De warmtetransitie stagneert door onzekerheid rondom prijsontwikkelingen, vertraging van de nieuwe Warmtewet en een gebrek aan daadkracht bij de overheid. Dat concluderen experts van de adviesbureaus DWA en Merosch na een gezamenlijke brainstormsessie. De adviseurs pleiten onder meer voor de komst van een door de markt en overheid opgezet fonds voor risicovolle, duurzame projecten.
Vrijwel alle gemeenten hebben wel een Transitievisie Warmte op de plank liggen, waarin staat hoe ze naar aardgasvrij gaan in 2050. De vertaling naar wijkuitvoeringsplannen blijft echter nog achter. Daar waar al wel concrete plannen zijn, overheerst nu onzekerheid. DWA en Merosch merken dat collectieve oplossingen in wijken uitblijven. Aanbestedingen lopen vast, terwijl de noodzaak van versnelling groeit. En nu de stijgende gasprijzen het momentum versterken, verzanden plannen in risicomijdend en uitstelgedrag. “We moeten van polderen naar actie”, zeggen ze, “en urgentie creëren met een duidelijk ultimatum over het dichtdraaien van de gaskraan.”
Gemeenten weten echter niet welke bevoegdheden en instrumenten ze krijgen aangereikt in de nieuwe Warmtewet, die lang op zich laat wachten. Uitvoerders van warmtenetten weten niet met welke prijzen ze moeten rekenen in aanbestedingen, nu al hun kosten blijven stijgen. Exploitanten kunnen niet incalculeren of ze met de maximaal te berekenen aansluitkosten (BAK) de businesscase nog sluitend kunnen maken. Blijven warmtetarieven gekoppeld aan de gasprijs, of komt die daar los van? En wie draagt het risico bij projecten die uiteindelijk meer kosten dan begroot?
Knelpunten en oplossingen
Al die onzekerheden staan de warmtetransitie in de weg, merken DWA en Merosch. Beide adviesbureaus richten zich op het verduurzamen van gebouwen en gebieden. Ze zijn onder meer actief in het adviseren en begeleiden van gemeenten bij de warmtetransitie. Daar stuiten ze nu op stagnatie. Om de knelpunten en oplossingen in de ontwikkeling naar aardgasvrij te bespreken, belegden de twee bureaus afgelopen zomer een gezamenlijke brainstormsessie.
Op uitnodiging van Ronald Schilt, eigenaar van Merosch, en Eloi Burdorf, managing partner bij DWA, staken acht experts de koppen bij elkaar. Beide bureaus hebben genoeg onderzoeksvragen en inventarisaties uitstaan, maar ze zien ook graag dat de markt de volgende stap neemt. En die blijft in veel gevallen uit.
Momentum benutten
“De noodzaak om de warmtetransitie te versnellen, groeit met de dag”, concluderen beide. De klimaatverandering neemt gevaarlijke vormen aan, de ambities in het Klimaatakkoord zijn fors en de stijgende gasprijzen brengen bij huishoudens en bedrijven het water tot aan de lippen. In plaats van dat momentum te benutten, doen we een stap op de plaats. Dat is onverantwoord.”
De aarzeling schuilt volgens hen in drie hoofdzaken:
- De vertraging van de nieuwe wet Collectieve Warmtevoorziening, die de markt in de wachtstand zet.
- Het uitblijven van rigoureuze besluitvorming vanuit de overheid.
- Het ontbreken van innovatieve financieringsproducten voor de toegenomen risico’s.
Warmtewet laat op zich wachten
Het doel van de Wet Collectieve Warmtevoorziening, de Warmtewet 2.0, is om de uitrol van collectieve warmtesystemen in de gebouwde omgeving te faciliteren. De wet is belangrijk voor gemeenten, omdat die hen meer mogelijkheden biedt om sturing te geven aan de warmtetransitie en om publieke warmtebedrijven op te richten.
In de nieuwe wet komen aparte regels te staan voor kleinschalige warmtenetten, die juist belangrijker lijken te worden. En er is voorzien in het loskoppelen van het maximale warmtetarief aan de gasprijs. Het zijn stuk voor stuk belangrijke voorwaarden om meer collectieve warmtevoorziening van de grond te krijgen. “Veel projecten wachten nu op de inwerkingtreding van de nieuwe wet. In de tussentijd moeten we echter wel kunnen blijven aanbesteden. De vertraging houdt de markt in een wurggreep”, zeggen beide adviseurs.
"Dit punt is inmiddels nog actueler geworden, omdat het kabinet voor huishoudens prijsplafonds op aardgas wil invoeren. Waarschijnlijk is dat deze ingreep ook zal gaan doorwerken in de maximale warmtetarieven die warmtebedrijven in rekening mogen brengen. Vanwege de hoge elektriciteitsprijzen gaat dan echter het verdienmodel van met name collectieve warmtepompen onderuit. Ook dit vraagt om een langetermijnvisie vanuit de overheid.”
Aardgaskraan gaat dicht
Verder vinden ze dat gemeenten vanuit de nieuwe Warmtewet de bevoegdheid moeten krijgen om te zeggen: ‘In deze wijk gaat de gaskraan dicht en komt een collectief warmtesysteem met aansluitplicht’. Dit sluit ook aan bij het wetsvoorstel van Hugo de Jonge, waarin een termijn van acht jaar wordt genoemd als richtlijn.
