Rio de Janeiro, Kyoto, Parijs en dan nu Rotterdam. Is een Klimaattop in Nederland specifiek voor de gebouwde omgeving wel nodig? Het antwoord hierop is… ja!
Er is een golfbeweging op gang gekomen waarbij het ene na het andere bedrijf zich committeert aan de net zero klimaatdoelstellingen. Maar om een golf te laten voortbewegen is constante energie nodig. Die leveren we gezamenlijk, op de Klimaattop GO 2024. Partijen die de gebouwde omgeving vormgeven blijven hierin een cruciale rol spelen.
Een ambitieus doel stellen is één ding, je moet het ook waarmaken en daarvoor is samenwerking nodig op verschillende thema’s en in de gehele keten. In dit vernieuwde Duurzaam Gebouwd Magazine wordt daarom ingegaan op de laatste ontwikkelingen over bijvoorbeeld nieuwe meetmethoden voor duurzaamheid in gebiedsontwikkelingen en een onderwerp zoals circulair renoveren, waarbij met name gefocust is op circulaire installatietechniek.
Een van de belangrijkste randvoorwaarden voor de klimaattransitie is de ontwikkeling van een gezamenlijke vocabulaire. Het Greenhouse Gas Protocol wordt internationaal al gebruikt om te communiceren over scope 1, 2 en 3 emissies. En langzaam begrijpt iedereen het verschil tussen de categorieën in upstream- en downstreamactiviteiten en de bijbehorende CO2-emissies. De DGBC ontwikkelde samen met een aantal bouw- en vastgoedbedrijven een handleiding die de vertaalslag maakt van dit internationale protocol naar de bouwpraktijk in Nederland.
Het nemen van maatregelen in het eigen bedrijf is daarbij vaak de eerste en makkelijkste te beïnvloeden stap. Maar om invulling te geven aan een net zero strategie moet je als bedrijf in de keten een stap naar voren én naar achteren doen. Een stap naar voren omdat je ontwerpen klimaatneutraal moeten worden en de dialoog met de opdrachtgever hiervoor noodzakelijk is. Maar ook een stap naar achteren omdat je in overleg met materiaalproducenten in gesprek moet gaan over hun innovatie-roadmap en de toepassing van hun nieuwste ontwikkelingen in jouw projecten. Op een andere manier is de ambitie van net zero niet in te vullen.
Maar dat is niet de enige ontwikkeling die voor congruentie in het vocabulaire zorgt. Ook de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) gaat in hoge mate afdwingen dat bedrijven via een gestandaardiseerde methodiek en in gestandaardiseerde categorieën gaan rapporteren over belangrijke duurzaamheidsprestaties. Koninklijke Heijmans NV is volop aan het leren wat dat betekent voor een bedrijf. Hierbij alvast enkele eerste bevindingen.
Begin op tijd want, het is complexer en uitgebreider dan je van te voren kunt bedenken. Zelfs als je al jarenlang een accountantscontrole had op je duurzaamheidsverslag. De componentdata wordt belangrijker. Zowel het verzamelen en analyseren van data in je eigen bedrijf maar zeker ook in de keten. We zien waarschijnlijk ook een toename van het gebruik van gespecialiseerde ESG-software, want de hoeveelheid informatie die verzameld, gecontroleerd en gerapporteerd moet worden is niet meer in Excel-sheets te vangen.
Tenslotte is op de valreep door het vorige Europees parlement de Corporate Sustainability Due Diligence Directive goedgekeurd (CSDDD). Daar waar de CSRD vooral dwingt tot transparantie voor bedrijven, legt de CSDDD er ook een minimaal en afdwingbaar ambitieniveau in. Van de bedrijven wordt geëist dat een klimaattransitieplan wordt opgesteld dat binnen de lijnen van het Parijs-akkoord blijft. Bovendien wordt het behalen van deze ambitie op termijn afdwingbaar door de overheid. En hiermee wordt weer een stap verder gegaan dan in de CSRD waarbij het vooral de stakeholders zijn die de bedrijven afrekenen op de duurzaamheidsprestaties.
Laten we dus de Klimaattop GO gebruiken om kennis te delen en de energie in de klimaattransitie te houden. Er is nog een hele weg te gaan.
Robert Koolen schreef deze editorial voor de nieuwste uitgave van het Duurzaam Gebouwd Magazine. Je leest het magazine binnenkort op deze website.