De urgentie van het verduurzamen van bedrijventerreinen werd duidelijk tijdens het eerste deel van de webinarreeks ‘Verduurzaming en renovatie van bedrijventerreinen’ van TKI Urban Energy. Daaruit bleek onder andere dat bedrijven behoefte hebben aan eigen verduurzamingstrajecten. Ook moeten belangen van leden van bedrijvenkringen goed geborgd worden. Tijdens de tweede editie stond collectieve warmte en koude centraal: wat zijn de kansen en belemmeringen die komen kijken bij het toepassen hiervan en welke innovaties zijn beschikbaar?
Duurzaam Gebouwd-expert en programmamanager duurzame warmte en koude van TKI Urban Energy (Robert Jan van Egmond) trapte af en vertelde over inzichten die werden gedeeld tijdens een opgenomen podcast samen met Jentse Hoekstra van ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Van Egmond: “Je kunt minder makkelijk rekenen aan warmte versus elektriciteit. Vergelijk het met bijvoorbeeld de opbrengst van een zonnepaneel, daar kun je berekeningen op toepassen zoals bijvoorbeeld de hoek en de ligging. Daarnaast kan elektriciteit aan het net geleverd worden en bij warmte moet je het leveren lokaal organiseren.” Volgens van Egmond ligt de grote uitdaging dan ook bij het lokaal met elkaar warmte uitwisselen en het organiseren daarvan.
Vervolgens komt bij de deelnemers van het webinar het statement ‘Er wordt nu heel veel warmte en koude verspild en de kunst is om dat te koppelen’ op het scherm. “Dit zegt het allemaal”, ging Van Egmond verder. “Er wordt ontzettend veel warmte en koude verspild op bedrijventerreinen.” Hij geeft vervolgens enkele voorbeelden van hoe je bedrijfshallen nu kunt aanpakken. “Bijvoorbeeld met de Ice Cube van Dutch Climate Systems, een adiabatische koeling. Door het verdampen van water kun je lucht koelen. Een volgende optie speelt in op het besef dat bij het verwarmen van een hal, de warmte naar de nok gaat. Die is vaak slecht geïsoleerd. Zorg daarom dat je die warmte omlaag drukt met oplossingen als die Dutch Fans leveren. Een andere innovatie komt van Winterwarm, die nu werkt aan een hybride heater, op dezelfde plek waar je een gasheater hangt, die een deel op gas blijft werken. Op de koudste dagen doet hij het op gas en in de tussenseizoenen kan het prima met elektriciteit. Tot slot zetten we een combinatie van Deltherma in de schijnwerpers, die met warmtepompen (Heliotherm), een groot buffervat en een laagtemperatuur afgiftesysteem (Sonniger) een hal op temperatuur weten te houden.” In bedrijfshallen kun je dus best wat slagen maken, bijvoorbeeld met de toepassing van innovaties uit de markt.
Verschil aanpak nieuwbouw en renovatie
Om verduurzamingsslagen te maken op bedrijventerreinen is onder andere het programma verduurzaming bedrijventerreinen (PVB Nederland) interessant. Dit kwam in de eerste editie van het webinar naar voren: het programma begeleidt ondernemers vanuit regionale organisaties, met als uitgangspunt dat ondernemers zelf in staat worden gesteld om verduurzaming te trekken. PVB Nederland verzamelt kansen en knelpunten en gaat hier met de juiste partijen mee aan de slag. De aanpak voor nieuwbouw en renovatie verschilt vanzelfsprekend. Hierover zei Van Egmond: “Vooral in greenfieldsituaties waar een bedrijventerrein kán komen, is het belangrijk om vanaf het startschot de goede dingen te doen. Bijvoorbeeld door een warmteuitwisselingsnet te realiseren. In bestaande situaties duurt het lang voordat ondernemers een natuurlijk moment hebben om het bedrijf om te bouwen en restwarmte af te geven of het verwarmingssysteem op het collectieve net aan te sluiten. Dat is een moeizaam proces, maar door de gestegen energieprijzen wordt de incentive om over te stappen naar duurzame energievoorziening groter.” Daarom moeten we volgens hem ondernemers inspireren met praktijkcasussen.
Dat gebeurde tijdens het webinar met twee presentaties over warmtenetten, waarbij we voor het eerste voorbeeld naar het oosten van het land keken. Hier kregen deelnemers een kijkje in de keuken van hoe reststromen van warmte continu hergebruikt worden, zowel binnen bedrijven als erbuiten, dankzij een presentatie van Jan Breedveld van Firan en Steven MacLean van Ennatuurlijk. Breedveld trapte af en lichtte de ontwikkeling van een warmtenet in Hengelo toe: “Gemeente Hengelo is in 2007 gestart met een warmtenet dat kleinschalig georganiseerd was en deed onderzoek om het net verder te brengen naar een volgende fase. Nobian, destijds Akzonobel had een enorme hoeveelheid restwarmte beschikbaar en werd op dat moment in het kanaal geloosd. Dat moest veranderen en het warmtenet een stap voorwaarts brengen. Daarnaast werd toenadering gezocht met de markt en we zijn vanuit Firan en Ennatuurlijk gezamenlijk ingestapt en twee bedrijven opgestart Warmtenetwerk Hengelo en Warmtebedrijf Hengelo.”