In plaats van een richtlijn is echter een verplichting nodig, vinden de adviseurs. Alleen als je een eigen oplossing hebt die beter of goedkoper is, mag je als bewoner afhaken. “Dat schept urgentie en duidelijkheid. Zonder urgentie komt niemand in actie. En met halve oplossingen redden we het niet. Nu komt de overheid met de hybride verplichting bij vervanging van cv-ketels. Op zich een goede eerste stap om aardgas te besparen. Maar wat is de tweede stap? De zekerheid dat in 2050 of eerder de aardgaskraan dicht gaat? Geef de markt die zekerheid, ook de markt die hybride ketels en warmtepompen ontwikkelt.”
‘Hybride is een verlengsnoer voor gas’
“Fabrikanten moeten weten wat het perspectief is van het product dat ze ontwikkelen. Je zegt nu in feite dat de gaskraan openblijft, daarmee geef je verkeerde signalen af. Het animo voor volledig aardgasvrij neemt daardoor af. Hybride is in dat opzicht een verlengsnoer voor gas. Hybride ketels vereisen immers dat we de aardgasinfrastructuur in ieder geval nog decennia in stand moeten houden. Zeg dan in ieder geval: vanaf 2026 hybride, vanaf 2040 of 2050 geen aardgas meer.”
Volgens de experts van DWA en Merosch is een besluitvaardige overheid de sleutel tot succes. Juist nu in de samenleving het sentiment ten opzichte van aardgas negatief is, zijn rigoureuze besluiten op zijn plaats.
Kwaliteit collectieve systemen verbeterd
De perceptie dat waterstof het ei van Columbus is, is volgens beide adviseurs onterecht. “De belofte van waterstof dwingt ons nu om het gasnet in stand te houden. Maar waterstof is een oplossing voor de industrie, niet voor een tweede leven van het grootschalige gasnet voor alle Nederlanders.”
Collectieve warmtesystemen bieden in veel gevallen een goede oplossing, zeggen de duurzaamheidsexperts. Als de warmtetarieven los komen te staan van de gasprijs en dus goedkoper worden, zal daarvoor meer interesse komen. Ook zien ze dat de kwaliteit van de systemen verbetert. Problemen zoals in de wijk Weideveld in Bodegraven komen nu gelukkig zelden meer voor.
“Het is aan ons om ervoor te waken dat we geen molensteen om de nek van bewoners hangen. Dat kan door een grotere rol te pakken in commissioning en kwaliteitsinspecties, en door ervoor te zorgen dat de markt levert wat we vragen en bewoners zich niet bekocht voelen.”
Bewoners meekrijgen
Veel mensen hebben nog de illusie dat we straks weer op de oude voet verder kunnen, merken de duurzaamheidsadviseurs. Dat gas straks weer bereikbaar en goedkoop wordt. Anderen denken dat waterstof misschien de redding is. Het is ook merkbaar dat er weerstand is tegen ‘verplichte’ verandering, tegen beperkte keuzes en noodzakelijke kosten voor de aanpassingen bij aansluiting op een collectieve warmtevoorziening.
Het wordt dus heel belangrijk om bewoners mee te krijgen in deze ontwikkeling. Ook daarbij zien de adviseurs een rol voor zichzelf weggelegd. Daarvoor zijn wel andere competenties nodig dan ‘die-hard techneuten’ nu gemiddeld hebben, geven ze aan.
Aanbestedingen lopen vast
Aanbesteding en inschrijving zijn op dit moment misschien wel de grootste struikelblokken om warmtesystemen van de grond te krijgen. Aanleg-, aansluit- en vastrechtkosten zijn voor dit soort lange-termijnprojecten onmogelijk te voorspellen. Geen enkel netwerkbedrijf wil zich daar nu op vastleggen. Daardoor is ook de haalbaarheid van grote projecten bijna niet in te schatten.
Financiering is onder die omstandigheden lastig. Ronald Schilt: “De markt is onvoorspelbaar. Zowel aan de energiekant als aan de investeringskant. Aanbestedingen mislukken omdat partijen geen prijzen durven af te geven. Hoe kunnen partijen onder die omstandigheden aanbesteden en partijen zover krijgen daarop in te schrijven? De risico’s van de huidige volatiliteit moet ergens in verrekend worden. In een kostprijs-plusmodel met duidelijke afspraken? In indexering van de prijzen? Risicodeling? Want voor je het weet zeggen gemeenten of corporaties: we gaan pas later van het gas af, want nu zijn de risico’s te groot. Dat moeten we zien te voorkomen.”
Risicofonds voor duurzame warmteprojecten
Als oplossing kwamen tijdens de brainstormsessie verschillende ideeën naar boven. Eén idee dat Merosch en DWA verder willen onderzoeken, is een door de overheid en markt in te richten fonds voor het afdekken van de risico’s van duurzame projecten. Eloi Burdorf: “Een gemeente kan daarin de risico’s van gestegen projectkosten ‘verzekeren’. Warmteprojecten kunnen zo een vollooptijd van zes jaar of meer hebben. Via dit fonds kunnen investeerders meer zekerheden ontvangen. Denk hierbij aan de termijnmarkt voor grondstoffen, maar dan voor de energietransitie. Duurzame investeerders willen waarschijnlijk best beleggen in zo’n fonds, als het straks om tientallen tot honderden warmsystemen gaat en er overheidsgaranties aan kunnen worden toegevoegd.”
De twee bureaus spraken af daar op korte termijn een tweede gezamenlijke workshop aan te wijden. En om richting de markt en de politiek een statement op te stellen met de besproken knelpunten en oplossingen. Daarnaast willen ze samen met de markt komen tot criteria voor marktuitvragen om bij de aanbesteding te komen tot succesvolle collectieve warmteprojecten.
Bron: Merosch & DWA
Afbeelding: Shutterstock