Veertien jaar na het Lente-akkoord startte dit voorjaar Lente-akkoord 2.0. Met programmaleider Sander Woertman kijken we vooruit naar de nieuwe koers, waarin de aandacht verlegd is van energiebesparing naar circulair industrieel bouwen. Op het gebied van houtbouw worden al veel issues gesignaleerd.
In het Lente-akkoord werken verschillende bloedgroepen in de bouw (Bouwend Nederland, IVBN, WoningbouwersNL, Aedes en NEPROM) samen om de klimaatdoelstellingen voor de sector te kunnen verwezenlijken. “Het belang van het Lente-akkoord”, begint Sander Woertman (foto onder), “is dat wij een groot deel vertegenwoordigen van het professionele opdrachtgeverschap in Nederland. Er is echt behoefte aan de kennis van hen en juist samen kun je de noodzakelijke grote stappen maken.”
Praktijk
“Deze aanpak zorgt ervoor dat het Lente-akkoord geworteld is in de praktijk”, gaat Woertman verder. “We waken er echt voor dat de themagroepen geen praatcircus worden. Met de voeten in de klei kijken we waar we tegenaan lopen. Vervolgens formuleren we wat er nodig is om struikelblokken uit de weg te ruimen of kansen te verzilveren. Het resultaat is altijd iets concreets: een advies richting de overheid, een werkhandleiding, een kennispaper of een evenement waarin we nieuwe inzichten delen.”
Inmiddels zijn er binnen het Lente-akkoord 2.0 zes themagroepen actief. Een van de onderwerpen die wordt opgepakt is de MPG. Woertman: “De koplopers binnen het Lente-akkoord zijn allemaal gemotiveerd om projecten te realiseren met een zeer lage MPG-score. Ze zien in de praktijk dat er allerlei obstakels zijn om dat voor elkaar te krijgen. Een van de themagroepen is bezig om te kijken wat er nodig is op het gebied van kennisdeling en -kennisontwikkeling om tot betere MPG-scores te komen. Daarnaast willen we ervoor zorgen dat een lage MPG-score echt milieuwinst oplevert en niet het resultaat is van spelen met cijfers.”
Het is nu nog te vroeg voor concrete resultaten - de eerste themagroep kwam in september bijeen - maar Woertman kan al diverse onderwerpen en uitdagingen benoemen.
Themagroepen
- MPG
- MPG & Houtbouw
- Consumentenbeleving Houtbouw
- CO2-barometer Woningbouw
- Verzekerbaarheid Houtbouw
- Het Nieuwe Normaal
Naast de MPG is er in de themagroepen veel aandacht voor houtbouwconcepten, met kwesties als de verzekerbaarheid van hout, waarbij ook brandveiligheid een issue is. Woertman: “Zodra je boven een aantal lagen of verdiepingen komt, wordt het verzekeren van houtbouwprojecten heel lastig. Wat verzekeraars vragen van houtbouwers gaat veel verder dan wat er in het Bouwbesluit staat. Ontwikkelaars moeten daarmee in de beginfase van hun houtbouwprojecten echt rekening houden, willen ze hun projecten verzekerd krijgen. Het is goed om daarvoor nu oplossingen aan te dragen, want er zitten heel veel meerlaagse houtbouwprojecten in de pijplijn.”
Beleving
De themagroep Consumentenbeleving Houtbouw verzamelde uit de hele wereld meer dan dertig bronnen over wat consumenten zoeken in een houtbouwwoning. Woertman: “Daarbij gaat het bijvoorbeeld over verschillende constructiemethodes met hout en inzicht over het meer of minder in het zicht laten van de houten constructie. Mensen willen niet wonen in een pand dat op een sauna lijkt. Uit onderzoek blijkt dat een bepaald percentage hout in het zicht optimaal is. Dat percentage is afhankelijk van hoeveel hout je ziet en waar je het ziet. Uiteindelijk is het vooral de bouwkwaliteit, die een heel groot stempel drukt op het welbevinden van bewoners in houtbouwprojecten.”
Het is de bedoeling dat de themagroep met een marktverkenning komt, waaruit blijkt wat de Nederlandse consument verwacht van houtbouw en in welke segmenten houtbouw kansrijk is. Woertman: “Er is momenteel heel veel vraag naar houtbouwprojecten, maar klopt die vraag ook met wat de markt aankan? En wat is dan het potentiële marktaandeel voor partijen?”
