Milieu-impact van wanden verlagen tot 3 procent

Steeds meer partijen in de bouw richten zich op het beperken van de milieu-impact van gebouwen en stellen hoge eisen aan de materialen die ze toepassen. Het belang wordt alsmaar groter, onder meer vanwege de verscherping van de MilieuPrestatie Gebouwen (MPG). Over minder dan drie jaar gaat deze naar 0,5. Om daarop in te spelen geven Martijn van Ophoven (technisch adviseur) en Hans Verkleij (productmanager) van Calduran Kalkzandsteen aan hoe je de milieubelasting van wanden reduceert.

Die kun je namelijk met toepassing van kalkzandsteen verlagen tot rond de 3 procent van de totale MilieuPrestatie Gebouwen (MPG), zo blijkt uit evaluatie van ruim 230 uitgevoerde berekeningen van grondgebonden woningen. “Tegelijkertijd zien we dat de invloed van technische installaties op de milieu-impact erg groot is, gemiddeld ongeveer 34 procent van de totale MPG. Knelpunt hierbij is dat de score slechter wordt naarmate er meer energiebesparende installaties zijn. Belangrijk is dus dat er een beloningsfactor wordt ingevoerd afhankelijk van de milieukosten van energiereducerende maatregelen.”

Foto boven: Martijn en Hans praten je in dit artikel bij over de MKI kalkzandsteenproducten

Categorie 1-data

Voor MPG-berekeningen voor de woningen wordt vooral gebruikgemaakt van 5 verschillende softwareprogramma’s: GPR Materiaal, MRPI, MPG Toetshulp, MPG Calc en de DGBC Materialentool. De uiteindelijk bereikte waarde is afhankelijk van de kwaliteit van de ingevoerde data. Daar zet Calduran Kalkzandsteen zelf het beste beentje voor, aldus Martijn: “Voor onze producten Calduran lijmblokken, elementen en hoogbouwelementen hebben we categorie 1-data beschikbaar in de Nationale Milieudatabase. Dit is merkgebonden data, een vervolg op de branchedata in categorie 2.” Een voorbeeld wat hopelijk nog veel producenten de komende jaren gaan volgen.

Betere afspraken

Natuurlijk bestaat een gebouw niet alleen uit dragende wanden, maar uit een heleboel onderdelen. Niet alle materialen worden ingevoerd bij een berekening. Want anders is de MPG net zo lang als de uittrekstaat van de calculator. “Daar moeten we betere afspraken over maken”, gaat Hans verder. “Veel kleine onderdelen bij elkaar hebben een invloed op de totale MPG en maken de berekening uitgebreider. Ook moet deze overeenkomen met het gerealiseerde gebouw en daar wringt de schoen wel eens. Tijdens de realisatie wordt nog wel eens van leverancier gewisseld, dus moet je wel controleren of deze veranderingen geen negatieve invloed hebben op de uiteindelijke MPG-score.”

Gebruiksfase versus productiefase

Ook wil Martijn een lans breken om bewuste keuzes te maken voor de gebruiksfase om de MPG verder te verbeteren: “De milieulast van de gebruiksfase blijkt 30 tot 70 procent te zijn ten opzichte van de productiefase. En kies je voor een robuust casco, wat zorgt voor een langere levensduur, dan kun je daar eigenlijk ook de MPG mee verbeteren. Dat wordt nu nog niet toegestaan in de rekensystematiek, maar dat betekent wel dat de ontwerper meer aandacht geeft aan een goede balans tussen levensloopbestendigheid, esthetiek en levensduur.” Een uitkomst kan zijn dat de milieulast in eerste instantie iets hoger wordt, maar dat de woning langer meegaat en daarmee de totale milieulast wordt verlaagd.

Daarnaast geeft Hans aan dat er goed nagedacht moet worden over of een vrijstaande woning wel dezelfde MPG-waarde moet hebben als een rijtjeswoning of een appartement. “Een vrijstaande woning heeft een totale milieulast die wel twee keer zo hoog kan zijn als een rijtjeswoning. Maar doordat die gedeeld wordt door het bruto vloeroppervlakte is de score gelijk, terwijl de financiële mogelijkheden voor verlaging van de MPG over het algemeen beter zijn.”

Volgens hem zijn er kansen om in te vullen: “Verbeter de berekeningssystematiek en de invoer van data. Zo ook de controle op de uitvoering. Onderschat daarbij niet het belang van het realiseren van een fijne leefomgeving, een lange levensduur en daarmee een werkelijk lage milieu-impact. Daar willen wij met onze dragende wanden aan bijdragen.”

Deel dit artikel

permalink