Verslag: Het belang van een circulair meerjaren onderhoudsplan

De kansen om schadelijke broeikasgassen te verminderen én impact te maken op circulariteit dankzij een meerjaren onderhouds Plan (MJOP) kwamen naar voren tijdens een webinar van Planon Building Management en BCI Gebouw. In dit artikel geven we je een samenvatting van de inzichten en praktische handvaten die naar voren kwamen.

Sprekers Jim Teunizen, aanjager circulaire bouweconomie bij BCI Gebouw en Mark van Burg, sales director bij Planon Building Management, namen kijkers mee naar een nieuwe realiteit. De noodzaak om circulariteit aan het MJOP toe te voegen groeit alsmaar: er zijn duidelijke klimaatdoelstellingen om steeds meer gebruik te maken van secundaire grondstoffen en er ligt meer nadruk op de bewijslast van duurzaamheidsmaatregelen.

Zo gaat op 1 januari 2024 de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) van kracht, die bedrijven verplicht stelt om te rapporteren over duurzaamheidsacties die zij ondernemen. Milieu-impact, afvalmanagement en CO2-reductie spelen hierin een grote rol, evenals de sociale aspecten van de bedrijfsvoering. Des te meer redenen om als vastgoedeigenaar of -beheerder nú actie te ondernemen, en beheer- en onderhoudsplannen toekomstbestendig te maken.

Kantelpunt

Mark van Planon Building Management trapt het webinar af en illustreert eerst het belang van circulariteit. Want je zet niet alleen in op dit onderwerp omdat het moet vanwege wet- en regelgeving: “We zitten op het kantelpunt als het gaat om de opwarming van de aarde, die willen we onder de anderhalve graad Celsius opwarming houden. Gaan we uit van het meest optimistische scenario, dan redden we dit misschien. Maar realistisch gezien stevenen we af op meer dan 2 graden Celsius opwarming.” Recentelijk deed het Emissions Gap Report van de VN daar nog een schepje bovenop, waarin werd aangegeven dat we koersen op een verdubbeling van die anderhalve graad Celsius opwarming.  

Wereld te winnen

Door in te zetten op de energietransitie zorgen we ervoor dat gebouwen in de gebruiksfase minder energie verbruiken. Daardoor daalt de uitstoot van schadelijke broeikasgassen. En als we zorgen dat we materialen hergebruiken, worden er minder primaire grondstoffen toegepast. Daarnaast verbruiken we minder energie om nieuwe materialen te creëren. Maar we staan voor een uitdaging: “De vraag naar grondstoffen neemt enorm toe”, gaat Mark verder. “We moeten zuinig zijn op materialen, anders zijn ze niet toereikend meer. Daarnaast staat het winnen van deze grondstoffen ter discussie. Zo is er een flinke milieu-impact als we de materialen naar ons toe halen met transport.” Ook belicht hij de impact die materialen maken in de gebouwde omgeving: “30% van de koolstofemissie is materiaal gebonden. Daar is een wereld te winnen.”

Mark van Burg: "30% van de koolstofemissie is materiaal gebonden. Daar is een wereld te winnen." 

Maximale waarde

De komende decennia wordt de impact van de bouw en utiliteit op ingebedde CO2-emissies alsmaar groter. In het bijzonder krijgt herstel, verbouw en onderhoud een grotere rol. Die kan zowel positief als negatief zijn, afhankelijk van hoe we het beheer en onderhoud aanpakken, aldus Mark: “Daarin maatregelen nemen is belangrijk om de klimaatverandering zo beperkt mogelijk te maken. En er zijn ook economische drijfveren. In een circulaire economie is er sprake van waardebehoud in plaats vernietiging.”

Maar wat is nu de definitie van een circulair gebouw en waar werk je naartoe? Mark refereert naar de Green Deal Handleiding en Paspoort Circulaire Gebouwen, waarin dit als volgt staat omschreven: ‘Een gebouw dat met minimale inzet van primaire grondstoffen maximale waarde creëert om op duurzame manier te voorzien in een huisvestingsbehoefte, waarbij de gebruikte materialen hun waarde blijven behouden tijdens en na het gebruik.’

Wat zijn dan de ‘juiste keuzes’ om tot die circulaire gebouwen te komen? Mark blikt daarvoor op circulariteit en het MJOP: “Onderhoud is per definitie circulair, want je verlengt de levensduur. Een MJOP bevat vrijwel altijd de geprognotiseerde vervangingen aan gebouwen en biedt daarmee inzicht om te weten welke materialen aan vervanging toe zijn op specifieke momenten.” Hij deelt een uitdaging: “De financiële kosten van het uitvoeren van de maatregel zijn inzichtelijk, maar de informatie voor een beslissingskader in relatie tot circulariteit is dat niet. Een regulier MJOP stelt ons niet in staat om keuzes te maken om te zorgen dat we onze circulariteitsdoelstellingen behalen.”

Bepaal waarop je afwegingen maakt

Als je wilt sturen op circulariteit in je MJOP, is een beslissingskader nodig, op basis waarvan je afwegingen maakt. “We begonnen in 2017 met het toevoegen van circulariteit aan het MJOP. Aan de vervangende activiteiten moeten we een beslissingskader hangen op basis waarvan we afwegingen maken. We kwamen uit op milieu-impact en het bepalen daarvan voor bouwdelen, zoals gebruik, bouw, productie en sloop.”

