Buiten begint de wintertijd met zomerse temperaturen, en binnen plakken milieuactivisten zich vast aan het Meisje met de parel. De boodschap is nu toch wel duidelijk. Fors ingrijpen om de klimaatverandering te keren is hoogstnoodzakelijk, net als in 2018. Toen werd de wet aangenomen, waardoor nieuwbouwhuizen niet meer op het gas mochten worden aangesloten. Wat is er nodig om tot meer van dergelijk grote transities te komen?
Betaalbaarder
Van Tongeren heeft er inmiddels een vierjarig wethouderschap in Den Haag op zitten (ze wordt plaatsvervangend voorzitter van de commissie m.e.r.) en weet goed hoe de hazen lopen in de politiek. In de Tweede Kamer (2010-2018) was zij aanvankelijk een roepende in de woestijn. Het besef dat het klimaat veranderde, drong bij velen in de Kamer nog lang niet door. Toch bleek ‘de nieuwbouw van het gas afhalen’ in 2018 geen onoverkomelijk dossier, want er werd door deskundigen en insiders al langer over gesproken. En ook de bouwsector keek er positief tegenaan.
Energielabel G
Inmiddels zijn we dik vier jaar en diverse maatregelen verder en wacht de bouw op nieuwe fundamentele doorbraken. Want de huidige regelgeving levert nog steeds nieuwbouwhuizen op die niet in z’n totaliteit CO2-neutraal zijn (laat staan CO2-positief). Bovendien zijn er naast nieuwbouw nog veel meer bestaande woningen en zitten we met een erfenis van talloze woningen met een Energielabel F of G, die binnen niet al te lange tijd volledig uit de gratie raken. En, voegt Van Tongeren toe, in waarde gaan kelderen.
Ook Dwars ziet dit laatste gevaar en roept financiële instellingen op (en eigenlijk iedereen in de sector) om hun verantwoordelijkheid te nemen en hun klanten uit te leggen dat niets doen geen optie meer is. Zorg daarbij voor financierings- en stimuleringsmaatregelen die deze bewoners een échte uitweg bieden.
Ondertussen wordt er gebouwd met de norm MilieuPrestatie Gebouwen die niet scherp genoeg is, terwijl die eis ook niet in harmonie samenwerkt met de BENG. Als je in een woning immers meer doet aan het terugdringen van het energieverbruik, gebruik je ook meer materialen waardoor je de MPG opkrikt (terwijl die juist omlaag moet).
Verder noemt Dwars het Bouwbesluit op basis van diverse kwesties ‘crimineel’ en ziet hij bij de toegenomen hitte - wie ontkent nog de klimaatverandering? - dat de TO-juli (temperatuuroverschrijding) meer aandacht verdient, om zo bij (bijna) 40 graden Celsius een aanvaardbare woningtemperatuur te kunnen behalen. Al met al lukt het zo echter niet om het grote vraagstuk - het laten dalen van de CO2-uitstoot - op te lossen, terwijl dat toch dé kwestie is die we met z’n allen in de maatschappij en dus zeker ook in de bouw moeten zien te tackelen. Maar hoe dan?
Toekomstbestendige woningbouw
Van Tongeren heeft in tal van rollen - ze was eerder ook executive director van Greenpeace - de bestuurlijke weeffouten in de Nederlandse polder kunnen ervaren en weet er in dit kader ook wel één. Het Rijk laat de regie van de klimaatplannen voor de gebouwde omgeving nu over aan de gemeenten. En dat zonder die bestuurslaag daarvoor regelgeving te bieden, laat staan een gevulde portemonnee.
Zo moesten gemeenten vorig jaar een Transitievisie Warmte vaststellen, maar welke middelen, regelgeving en kennis hebben zij specifiek voor de uitvoering, vraagt Van Tongeren zich af. Daarnaast, zo stelt ze, spelen ook nog de Regionale Energie Strategieën een rol, voor kennisontwikkeling en visie, maar een RES is niet democratisch gemandateerd en heeft feitelijk geen beslissingsbevoegdheid.
Het Rijk zou dus weer zelf aan zet moeten komen en op dat punt zijn er wel positieve ontwikkelingen, aldus Van Tongeren. Te beginnen met de comeback van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Ook het besef in de politiek dat er nu écht wat moet gebeuren, acht ze voldoende gegroeid om meer substantiële maatregelen te mogen verwachten. Niemand ontkent toch meer de klimaatverandering?
