Eind juni ondertekenden de Woonbond, het Rijk, de VNG en Aedes de Nationale prestatieafspraken volkshuisvesting. Daarin zeggen zij toe 250.000 sociale huurwoningen, 50.000 middenhuurwoningen te bouwen en nog eens 450.000 woningen te verduurzamen. Deze plannen vertegenwoordigen een investeringsimpuls van ruim 108 miljard tot 2030.
Om het huidige tekort aan sociale huurwoningen en de wachtlijsten aan te pakken, moet het bouwtempo van de corporaties de komende jaren flink omhoog: van ongeveer 15.000 per jaar naar bijna 30.000 in 2030. Het doel is dat corporaties 250.000 sociale huurwoningen bouwen in de periode 2022 tot en met 2030.
Daarnaast is afgesproken dat corporaties tot en met 2030 50.000 middenhuurwoningen gaan bouwen, waarbij de evenwichtige mix moet worden gevonden van woningen met een prijs tussen € 850 en € 1.000. De provincies en gemeenten stellen voor het einde van het jaar samen met corporaties en huurders regionale woondeals op. Zo wordt per gemeente duidelijk hoeveel sociale huurwoningen corporaties gaan bouwen tot en met 2030, en hoeveel middenhuurwoningen corporaties per gemeente gaan realiseren. De gemeenten zullen eind 2022 duidelijk maken waar deze woningen gaan komen. Deze plannen vergen een investering van € 62 miljard.
Verduurzaming en woningverbetering
Corporaties gaan al hun woningen met een E-, F-, of G-label tot en met 2028 versneld verduurzamen. Dit sluit aan op het doel om in 2030 675.000 woningen verregaand te isoleren en om 450.000 bestaande corporatiewoningen aardgasvrij te maken.
Corporaties investeren daarnaast tot en met 2030 jaarlijks € 200 miljoen extra in woningverbetering, met een focus op een versnelde aanpak van vocht en schimmel, loden leidingen, asbest en brandveiligheid. Vanaf 2026 mogen er geen woningen meer zijn met een slechte staat van onderhoud (met uitzondering van woningen die door nieuwbouw vervangen worden). Deze plannen zijn goed voor een investering van € 46 miljard.
Verbetering van de leefbaarheid
Het verbeteren van de leefbaarheid vraagt van corporaties, naast investeringen in het verbeteren van de woningkwaliteit, ook investeringen in de leefbaarheid van de wijk en het sociaal beheer in de wijk. In totaal trekken corporaties hier tot en met 2030 jaarlijks € 75 miljoen extra voor uit (totaal € 600 miljoen).
Enorme inspanning
Deze afspraken vragen de komende jaren een enorme inspanning van gemeenten, corporaties, bouwbedrijven en installateurs. Zij hebben elkaar nodig om alle opgaven te realiseren. Opgaven die geen uitstel meer dulden gelet op het woningtekort, de stijgende energieprijzen, de leefbaarheid in de wijken en de oplopende inflatie. Woningcorporaties bieden met de gemaakte afspraken een stevig fundament voor de bouw- en installatiesector van een constante stroom van opdrachten in de komende tien jaar.
Slimme en snelle oplossingen
Met het oog op de groeiende personeelstekorten in de bouw- en installatiesector heeft Aedes de afgelopen tijd gezocht naar slimme manieren om de enorme bouwopgave toch te realiseren. Samen met marktpartijen is het programma de Bouwstroom ontwikkeld. Door meer samen te werken en gebruik te maken van een meer conceptuele manier van bouwen kan sneller, slimmer en goedkoper gebouwd worden. Aedes stimuleert haar leden deze aanpak te volgen. De beoogde grootschalige investeringen kunnen eveneens een nieuwe impuls voor verdere innovatie van de bouwsector betekenen.
Voor deze versnelde manier van bouwen is het wel nodig dat er een landelijke toelatingstoets komt. Dat zou een einde betekenen van de mogelijkheid voor gemeenten om met aanvullende eisen voor nieuwbouwwoningen te komen. Uniformiteit en standaardisatie is cruciaal voor de opschaling en versnelling van de bouw.
Bron: Aedes
Afbeelding: Shutterstock