De milieu-impact bepalen doe je met levenscyclusanalyses (LCA) van producten, waardoor je een milieukostenindicator krijgt. Hierdoor ontdek je de milieueffecten van diensten en producten. Tegelijkertijd is circulariteit meer dan alleen milieu-impact, gaf Mark aan: “Het gaat ook om het percentage primaire grondstoffen die je gebruikt en de losmaakbaarheid van materialen. Hoe hergebruik je ze in andere gebouwen en sta je daar voldoende bij stil. Er zijn veel factoren die een rol spelen bij circulariteit.”

Data als startpunt voor circulaire doelstellingen

Om te weten waar je staat en te doorgronden wat je kunt doen om te verbeteren, is data essentieel. Hoe je circulaire doelstellingen meetbaar maakt, vertelde Jim Teunizen van BCI Gebouw. Jim legt uit wat BCI Gebouw in huis heeft: “We hebben deze tool ontwikkeld op basis van Het Nieuwe Normaal, een integraal raamwerk dat niet alleen naar materialen kijkt maar ook naar energie, water en sociale eigenschappen. Kijk je naar de materialen, dan zijn er relevante indicatoren als milieu-impact, materiaalgebonden CO2-uitstoot en opslag van schadelijke broeikasgassen. Maar ook de hergebruikpotentie. In BCI Gebouw hebben we die verschillende aspecten ingebakken.”

Circulaire eigenschappen

De BCI is enerzijds gericht op materiaalgebruik en anderzijds op losmaakbaarheid. Kijken we naar materiaalgebruik, dan is de verantwoorde herkomst belangrijk. Jim: “Die richt zich op de grondstoffen van de materialen die in een gebouw worden toegepast. Waar komen ze vandaan en welk percentage recyclaat of hergebruikt materiaal zit erin? Er zijn steeds meer bedrijven die producten aanbieden met bijvoorbeeld een retournamegarantie en het product opbouwen uit grondstoffen met een verantwoorde herkomst.” In het kader van onderhoud wil je inzetten op de materialen met positieve circulaire eigenschappen, met veel hergebruikpotentie. Dat illustreert Jim: “Je wil zo min mogelijk storten of verbranden, want daar komen veel schadelijke broeikasgassen door vrij. Een beter scenario is recycling en hoogwaardig hergebruik.”

Jim Teunizen: "We ontwikkelden deze tool op basis van Het Nieuwe Normaal, een integraal raamwerk dat niet alleen naar materialen kijkt maar ook naar energie, water en sociale eigenschappen."

Dit alles resulteert in een Material Circularity Index (MCI) per product. Jim brengt naar voren dat dit ‘ingebakken’ is in BCI Gebouw en dat je aan de knoppen voor technische en werkelijke levensduur kunt draaien. “Dat geeft nieuwe inzichten over de route die je bewandelt en een eventuele koerswijziging. Aan de MCI voegden we losmaakbaarheid toe, omdat daar meer potentieel is voor financiële restwaarde.” Hij daagt uit om door te denken: “Naast de kosten kun je ook negatieve kosten in een MJOP opnemen, de restwaarde. Als je het opschrijft, moet je het ook waarmaken.” De MCI en de losmaakbaarheidsindex leiden tot de Building Circularity Index, maar waar komt de data vandaan?

Integrale benadering

Jim belichtte daarvoor de koppelingen: “Die zijn er met de Nationale Milieudatabase (NMD) om de Milieuprestatie Gebouwen (MPG) en de MPG-2 (embodied carbon) te berekenen. Ook is er een koppeling met NIBE voor de materiaalgebruik- en hergebruikpotentie. En vanzelfsprekend ligt er een verbinding met Alba Concepts voor de losmaakbaarheid en de Construction Stored Carbon. Die zijn gekoppeld aan de BCI Gebouw-omgeving.” Recentelijk berichtte Duurzaam Gebouwd al over de integrale benadering van deze circulariteitssoftware, waar een grote update voor kwam. Jim belichtte de resultaten die je uit de rekenmethode haalt: “Hiermee bereken je de CO2-, milieu- en circulariteitsprestatie van een vastgoedobject. De score wordt uitgedrukt in een percentage tussen de 0% en 100%, waarbij 0% volledig lineair en 100% volledig circulair is.”

Aanbevelingen

Mark sluit af met een aantal aanbevelingen voor het starten met een circulair MJOP: “Om de juiste keuzes te maken in het onderhoud bepaal je allereerst je doelstellingen en creëer je een nulpunt voor de kernportefeuille. Richt je vooral op elementen die praktisch gezien onderhoud of vervanging behoeven. En bepaal een geprognotiseerd vervangingsjaar op basis van de reguliere degradatie en werk scenario’s uit in BCI Gebouw op basis van de BCI-score, milieu-impact, CO2 of primaire grondstoffen. Focus daarbij eerst op de levensduurverlengende onderhoudsactiviteiten en rapporteer daarover.” Hij gaf ook aan dat het vooral belangrijk is dat dit geen toekomstmuziek is, maar dat gebouweigenaren en -beheerders meteen aan de slag kunnen. “Doe dat op de website van BCI Gebouw of vraag BCI Gebouw aan voor de Planon omgeving. Het is belangrijk dat we vandaag nog acteren en de juiste keuzes maken voor toekomstbestendigheid. Daarnaast denken wij vanuit Planon Building Management graag met je mee over welke acties je nu al kunt nemen op het gebied van circulariteit in gebouwonderhoud.”

Deel dit artikel

permalink