Mede op basis van de geluiden uit eigen kring, toont Dwars zich ook positief. Volgens hem erkent nu bijna elke bouwer en ontwikkelaar wel dat het roer om moet en beseffen de meeste bouwers tegelijkertijd ook dat bouwen volgens de huidige normen volstrekt onvoldoende is om tegemoet te komen aan de noodkreten van de aardbol. Bovendien ziet hij dat diverse kampen in de bouw elkaar beter vinden, zoals al bleek bij het convenant Toekomstbestendige woningbouw, waar heel veel grote en kleine partijen, uit de politieke en bouwwereld, zich achter schaarden.
2025
Dat nieuwe élan heeft Dwars geraakt en doet hem de toekomst hoopvol inzien. Hij mikt daarom nu op 2025 als het jaar waarin veel regelgeving moet zijn uitgewerkt en de bouw, het liefst op basis van een carbon budget, werkelijk een schone toekomst kan omarmen. Producten die zorgen voor CO2-uitstoot moeten het dan afleggen tegen natuurlijke producten die we bijvoorbeeld zelf op landbouwgronden kunnen telen.
Nadrukkelijk stelt Dwars dat het Rijk daarbij de regie moet nemen, waarbij hij moed put uit de woorden van minister Hugo de Jonge, omdat die al heeft gezegd dat de MPG naar misschien wel 0,5 zou moeten gaan. Die waarde is nu weliswaar nog niet in kannen en kruiken, maar alleen al door dat te zeggen, aldus Dwars, zet De Jonge de bouwsector aan het denken en aan tot handelen.
Een positief signaal uit politiek Den Haag was ook de motie (ingediend door CU en D66) die half oktober in de Tweede Kamer werd aangenomen. Daarin werd de regering verzocht om ‘het Bouwbesluit zodanig aan te passen dat er vanuit de bouwsector meer vraag ontstaat naar in Nederland geteelde biogrondstoffen als hennep, vlas, lisdodde, zonnekroon en olifantsgras én naar reststromen uit de Nederlandse land- en tuinbouw als stro en stengels’.
Een motie, zo licht Van Tongeren toe, is een ‘breed gedragen verzoek tot het onderzoeken van het genoemde onderwerp’. Vrijwel tegelijkertijd kondigde de regering ook al aan ‘de mogelijkheden te gaan onderzoeken of biobased en circulair (ver)bouwen kan worden versneld en de productie van vezelgewassen in Nederland kan worden verhoogd’. Stapje voor stapje…
Water
Misschien moeten we uiteindelijk hopen op een geïnspireerd Kamerlid dat opnieuw een initiatiefwetsvoorstel voorbereidt en indient, zoals Van Tongeren dat deed in 2018. Maar gezien de brede roep om verandering in de bouwwereld en bij tal van maatschappelijke gremia (zoals de Metropoolregio Amsterdam en Utrecht), is Dwars ervan overtuigd dat de bouw de komende jaren eensgezind grote stappen gaat maken.
Tot slot: ten aanzien van de CO2-uitstoot is de nood hoog en dat gaat volgens Dwars straks ook gelden voor een nieuwe crisis die snel op ons afkomt. Deze kwestie ligt echter, zoals de klimaatverandering dat decennialang ook deed, vrijwel onder het tapijt te verstoffen: ons watergebruik. Met kwesties als onvoldoende hergebruik van hemelwater en overvloedig verbruik van drinkwater. Slechts 1% van het gezuiverde water dat we verbruiken wordt gebruikt voor drinkwater, aldus Dwars. En waarom hebben de Belgen in de nieuwbouw hun drinkwaterverbruik al met 70% teruggebracht, terwijl wij niets doen? In de jaren na 2025 zal ook dit onderwerp hoog op ieders agenda komen te staan, voorspelt Dwars, maar waarom niet nu al?
Lees ook: Geen stikstofmiljoenen, maar een deltaplan voor de bouw
Onno Dwars is ambassadeur en missiehouder van Building Holland.
Tekst: Ysbrand Visser
Foto boven: Shutterstock