Expert-visie: pleidooi voor andere manier van bouwen

Een andere manier van bouwen is cruciaal in het streven een klimaatpositieve leefomgeving en een leefbare wereld. De grootste uitdaging is de keuze voor bouwmaterialen die zo min mogelijke koolstofdioxide uitstoten.

Bron foto boven: MIX Architectuur

“Over drie jaar zijn we in Nederland door ons CO2-budget heen”, vertelt Antwan van Haaren, senior adviseur en partner bij adviesbureau DGMR en expert bij Duurzaam Gebouwd. “Dit budget is gebaseerd op het Klimaatakkoord van Parijs, waarin wereldwijd is afgesproken te streven naar een mondiale opwarming met maximaal 2 graden Celsius en bij voorkeur niet meer dan 1,5 graden Celsius in 2050. Met de huidige manier van bouwen bereiken we die temperatuurstijging al ruim vóór 2030.”

Om de CO2-uitstoot – en de temperatuurstijging – een halt toe te roepen, pleit hij voor een andere manier van bouwen. Dat moet in zijn ogen steeds meer en steeds vaker circulair en CO2-neutraal gaan gebeuren. “Als DGMR werken we continu aan onze toekomstvisie, aan hoe we positief willen bijdragen aan een leefbare wereld die duurzaam, veilig en gezond is, voor de komende generaties”, vertelt Van Haaren. “Bij deze visie kijken we steeds naar de wereld over zo’n vijf jaar. Zo weten we inmiddels energetisch aardig hoe we moeten zorgen voor een energieneutrale en klimaatpositieve gebouwen. De grootste uitdaging om onze CO2-uitstoot te beperken ligt momenteel bij duurzaam materiaal.”

Hulpmiddel

De keuze voor bouwmaterialen heeft volgens hem niet alleen gevolgen voor het leefklimaat binnen in een gebouw, maar ook op de omgeving rondom een gebouw. Als voorbeelden noemt hij onder meer het herstel van de biodiversiteit, het verbeteren van de luchtkwaliteit en het vast kunnen houden van regenwater. “Daarbij is het goed om vaker te kiezen voor de bouw van demontabele en remontabele gebouwen”, geeft Van Haaren aan. “Dan kunnen we vaker bestaande bouwmaterialen hergebruiken. Ook gezien de opkomende grondstoffenschaarste wordt dit aspect steeds belangrijker.”

Antwan van Haaren: "Kies vaker voor de bouw van demontabele en remontabele gebouwen."

Om eigenaren van gebouwen hierbij te helpen, zorgt DGMR voor verschillende hulpmiddelen. Zo heeft het bureau een CO2-balanstool ontwikkeld om op basis van de ‘Whole Life Carbon’-benadering de juiste keuzes te maken. Deze benadering houdt de CO2-uitstoot bij van de materialen, de constructie en het gebruik van een gebouw gedurende de gehele levensfase, inclusief de sloop. Daarnaast ontwikkelt DGMR parametrische software, waardoor opdrachtgevers eenvoudig zien wat het meest duurzame gebouwontwerp is. De CO2-uitstoot door materialen geldt als een van de thema's en op dit gebied is volgens Van Haaren nog veel te winnen: “Als adviseur volgen we de Nationale Milieudatabase, die bouwmaterialen indeelt op basis van de milieuprestaties. Over bouwmaterialen met een productkaart ‘categorie 1’ is de meeste informatie bekend, maar vooralsnog zijn er te weinig bouwmaterialen met zo'n productkaart. Daardoor hebben onze opdrachtgevers bij de bouw van een pand onvoldoende alternatieven.”

Als alternatieve bouwmaterialen ziet hij ook veel potentieel in biobased bouwmaterialen, zoals hennep, vlas en hout. “Het voordeel van deze materialen is dat ze al CO2 opsloegen tijdens de groei tot bouwmateriaal. En ze groeien natuurlijk weer aan. In het advies dat we aan onze opdrachtgevers geven, nemen we daarom ook steeds meer biobased bouwmaterialen mee.”

Meest ideale ontwerp

Als trigger voor de parametrische software heeft de site DGMR.solutions ook onder meer aandacht voor het effect van zon en schaduw op een gebouwontwerp en op de omgeving, de beste oriëntatie van een gebouwontwerp en de ideale gebouwvorm voor bijvoorbeeld geluid. “In totaal hebben we negen thema’s geselecteerd en via simulaties laten we parametrisch en parallel per thema de gevolgen zien van elk gebouwontwerp”, vertelt Van Haaren. “Met dit soort automatiseringen helpen we onze opdrachtgevers om de gevolgen van hun keuzes snel inzichtelijk te maken om op alle thema’s tot het meest ideale ontwerp te komen. Het liefst bieden we ze zo veel en zo duidelijk mogelijke alternatieven aan, zodat zij een weloverwogen keuze kunnen maken. Als het aan ons ligt, moet die weloverwogen keuze bijdragen om binnen drie jaar CO2-neutraal te kunnen bouwen.”

Tekst: Tim van Dorsten

Deel dit artikel

permalink