Vanaf 2023 pakt het Rijksvastgoedbedrijf het circulair aanbesteden op, maar hoe pak je dat nu in de weerbarstige praktijk aan? Tijdens de Alba Academie op 9 mei werd duidelijk hoe je circulair aanbesteden in projecten kunt borgen en waar je rekening mee moet houden. In dit tweede deel van een artikelenreeks komen praktijkvoorbeelden vanuit Fien Wonen en gemeente Vught naar voren. Deel 1 lees je op deze pagina.
Want hoe werkt circulair aanbesteden nu in de praktijk en welke kansen en struikelblokken kom je dan tegen? Robert Koning van Fien Wonen wist daar aan de hand van uitleg over ambities, inkoopbeleid en aanbiedingen antwoord te geven op die vragen. Hij stelde eerst voor waar de woningcorporatie, met ruim 3400 woningen in de gemeenten Hardinxveld-Giessendam en Vijfheerenlanden, zich op richt: “In 2019 stelden we ons duurzaamheidsbeleid opnieuw vast, geënt op vier pijlers: Emissiereductie, Energietransitie, CO2-vastlegging en Klimaatadaptatie.”
De doelstellingen die Fien Wonen stelt, zijn concreet. Zo wil de corporatie in 2035 de CO2-uitstoot beperken met 95%. En biobased bouwen moet de standaard worden, tenzij het meer dan 10% duurder is en de wooncultuur aantast. Op het vlak van klimaatadaptatie komen slimme oplossingen bij renovatie en vernieuwbouw naar voren, tenzij het 10% duurder is. “We verwachten dat de verduurzaming van onze woningen en de versnelling die we daarin willen, een investering vereist van €84 miljoen”, liet Koning weten. “Voor de nieuwbouw is dat €12 miljoen.”
Biobased nieuwbouw
Hij belichtte de eerste twee doelstellingen, Emissiereductie en Energietransitie, in detail: “Op basis van de exploitatielabels, met daarin de kwaliteit en de levensduur van de woningen, een afweging gemaakt over de te nemen maatregelen. We pakten ook een aantal quick wins, de belangrijkste is dat we ongeveer 1800 woningen voorzagen van pv-panelen, zonder huurverhoging destijds.” Over de CO2-vastlegging liet hij weten dat er een duidelijke structuurkeuze is gemaakt: “Alle nieuwbouw die we doen, pakken we biobased aan. Dat betekende voor onze organisatie dat we een voorbeeldfunctie pakken. Dat vraagt van ons dat we nieuwe netwerken van bouwers en partijen als Alba Concepts nodig hebben om deze opgave in te vullen.”
Zo werd bijvoorbeeld de samenwerking opgezocht voor het vormen van het circulaire inkoopbeleid, om een format te creëren. Hierin komen aspecteisen en eisen per ruimte naar voren. “We vertalen de wensen in een vraagspecificatie en programma van ambities.”, ging Koning verder. “Elementen zijn betaalbaarheid, de wooncultuur en duurzaamheid. Binnen laatstgenoemde pijler zijn de thema’s CO2-opslag, emissiereductie en klimaatadaptatie genoemd.” Hij gaf een inkijkje in de gunningscriteria en de maximale score per punt dat behaald kan worden. Zo is het met CO2-opslag mogelijk om maximaal 30 (van de 100) punten te halen. Circulair bouwen heeft een maximale score van 20 en met bijvoorbeeld klimaatadaptatie kun je er maximaal 10 verdienen. De andere gunningscriteria zijn ‘Samenwerking tijdens ontwikkelfase’, ‘Emissiereductie’, ‘Energietransitie’. De totale score die je met deze 6 punten kunt halen is 100.
