Hoe kunnen woningcorporaties na de roep om te verduurzamen ook de circulariteit oppakken? Paul Terwisscha kent veel antwoorden op die vraag. “Iets niet doen is ook een heel belangrijke circulaire keuze.”
Hij is directeur-bestuurder bij corporatie Volksbelang in Helmond en was eerder werkzaam bij corporatie Woonbedrijf (Eindhoven). Ook is hij lid van het Transitieteam Circulaire Bouweconomie en stuurgroeplid bij het Lente-Akkoord 2.0 (waarover binnenkort meer). Verder maakt Terwisscha actief deel uit van de Groene Huisvesters, de club van innovatieve duurzame corporaties. Met die verschillende petten verhaalt Terwisscha vaak over de bedreigde toekomst van onze aarde, waarmee hij binnen de kortste keren uitkomt op het grote belang van circulaire oplossingen.
Terwisscha ziet de circulaire beweging onder woningcorporaties in Nederland momenteel enorm groeien. Waar hij twee jaar geleden nog vooral de noodzaak moest uitleggen, vragen collega’s nu vooral hoe zij met circulariteit aan de slag kunnen gaan. Terwisscha: “Het gaat niet meer over óf energietransitie óf circulariteit, maar over beide, want op het moment dat je circulair bezig bent, wordt je CO2-impact ook minder dan als je traditioneel bezig bent. Het Planbureau voor de Leefomgeving geeft ook duidelijk aan dat de circulaire economie een positieve impact heeft op de klimaatverandering, het biodiversiteitsverlies, de vervuiling en de leveringsrisico’s van grondstoffen.”
Vier draaiknoppen:
Input = minderen / delen / slimmer
Gebruik = onderhouden / koesteren
Verlies = hoogwaardig recyclen
Subsititutie = eindige grondstoffen vervangen / hernieuwbare grondstoffen / alternatieven met minder milieudruk
Road show
De Groene Huisvesters, een groep van zo’n twintig corporaties door het hele land, is al jaren een soort kraamkamer van duurzaamheid, waarbij kennisuitwisseling vooropstaat. Samen werden de volgende stappen besproken en kwam vanzelfsprekend ook circulariteit aan bod. Dat mondde uit in het pamflet Circulaire Corporaties waarmee Terwisscha samen met twee collega’s een bestuurlijke road show maakt langs corporaties in het land.
Koesteren
“Corporaties bewijzen al decennia dat zij met meerjarig gepland, goed georganiseerd onderhoud de levensduur van woningen enorm verlengen. Dit is een van de belangrijke draaiknoppen van circulair werken. Met onze sector zijn we hier nog ‘onbewust bekwaam’ als rentmeester van ons vastgoed. Met onze portefeuillestrategie, meerjarenplanning onderhoud, conditiemetingen en slim inkopen sturen we op lean onderhoud met lage kosten. Daarbij is iets niet doen ook een heel belangrijke circulaire keuze.”
“Het verminderen van de input van nieuwe grondstoffen is echt de eerste keuze die je kunt maken. Wanneer corporaties nog bewuster de materialen gaan koesteren die ze al hebben, gaan we structurele circulaire stappen zetten. Zoals bijvoorbeeld het hergebruik van keramische dakpannen. Ongeveer twee derde van de pannen van een bestaand dak zijn prima herbruikbaar. Wanneer je dat doet, bespaar je geld en een factor 4 tot 5 aan CO2-impact ten opzichte van complete vervanging. Zorgvuldig beheer is echter vaak niet zo sexy. In het slimmer organiseren van onderhoud en vervanging worden de afgelopen jaren hele slagen gemaakt. Vaak gebeurt dat niet eens vanuit een circulaire gedachte, maar als besparing.”
Schilderwerk
Terwisscha noemt als voorbeeld een meerjarige, resultaatgerichte samenwerking met schildersbedrijven. Het schilderwerk moet aan bepaalde minimumkwaliteiten voldoen en de schilderbedrijven bepalen zelf wat ze doen, wanneer ze dat doen en hoe ze dat doen. “Daar zat ook een circulaire gedachte achter. De onderhoudsaannemers toonden zelfs aan dat zij op deze manier 30% minder aan lak nodig hebben. Je ziet de laatste jaren het resultaatgericht samenwerken toenemen. Indirect leidt dat ertoe dat je minder grondstoffen gebruikt, langer doet met grondstoffen en hergebruik makkelijker wordt om structureel te organiseren. Daarmee ben je dus meer circulair bezig.”
