficiënter ruimtegebruik, omdat de vraag naar vierkante meters blijft groeien.

Gebouwen moeten flexibel worden ontworpen om hun levensduur te verlengen en sloop te voorkomen. Lizzy Butink van Dura Vermeer vindt dat de bouwsector een koplopersrol moet nemen als het gaat om duurzame bouwmethoden. Dura Vermeer zet al in op biobased oplossingen zoals AER, waarin circulariteit en biobased materialen centraal staan. Erik Jansen van BBN legde uit dat zijn organisatie opdrachtgevers vroeg in het proces vaker stimuleert en adviseert tot hergebruik en renovatie, waarbij vaak 70 procent van de bouwmassa behouden blijft en de rest wordt aangevuld.

Knelpunten en oplossingen

Ronald Wenting van ABT benadrukte dat hergebruik op grotere schaal moet worden aangepakt. Constructeurs hebben vaak een beperkte rol in de beginfase, waardoor kansen voor functiewijziging worden gemist. Maar als ABT betrokken is bij haalbaarheidsstudies biedt dat juist wel een kans om hergebruik te stimuleren. Lizzy stelt dat de sector zelf het initiatief moet nemen en niet moet wachten op opdrachtgevers. Duurzaam bouwen moet goedkoper of even duur aangeboden worden aan klanten, zodat het niet als kostenpost wordt gezien. Dura Vermeer ontwikkelde bijvoorbeeld zelf een biobased concept, naast het traiditionele woningontwerp. En bij woningcorporaties die willen slopen blijft de fundering staan en wordt meer hout gebruikt. Van Kampen voegde toe dat schoonheid bijdraagt aan duurzaamheid, omdat mooie gebouwen beter worden onderhouden en langer meegaan.

Houtbouw en hybride oplossingen

Houtbouw komt naar voren als duurzame optie. Lizzy wees erop dat houtbouw concessies in functionaliteit kan betekenen en benadrukt dat ‘hout is goed, beton is fout’ een te simplistische benadering is. Kennisuitwisseling is essentieel om hout op de juiste manier toe te passen. Wenting legde uit dat ABT strategisch kwetsbare materialen inzet om de levensduur van constructies te verlengen, zoals met dikkere vloeren voor extra duurzaamheid. Peter Musters van (VBI) ziet houtbouw als een goed alternatief, maar benadrukte de balans tussen het gebruik van hout en beton. Butink merkte op dat ze absoluut meegaan in de transitie naar meer hout, maar benadrukt ook dat op dit moment in slechts 7 procent van de huidige bouw hout gebruikt wordt. En dat zaken als het verduurzamen van beton noodzakelijk en als laaghangend fruit kan worden gezien.

Meetinstrumenten en bewustwording

De deelnemers bespraken verschillende meetinstrumenten om duurzaamheid inzichtelijk te maken. Bart noemde een COâ‚‚-meter die bij De Zwarte Hond wordt gebruikt om de impact van ontwerpen te meten. Wenting besprak de impactmonitor van ABT, die helpt bij het sturen op ‘Paris Proof’-doelen. Erik wees op de Restwaarde Index (RWI) om de restwaarde van materialen en hergebruik te vergroten. Butink benadrukte dat de sector gezamenlijke doelen voor de planeet moet nastreven en duurzaam bouwen als standaard moet beschouwen, niet als USP. Ronald pleitte voor een circulaire businesscase, waarin materialen hun waarde behouden en constructies flexibel worden ontworpen.

Bart benoemde dilemma’s, zoals bij de RWI: of het beter is om gebouwen te ontwerpen die langer meegaan, met een streven naar een levensduur van 200 jaar. Wenting onderstreepte dat flexibiliteit in constructies cruciaal is om de balans te vinden tussen minder materiaalgebruik en toekomstige aanpasbaarheid.

Toekomstgerichte aanbevelingen

De belangrijkste conclusies

Slimmer bouwen met minder materiaal is noodzakelijk en haalbaar. Gedragsverandering, samenwerking, bewustwording en effectieve meetinstrumenten zijn essentieel om deze transitie te realiseren. De bouwsector staat aan het begin van een nieuwe standaard waarin duurzaamheid de norm wordt.

Deel dit artikel

permalink