‘Normen zijn een ziekte’, klonk het eerder uitdagend in een discussie over het Congres Gamechangers in de Bouw & Infra. Het was de aanleiding om dit onderwerp meteen te agenderen als slotdebat op 13 februari. Maar wel met een positieve insteek: Hoe kunnen regels, aanbevelingen en standaarden de klimaatopgave en verduurzaming in de bouwsector stimuleren? Kom ook naar het slotdebat met Arjan Visser, Dianta Wilmsen, Pieter Litjens, Willemien Bosch, Gertjan de Werk.
Het is een uiterst actueel onderwerp, want nog vorige week kwamen er twee belangrijke berichten naar buiten met als doel de regel- en wetgeving aan te scherpen om de verduurzaming van de bouw te kunnen versnellen. Nu hebben veel opdrachtgevers wel goede bedoelingen, maar tasten vaak nog in het duister en komen niet tot het gewenste, duurzame eindresultaat. En dat terwijl we juist in een heel spannende tijd van transities zitten, waarbij sneller duidelijk wordt welke eisen knellen. Die eisen en normen vormen als onderdelen van de oplossingsrichtingen niet alleen een uitdaging, maar staan die ook in de weg. Het is daarom juist zaak om te zorgen dat de wet- en regelgeving kansen biedt.
De oorzaken schuilen vaak in tekortschietende eisen, die weliswaar als minimum in een aanbesteding benoemd worden, maar vaak als maximum worden uitgevoerd. Zonder enige toegevoegde waarde. Waarom kan dat niet ambitieuzer en daadkrachtiger? Zijn de moederbestekken die al decennia gelden nog steeds leidend, zet een beheerder die ineens zijn onderhoud duurzaam moet uitvoeren een voet op het rempedaal of zijn het de kosten die alle ambities uitdoven?
Ook worden oorzaken genoemd als een gebrek aan kennis en kiezen voor juridische verantwoording boven duurzaamheid. En hoe zit het dan met het überhaupt kunnen meten van de kwaliteit van duurzame maatregelen?
Regels schrappen?
Gaat het werkelijk terugdringen van de CO2-uitstoot van de bouw dan wel lukken met scherpere eisen? Of moet je juist regels schrappen om sprongen te kunnen maken? En helemaal afstand nemen van de huidige manier van werken? Besef dan ook waar normen, vanuit historisch perspectief, vandaan komen, evenals de veiligheid die ermee moet worden gewaarborgd.
Debatleider Arjan Visser noemt de CUR-aanbeveling 100 als voorbeeld; daarbij gaat het over ‘schoonbeton’ en de esthetische kwaliteit van het betonoppervlak. Waarom zou je dat zo streng moeten toepassen, terwijl het toegepaste beton soms zelfs als poer onder de grond verdwijnt? Het betreft hier een richtlijn die vaak standaard in contracten staat en waar je dan niet meer onderuit kunt. Ook zijn er normen voor individuele oplossingen (zoals installaties) die, eenmaal in een gebouw aangebracht, niet meer relevant genoeg zijn omdat ze integraal niet goed samenwerken. Weg ermee of integraal aanpassen?
Als normen en regelingen er verder alleen maar zijn om risico’s te minimaliseren en die zoveel mogelijk te kunnen afschuiven naar anderen, kun je dan misschien ook maar beter afscheid van ze nemen? Maar hoe zorg je er dan voor dat de regels, naast veiligheid en kwaliteitsborging, innovaties en samenwerking niet in de weg staan maar vooruithelpen?
Jijzelf?
Natuurlijk is er een grote diversiteit in het normenlandschap. Vandaar dat het niet alleen om de exacte getallen gaat, maar ook om het spreken van een gezamenlijke taal. Wat betekent dat precies: circulair bouwen met een minimale milieu-impact? Bovendien is het de vraag wat jij, naast het wijzen naar normen en instanties, zelf doet om bij te dragen aan deze kwesties? We zijn immers als branche zelf verantwoordelijk voor waar we nu staat en hoever we het hebben laten komen. Wat ga jij anders doen?
Doe je ook mee aan het slotdebat tijdens Gamechangers in de Bouw & Infra met Pieter Litjens (CROW), Willemien Bosch (NLingenieurs), Dianta Wilmsen (NEN), Gertjan de Werk (Cirkelstad) en moderator Arjan Visser (Antea Group)? Boek dan hier meteen je ticket.
Tekst: Ysbrand Visser
Beeld: Shutterstock