Renovatieproject van corporatie Volksbelang in Helmond.
Het recent afgesloten Lente-Akkoord 2.0 zet maximaal in op nieuwbouw en projectontwikkeling. Daarbij is er, aldus Terwisscha, ook aandacht voor transformatie van kantoorgebouwen en scholen naar een woonbestemming. “Als je kijkt naar alle woningen, kantoren, scholen, hallen, et cetera, dan zijn we een land met zeer veel vastgoed per inwoner. Vanuit de circulaire gedachte wil je eerst maximaal gebruikmaken van wat je al hebt, voordat we de wei ingaan om nieuw te bouwen.”
Terwisscha benoemt tevens de enorme kooldioxide-uitstoot van grondontwikkeling door nieuwbouw in het groen. Deze wordt in de huidige MPG-berekeningen van een woning niet meegeteld. Hij stelt dat transformatie van bestaand vastgoed en de bestaande stad de hoogste prioriteit zou moeten krijgen. En dan natuurlijk gelijk zo circulair mogelijk.
Voordeurdelen
“Als je kijkt naar de jaren 60- en 70-wijken, dan zijn daar veel gezinswoningen waarin vaak maar één persoon woont. Die woningen kunnen en moeten we slimmer gebruiken. Een grote eengezinswoning die leeg komt, kun je bijvoorbeeld ook splitsen en anders indelen. Aan een hoekwoning met een zijtuin kun je een uitbouw met twee à drie studio’s toevoegen. Ook garageblokken, die vaak niet in gebruik zijn bij mensen uit de buurt, bieden kansen om in de stad te verdichten.”
“Ook kun je woningen tijdelijk splitsen of er tijdelijk een unit of zorgunit bij zetten. Verder zijn onze huidige systemen van belastingen, toeslagen en uitkeringen erg gericht op één huishouden per voordeur. Deel je een voordeur, dan word je op van alles gekort. Vandaar dat alleenstaande ouderen die een stel zijn toch allebei hun huis aanhouden.”
“Stel dat we voordeurdelen gaan bevorderen en dus veel minder woningen hoeven te bouwen. Met deze oplossingen zijn we circulair en kunnen we maatschappelijk enorm besparen op klimaateffecten en op geld. Naast het feit dat in onze buurten het tegengaan van eenzaamheid een steeds groter thema aan het worden is. Het is zaak dat we dergelijke oplossingen slim ontwikkelen en realiseerbaar maken in een serie van één. Op die schaal werken biedt grote kansen voor hergebruik van materialen.”
BTW verlagen
Niemand kan deze transitie alleen aan, stelt Terwisscha, en stapsgewijs moeten we overgaan van de lineaire economie naar de donuteconomie. “In de oude economie schuif je steeds dozen door en probeert elke betrokken partij zoveel mogelijk te verdienen. Uiteindelijk is dat een piramidespel en blijft er nog heel weinig restwaarde over en dat noemen we dan afval. Deze waardeketen gaat ten koste van onze aardbol. Er is daarom geen andere weg dan de circulaire economie.”
“Daar waar de klimaatverandering onze grootste directe zorg is, geeft ons pamflet aan dat circulair werken een enorm positief effect zal hebben op de impact van CO2 (-equivalenten). Stel dat we de omzetbelasting vervangen door een CO2-belasting. De overheid kan dat budgettair neutraal invoeren, terwijl dat voor de economie en circulariteit enorm gaat uitmaken. Corporaties en leveranciers gaan dan immers op zoek naar producten of oplossingen met zo min mogelijk CO2-impact. Het lijkt mij onontkoombaar dat die belasting er binnen een jaar of tien komt.”
“Een andere maatregel”, besluit Terwisscha, “die wat mij betreft op de kortst mogelijke termijn moet worden ingevoerd, is het schrappen van de btw die wordt geheven op al het materiaal wat je zelf hergebruikt of wat binnen de corporatiesector wordt hergebruikt. En stel voor circulaire arbeid het lage btw-tarief in. Beide maatregelen gaan corporaties zeker een goede zet in de rug geven. Zo kunnen we echt snelheid maken in de gewenste transitie naar een circulaire economie!”
Paul Terwisscha is een van de ambassadeurs van een missie op Buildiong Holland.
Tekst: Ysbrand Visser
Foto boven: Shutterstock
Foto Paul Terwisscha: Volksbelang