De beoordeling van die projecten door bewoners heeft vaak te maken met de opleverkwaliteit, aldus Woertman, wat uitmondt in kwesties als geluidsoverlast, kieren en vochtplekken. Vandaar dat geluid ook een issue is voor het Lente-akkoord 2.0. Woertman: “Het blijkt dat de normen op het gebied van geluidsoverdracht lastig te halen zijn met hout. Ten opzichte van beton worden vooral de lage tonen sterker overgedragen. Met de koplopers op het gebied van houtbouw hebben we een onderzoeksvoorstel over geluid gemaakt, want er zijn wel oplossingen bekend.”
Welstand
Een ander issue is de welstandscommissie, die in sommige gemeenten duurzame prefab- of houtbouwconcepten laat sneuvelen. Corporaties zijn daardoor eerder geneigd die concepten links te laten liggen om met een traditioneel bouwconcept snelheid te kunnen maken. Vandaar de wens, aldus Woertman, om landelijk uniformiteit te creëren, waardoor het wiel niet telkens opnieuw moet worden uitgevonden. “Dan kan een conceptbouwer zijn producten met hetzelfde gemak zowel in Heerenveen als in Zaanstad bouwen. Vandaar dat we overwegen of we een themagroep over welstandseisen voor conceptuele woningbouw kunnen opzetten. Dat moet een werkbare oplossing bieden, die ook landelijk toepasbaar is.”
Hetzelfde geldt voor uniforme prestatie-eisen van woningen, een onderwerp dat wordt verdeeld over meerdere themagroepen. Woertman: “Je merkt dat heel veel gemeenten en provincies hoge ambities hebben op het gebied van duurzaamheid en zoeken naar manieren om dat bovenwettelijk te regelen. De laatste maanden organiseren provincies en regio’s zich rond convenanten, zoals het convenant Toekomstbestendig Bouwen van de MRA en de provincie Utrecht. Wij maken ons zorgen dat deze convenanten leiden tot verschillende eisen op lokaal niveau, terwijl industrieel bouwen juist is gebaat bij landelijk uniforme regels. Want alleen dan hebben bouwers de zekerheid dat hun woonconcept of prefab bouwsysteem overal in ons land kan worden neergezet.”
“Het is daarom aan ons om te bekijken wat professionele opdrachtgevers nodig hebben om betaalbaar en grootschalig duurzaam te bouwen en aan welke eisen ze kunnen voldoen. Dat is essentieel voor de transitie. Daarbij brengen wij de ontwikkelingen stapje voor stapje vooruit, maar onttrekken wij ons tegelijkertijd niet aan de grotere discussies.”
Beton
Bij de discussies over duurzaamheid komt vaak beton om de hoek kijken. Woertman vervolgt: “Circulair bouwen gaat nu vaak over hout, maar binnen het Lente-akkoord kijken we onbevooroordeeld naar alle ontwikkelingen in de markt. Je merkt dat het terugdringen van de hoeveelheden beton, de toepassing van circulair beton en het gebruik van duurzame toeslagmaterialen onderdeel zijn van de propositie van een duurzaam project. Om aan de BENG-eisen te voldoen én een lage MPG-score te kunnen behalen, maakt iedereen zijn eigen afweging. En dan worden naast hout of biobased ook beton, kalkzandsteen of staal toegepast. Daar zitten vaak heel slimme constructies tussen. Binnen de betonbranche is op het gebied van duurzaamheid nog wel een enorme slag te slaan, maar de mogelijkheden zijn er. Als je dat negeert, doe je jezelf tekort.”
“Wij hebben bij het Lente-akkoord 2.0”, besluit Woertman, “de mensen inmiddels op de juiste plek neergezet en ook de goede kaders geschapen. Zo ben ik erg blij met onze website, want kennisdeling is heel belangrijk. Dat deed het Lente-akkoord de afgelopen veertien jaar al heel goed. Bepaalde rapporten, zoals de brochure Balansventilatie met wtw, worden nog steeds superveel gelezen. Dat zijn voor bepaalde onderwerpen de enige kennisbronnen voor bouwpartijen.”
Meer info: Lente-akkoord 2.0
Inschrijven Nieuwsbrief Lente-akkoord 2.0
Tekst: Ysbrand Visser
Afbeelding (boven, Shutterstock): Met het bouwconcept One experimenteert Heijmans nadrukkelijk op het gebied van circulair, biobased en indstrieel bouwen.