Krachtenbundeling
Deze lijn is toegepast bij een project, waarover Koning vertelde. “In Lexmond bundelden Vink Bouw en ECO+BOUW hun krachten voor een verduurzaming op basis van het zoveel mogelijk gebruik van duurzame en hernieuwbare materialen. Bij deze vervangende nieuwbouw aan de Kortenhoevenseweg was het uitgangspunt onder meer om te werken met ecologische bouwmaterialen waarmee veel CO2 wordt opgeslagen in de woningen. Met name in de houtconstructie als de isolatiematerialen is dit van toepassing.” Door de grondgebonden woningen wordt 15,6 ton CO2 opgeslagen per woning, met een totaal van 140,5 ton aan schadelijke broeikasgassen die worden vastgehouden en niet uitgestoten. Voor de appartementen is dat 18,7 ton CO2 per appartement, met een totaal van 429,1 ton CO2.
Op het vlak van circulair bouwen werd de houten constructie uitgelicht, eenvoudig losmaakbaar en herbruikbaar. “En de onderdelen die niet uitgevoerd worden met biobased materialen, worden zo circulair mogelijk uitgevoerd.” Betekent het onderhouden van biobased woningen dat er meer geld gemoeid is? Niet per se, liet Koning weten. “Biobased materiaal is redelijk standaard op het gebied van onderhoud. Zo weet iedere schilder of opzichter hoe ze om moeten gaan met bijvoorbeeld de kozijnen. Let wel goed op de gevelafwerking, dat het onder andere weerbestendig is en blijft.”
Duurzaam en betaalbaar
Jesse Hijink van de gemeente Vught gaf meer informatie over nóg een circulaire aanbesteding. Eerst werden deelnemers meegenomen in de ambitie van de gemeente op het gebied van circulariteit: “Niet heel anders dan andere gemeenten willen we klimaatadaptieve en -neutrale nieuwbouwwoningen stimuleren. Die moeten vanzelfsprekend ook betaalbaar zijn. Onder klimaatadaptief verstaan we ontwerpen die rekening houden met mens en dier bij veranderende weersomstandigheden. Onder klimaatneutraal verstaan we energieneutrale, circulaire woningen met een CO2-neutraal bouwproces.” Ook de definitie van ‘betaalbaar’ werd door Hijink onder de loep genomen: “We bouwen naar de woningbehoefte, dus betaalbare en middeldure woningen.”
Bijzondere aandacht is er voor de huisvesting van jongeren, starters en senioren. Dit zien we terug in de Woonvisie van de gemeente, met een verdeling als volgt: 45% sociale huur of koop tot €250.000, 20% tot 25% middenhuur, dure huur of koop € 250 tot € 400.000. Dan nog 20% tot 25% koop van €400 tot €600.000 en 10% koop vanaf €600.000. Vervolgens belichtte Hijink een praktijkvoorbeeld een plangebied ten noorden van de spoorlijn Tilburg – Den Bosch, met een bouwlocatie voor 185 woningen: Den Hoek. De uitdaging aan de markt is om een duurzame invulling te geven, met extra aandacht voor circulariteit.
“Dat is concreet, maar ook breed”, lichtte Hijink toe. “Hoe pak je het aan om te markt uit te dagen op deze onderwerpen? We hadden nog geen ervaring met de BCI bij andere aanbestedingen, dus beschouwden het als een pilotaanbesteding. Samen met Alba hebben we dit proces vormgegeven.” Dit bestond uit drie fases: een programma van ambities, vraagspecificatie en aanbestedingsstukken zoals de gunningsleidraad en de selectieleidraad. Hijink over het programma van ambities: “Hierin willen we circulariteit en duurzaamheid vertalen in ambitie en belichten we de aanbestedingsstrategie. Welke procedure is passend en op basis van welk inkoopproces en criteria selecteren we de ontwikkelaar?”
Haalbare kaart?
De gemeente Vught voerde een marktconsultatie uit, om te onderzoeken of de gestelde aanvraag ook haalbaar was. Het was voor partijen helder wat de grondprijs werd, zodat er geen misverstanden ontstonden over de definitie van betaalbaarheid. Vervolgens lichtte Hijink de vraagspecificatie rondom circulariteit toe: “De herkomst, losmaakbaarheid en het toekomstscenario van de toegepaste materialen en producten komen centraal te staan. Verantwoorde herkomst door zoveel mogelijk hergebruikte en biobased materialen en producten toe te passen en zo min mogelijk gebruik te maken van nieuwe grondstoffen. Losmaakbaarheid door middel van een slim ontwerp waarmee materialen en producten eenvoudig worden vervangen, zonder schade toe te brengen aan andere materialen en producten.”
