Door klimaatverandering is het essentieel om gebouwen adaptief te maken, zodat extremere weersomstandigheden minder of geen negatieve impact hebben op comfort en gezondheid. Nederland krijgt te maken met meer hitte, extremere neerslag en droogte. Wat betekent dat voor de warmte- en koudevraag van de gebouwde omgeving?
TKI Urban Energy vroeg aan Weather Impact en KNMI om onderzoek te doen naar de impact van klimaatscenario’s op de warmte- en koudevraag van de gebouwde omgeving. De klimaatscenario’s geven aan dat het in de toekomst dagen achter elkaar 40 graden Celsius of meer kan zijn in de stad. Dat kan betekenen dat iedereen investeert in airconditioning voor comfort en gezondheid. En daarmee stijgt de energievraag. Wenselijk is dan dat de gebruikte energie in ieder geval zoveel mogelijk duurzaam opgewekt wordt met wind- en zonne-energie.
Klimaatadaptief bouwen
Door aan de hand van toekomstige data duurzamer en klimaatadaptiever te bouwen, kan de bouw- en vastgoedsector een antwoord formuleren op deze uitdaging. Door een aantal jaren vooruit te kijken kunnen bouwers de gemiddelde verandering én die van de extremen voor elk van de KNMI-klimaatscenario’s meenemen in hun berekeningen. Gebouwmodellen verrijkt met deze klimaatjarendata zorgen voor meer toekomstbestendige gebouwen.
Datasets
Weather Impact verzamelde alle eisen en wensen van mensen en bedrijven uit de bouwsector, zodat KNMI deze begin 2024 vertaalt naar daadwerkelijke datasets voor 2035, 2050 en 2100, de klimaatjaren. Henk van den Brink van KNMI: “We willen uiteindelijk ongeveer 15 scenario’s doorrekenen. Dat is nog steeds een enorme versimpeling van de werkelijkheid, waarbij het beter is om niet 1 scenario te kiezen, maar men juist aan de slag kan met de diversiteit die in de scenario’s geschetst wordt.”
TKI Urban Energy liet het onderzoek in samenwerking met RVO uitvoeren door Weather Impact en KNMI, met de expliciete opdracht om de sector daar zoveel mogelijk bij te betrekken en voor de zomer van 2024 met bruikbare datasets te komen.