Vergunning prefab woning moet in één keer voldoende zijn

Op dit moment bepaalt elke gemeente opnieuw of een standaard woning veilig is en gebouwd mag worden. “Dat is onnodig en belemmert het verhogen van snellere woningbouw”, aldus Martin van Rijn (Aedes). “Eén landelijke toelatingstoets voor de conceptuele bouw zou voldoende moeten zijn.”

Momenteel staat de gemeentelijke bouwplantoetsing grote aantallen en de snelheid van bouwen van fabrieksklare woningen in de weg. De vergunningsaanvraag is duur en tijdrovend. Bovendien bepalen verschillende gemeenten elke keer opnieuw of deze woningen veilig zijn, nog los van de welstandseisen.

Auto

Bij conceptueel bouwen van prefab woningen wordt echter gewerkt met standaarden. Dat betekent ook dat de vergunning in principe maar één keer hoeft te worden afgegeven voor de bouwkundige kwaliteit. Dus wanneer een fabrieksklare woning in gemeente A veilig kan staan, is deze in gemeente B net zo veilig.

Van Rijn: “Vergelijk het met een auto: wanneer het model door de RDW is goedgekeurd, mag je daarmee overal in ons land de weg op. Zo zou het ook met fabrieksklare woningen moeten zijn. Er zou één landelijke toets moeten komen, waarna de woningen overal geplaatst kunnen worden.”

Stikstof

Bij de opening van de woningfabriek van Barli (20 april) vertelde Van Rijn verder dat corporaties wel snel willen bouwen, maar worden geconfronteerd met problemen als de stijgende bouwprijzen én de dreiging dat stikstof de woningbouw op slot zet. Het conceptueel bouwen van woningen die uit een fabriek komen, kan helpen om juist veel sneller meer huizen te bouwen.

Conceptueel bouwen, ook wel industrieel bouwen of prefab genoemd, is een antwoord op een deel van deze problemen. De fabrieken zorgen voor minder CO2-uitstoot dan bouwen op locatie en wanneer de woningen op grotere schaal kunnen worden geproduceerd, worden ze financieel ook steeds aantrekkelijker. Anders gezegd: het milieu wordt minder belast en de bouw wordt goedkoper. 

Ambities

Uit eerder onderzoek onder de leden van Aedes bleek dat 80% van de deelnemende corporaties conceptueel wil gaan bouwen of dat nu al doet. Het ministerie van BZK sprak eerder de ambitie uit om de productie van conceptuele woningen te willen opschroeven naar 50.000 stuks per jaar vanaf 2030.

“Willen Rijk, gemeenten en woningcorporaties de ambities halen, dan moeten we samen zoveel mogelijk belemmeringen wegnemen”, aldus Van Rijn. “Conceptueel bouwen biedt een oplossing voor twee uitdagingen die de hele woningbouw op slot kunnen zetten, te weten CO2-uitstoot en te hoge bouwkosten. Bovendien zijn deze woningen snel te realiseren en dus een goede manier om woningzoekenden, onder wie vele spoedzoekers, relatief snel een fijn huis te bieden.”

Bron: persbericht Aedes
Foto: Shutterstock

Deel dit artikel

permalink