Binnen het eerste selectiecriterium, realisatie duurzame woningen, werden doelstelling, bewijs en toelichting bepaald. Hijink: “De doelstelling was inzicht in ervaring met ontwikkelen en realiseren van duurzame woningen. De bewijslast, een referentie van minimaal 10 woningen, ontwikkeld maximaal drie jaar geleden. Om in de toelichting vervolgens aan te geven op welke wijze de referentie aansluit op het programma van ambities.” Als tweede criterium kwam het innovatief vermogen naar voren. “De doelstelling was inzicht in het innovatieve vermogen van organisaties en de ontwikkeling die ze doormaakten op het gebied van circulair bouwen. Als bewijs vroegen we een concreet verbeter- en ontwikkeltraject van de afgelopen vijf jaar. De toelichting die we vroegen betrof de stappen die zijn genomen in de bedrijfsvoering, de resultaten en de volgende stappen.”
In de gunningsfase werden drie partijen geselecteerd en gevraagd om een BCI-score af te geven voor de woningen die worden ontwikkeld. Het aanmaken van de account voor BCI Gebouw was op kosten van de gemeente Vught en de training voor het gebruik van de tool werd gegeven door Alba Concepts, gefaciliteerd door de gemeente Vught. Over het gunningscriterium zei Hijink: “De BCI-score was een criterium. Het totaal aantal punten circulariteit werd toegekend kwantitatief en objectief, op basis van de behaalde BCI. Ook de factor haalbaarheid vormde een criterium. Hier ging het om de kwalitatieve beoordeling op basis van het beoordelingskader.” De beoordeling: het totaal aantal punten was opgebouwd uit de BCI score maal de factor haalbaarheid.
Demontabel en herbruikbaar
Het resultaat is dat de woningen voorzien in eigen energieverbruik, in een korte bouwtijd van zeventig dagen worden gebouwd en klimaatadaptieve en natuurinclusieve eigenschappen hebben. Zo wordt op passieve wijze oververhitting van de woning voorkomen en wordt regenwater volledig op eigen terrein geïnfiltreerd. Ook worden diverse klimplanten toegepast, met ruimte voor nestkasten voor vogels en vleermuizen. Op het vlak van circulair bouwen is er goed nieuws te melden, want er worden velerlei maatregelen getroffen om zo demontabel en herbruikbaar mogelijk te bouwen. De binnendeuren zijn biobased, er is een demontabele kanaalplaatvloer met terugnamegarantie en de binnenwanden hebben een vlaskern, eveneens met terugnamegarantie. Ook de kozijnen en deuren zijn biobased, met HR++glas en 100% herbruikbare aluminium demontabele waterslagen.
Hijink sloot af met een aantal adviezen: “Besluitvorming vergt het loslaten van traditionele wegingsfactoren die zich richten op opbrengstmaximalisatie. Een belangrijke uitdaging is de tijdsinvestering van partijen. Er wordt veel van ze gevraagd. Voor veel partijen is de BCI nog geen standaard norm of criterium bij ontwikkelingen.” Een aandachtspunt is wat hem betreft de factor haalbaarheid. “De weging hiervoor door toelichting en verificatiemethode gaf de doorslag bij de aanbesteding: een hogere BCI en een lagere weging tegenover een lagere BCI en hogere weging.” Bovenal geeft hij mee dat het van belang is dat de sector leert dat we best op elkaars expertise mogen uitgaan. “Vertrouw op de creativiteit van de ontwikkelaars.”
Teruglezen (deel 1)
Dit is het tweede deel in een artikelenreeks. In het eerste deel gingen we in op het fundament van Het Nieuwe Normaal en de BCI. Ook leerden we de juridische kaders kennen van een circulaire aanbesteding. Je leest het eerste artikel hier terug. Meer informatie nodig over circulair aanbesteden? In deze Albapaper krijg je meer handvaten.