De toepassing van materialenpaspoorten is toe aan een volgende stap. Natuurlijk vormt het invoeren van gedetailleerde data de sleutel voor een nieuwe circulaire wereld. Wat ga je vervolgens met die data doen en welke kansen bieden ze?
Inzichten
Op dit moment focust Madaster zich vooral nog op de voorkant van het platform. Beeks: “Onze gebruikers moeten gemakkelijk en zo gedetailleerd mogelijk hun paspoort kunnen aanmaken. Dan kijk je in eerste instantie naar de invoer. Daarna is het van belang dat je op basis van die data zo geautomatiseerd en betrouwbaar mogelijk inzichten kunt ophalen.”
Die inzichten zijn niet alleen bedoeld voor de langere termijn, aldus Beeks. “Zo kunnen ontwikkelaars al tijdens het ontwerpen de mate van circulariteit van een project bepalen en op basis daarvan andere ontwerpkeuzes maken.” Dat laatste hoef je niet meer uit te leggen aan Paul van Doorn, senior planontwikkelaar bij Giesbers Ontwikkelen en Bouwen dat al sinds 2018 partner van Madaster is.
Marktplaats
Als een materialenpaspoort wordt overgedragen aan de eigenaar of gebruiker van een gebouw, volgt een nieuwe uitdaging: de praktische toepassing. Tegen een jaarlijkse vergoeding kan de eigenaar van het materialenpaspoort betrokken partijen inzicht geven in de data. Madaster werkt hard aan die ontsluiting. Beeks gaat verder: “Je kunt die data gebruiken voor beheer en onderhoud en dat geldt ook voor renovatie en transformatie. Als je bij een renovatie weet wat er verandert en welke zaken erbij komen, krijg je via Madaster veel sneller inzicht in de materialen die beschikbaar komen. Daar gaat het uiteindelijk om: het faciliteren van hergebruik.”
“Als je pas op het moment van sloop of transformatie erachter komt wat er in een gebouw zit, moet je nog gaan zoeken naar een tweede leven. Weet je meteen al wat er precies in zit, dan kun je er een jaar voor de sloop al naar kijken en zet je die informatie vooraf op een marktplaats van gebruikte bouwmaterialen. Op die manier benut je de data gedurende allerlei fasen van een gebouw en pluk je er sneller de vruchten van.”
Digitale skills
“Ook als een gebouw heel adaptief is”, vervolgt Van Doorn, “en makkelijk van functie verandert, kun je winst behalen. Met een materialenpaspoort kun je ook heel goed het ‘mutatieonderhoud’ sturen, waardoor dat kostenefficiënter wordt. De eigenaar of gebruiker moet daarvoor wel voldoende digitale skills bezitten.”
“Dat is een ontzettend belangrijk thema”, beaamt Beeks. “Er zijn verschillende typen gebruikers. Aan de voorkant is er de super technische ‘bimmer’, die er op een gedetailleerd niveau informatie in zet. Aan de andere kant zit de duurzaamheidsmanager of vastgoedbeheerder, die op het gebied van CO2-prestaties of circulariteit meer inzicht in zijn portefeuille wil hebben. Of je wilt als gebouweigenaar het hele opleveringsdossier ontvangen, want daarin vind je in feite de handleidingen van de installaties en zie je waar de leidingen lopen. We zijn nu bezig om verschillende profielen van gebruikers te ontwikkelen, zodat zij kunnen zien wat relevant voor ze is.”
Circulaire waardecirkel binnen vastgoedcyclus (afbeelding Giesbers Ontwikkelen en Bouwen).
Lees het complete verhaal met Van Doorn en Beeks verder in ons uitgebreide, gratis digitale magazine Circulariteit met ook een reactie van de directeur Charles Lohnstein over de nieuwbouw van het Over Betuwe College in Elst, waarvoor Giesbers Ontwikkelen en Bouwen op eigen initiatief en kosten een materialenpaspoort opmaakte.
Tekst: Ysbrand Visser
Foto boven: Shutterstock