Decentrale Energiecentrales
Het net evolueerde in 2017 werd er ook warmte geleverd naar de Hengelose wijken. Breedveld toont met een afbeelding aan dat het lage temperatuurnetwerk 40 graden Celsius levert in ruime hoeveelheden, op dit moment wordt 10% van de warmte gebruikt die in het kanaal geloosd wordt. Breedveld gaat verder: “Die wordt vervolgens gekoppeld bij Nobian, naar het pompstation gebracht en via het net naar twee Decentrale Energiecentrale (DEC) locaties wordt geleid. Daar wordt de warmte opgewaardeerd naar 70 graden Celsius en naar de wijken gebracht. Ook wordt er gekoppeld naar twee bedrijven waaronder HTSP/Thales, een bedrijventerrein waar vanaf de start een bronnet is neergelegd en dit de uitwisseling van warmte verzorgt.”
Leveringszekerheid
Hoe werkt het net nu precies? Volgens MacLean valt of staat alles met de bron, een bron die leveringszekerheid, continuïteit en duurzaamheid in het dna heeft. “We cascaderen de warmte, de warmte komt middels stoom richting Nobian die het voor zoutprocessen gebruikt en de reststroom gaat naar DEC Noord. Daaromheen ligt een gebied waar veel nieuwbouw plaatsvindt, waar wij ook de warmte leveren. Het opwaarderen van de warmte doen we met warmtepompen, met ammoniak als koudemiddel.” Breedveld nuanceert nog dat Nobian warmte beschikbaar stelt, maar dat dit niet leveringszeker is: “Wanneer je woningen aansluit op het LT-net, moet je aanvullende maatregelen nemen om ook de warmte in alle omstandigheden te garanderen.” Dat betekent, zolang er onzekerheid is op het gebied van levering, er een back-up voorziening nodig is. MacLean voegt toe: “De back-up doen we nog met gas, maar we willen toewerken naar energieopslag van duurzame energie.”
Het tweede voorbeeld betrof twee bedrijven die elkaars warmte gaan inzetten. “Individueel kunnen ze zichzelf warm en koel houden, maar door het aan elkaar door te geven bespaar je een heleboel energie en creëer je een collectief”, gaf Van Egmond hierover aan. Rimmert van Luyn van Hitachi Vantara maakt onderdeel uit van deze groep ondernemers in Zaltbommel en wist meer: “In 2016 richtten we de coöperatie duurzame bedrijventerreinen Zaltbommel op. Katalysator hiervoor was de ambitie van een aantal ondernemers om energieneutraal en -onafhankelijk te opereren.” Daarnaast noemt Van Luyn de verplichting om, wanneer je je als ondernemer vestigt op het terrein, bij te dragen aan parkmanagement en verduurzaming van het terrein. “Met een verplichte kleine bijdrage kunnen we het terrein goed onderhouden en net iets meer doen in het kader van verduurzaming. Dat vormde het startschot voor de ambitie om verder te groeien.”
Aandacht voor verduurzaming
Van Luyn deelde de structuur van de corporatie: naast het bestuur en de Raad van Advies, die voornamelijk uit vrijwilligers bestaan, zijn er 350 ondernemers vertegenwoordigd. “Grote ondernemers zoals DHL en PostNL vanuit een Corporate Social Responsibility (CSR) verduurzaming in de ambitiebepalingen staan. Maar bij een mkb is het mogelijk dat er meer nadruk wordt gelegd op de winst en het groeipotentieel van de organisatie en is er wellicht minder aandacht voor het onderwerp verduurzaming.” Daarnaast heb je partijen nodig als parkmanagement, maar ook consultancy-bedrijven die kunnen adviseren over de technische mogelijkheden. “Verder hebben we ondersteuning nodig van provincie en gemeente, om ervoor te zorgen dat we samen op één lijn zitten.”
Bouwstenen
Er zijn verschillende pijlers voor de coöperatie om aan te werken. Zo wordt ingezet op het vergroten van de biodiversiteit, worden energiescans uitgevoerd om energiewinst duidelijk te maken en wordt monitoring toegepast om inzicht en betrokkenheid te vergroten. “Daarnaast willen we bijvoorbeeld het aandeel duurzame energieopwekking vergroten door zonneparken op water en land te realiseren, maar ook pv op dak. We scharen ook het warmtenet onder het doel ‘opwek’ en we zagen kansen in het maken van de warmtekoppeling tussen het nieuw te vestigen distributiecentrum van DHL en buurman Hitachi.”
Doorstomen
Om ervoor te zorgen dat het plan om warmte uit te wisselen werkelijkheid werd, zorgde DHL ervoor dat de pijpleidingen alvast in de grond terechtkwamen. “Bij de bouw van het complex is dat geen grote extra investering en het zorgt voor toekomstbestendigheid. Daarna konden we de technische en juridische details oppakken. De onderhoudsbedrijven van beide bedrijven moeten gaan samenwerken en hebben het onder andere over technische details. Het gevaar daarvan is dat het een complex en log verhaal wordt, terwijl we juist de snelheid erin willen houden.” De financiering moest toen nog rond gemaakt worden. “We konden opstarten dankzij contributies van leden en gingen daarna naar de provincie gegaan om subsidie aan te vragen. DHL en Hitachi hebben ook geïnvesteerd, vanuit de duurzaamheidsambitie van beide bedrijven. In de zomer van 2022 is deze verbinding live gegaan. We proberen door te stomen en meer bedrijven aan te sluiten.”
Inschrijven volgende editie
Op 22 juni vindt een live-event plaats over de verduurzaming van bedrijventerreinen. Ook tijdens die editie krijg je weer een schat aan informatie over dit belangrijke onderwerp. Je schrijft je hier in en leest op DuurzaamGebouwd.nl meer over de verduurzaming van bedrijventerreinen.
Tekst: Marvin van Kempen, Beeld: Webinar TKI Urban Energy