Meer ruimte voor relatie in aanbesteding en uitvoering

Afgelopen najaar werd tijdens het jaarcongres van het Instituut voor Bouwrecht de vraag opgeworpen of de bouw niet toe is aan een nieuw contractenstelsel. Expert Jaap de Koning (Witteveen+Bos), een van de auteurs van de Modelovereenkomst Bouwteam Duurzaam Gebouwd 2020, geeft antwoord. “Misschien moeten we wel naar China kijken.”

Nationaal en internationaal zijn er de nodige ontwikkelingen op het gebied van contracten, aldus Jaap de Koning. Een standaard contractmodel is vaak niet meer voldoende. In Nederland hanteren opdrachtgevers naast de UAV en UAVgc voor de uitvoering regelmatig aanvullende voorwaarden, die steeds weer anders zijn, “maar regelmatig in het voordeel van de opdrachtgever”, aldus De Koning. Hij pleit vooral voor contracten waarbij er meer aandacht is voor balans én voor de relatie, en dat in de uitvoering en in de aanbesteding.

De Koning (foto rechts) verwijst naar buitenlandse contractenvormen als NEC4. De Koning: “Daar halen wij inspiratie uit, mede omdat ze minder juridisch geschreven zijn dan onze standaardcontracten en daardoor beter leesbaar. NEC4-contracten bestaan uit een set van contracten, waarbij je van een normaal contract ook vrij makkelijk een collaborative, dus een relationeel contract kunt maken. Dat doe je door er bepaalde modules aan toe te voegen. Deze contracten kennen expliciete bepalingen over houding en gedrag en samenwerkingsgericht werken. Waarbij je met elkaar vastlegt dat je op een goede en constructieve manier met elkaar wilt werken. Dat vind je niet terug in de UAV of UAVgc.”

Bouwteam

Ondertussen zijn bouwteams de afgelopen jaren in Nederland steeds populairder geworden, mede door het steentje dat De Koning (en vier medeauteurs1) daaraan bijdroeg met de komst van de Modelovereenkomst Bouwteam Duurzaam Gebouwd 2020 (DG 2020). De Koning: “Het bouwteam vraagt een andere manier van werken, maar er gaapt nog een gat erna. Welk contract hanteer je dan? Ons model is alleen van toepassing op de bouwteamfase. Op het moment dat de uitvoering start, kun je dat niet meer gebruiken. Voor de uitvoering ben je dan aangewezen op de UAV of de UAVgc en daarbij mis je alle elementen van samenwerking, zoals houding, gedrag en gezamenlijke doelstellingen. Daar ligt dus een concrete uitdaging.”

De Koning pleit nu, samen met enkele andere experts2, voor de komst van meer relationele contractvormen. Zij willen echter niet met een nieuwe set contracten op de proppen komen. De Koning: “Dat is een heilloze weg. Dat gaat er toch niet komen. Onze ambitie is realistischer. Wij zien meer in het toevoegen van artikelen aan bestaande contracten. Stel dat je met elkaar op een goede manier de bouwteamfase doorloopt en ook met elkaar de uitvoeringsfase ingaat. Dan zou je bepaalde elementen van die bouwteamfase kunnen of willen doortrekken naar het uitvoeringscontract. Daarvoor kun je volgens mij prima een soort supplement schrijven, als aanvulling op de standaardcontracten.”

“Een realistische route is bijvoorbeeld het gebruiken van elementen uit ons bouwteammodel DG 2020, die je in losse modules kunt gieten om ze toe te voegen aan het contract voor de uitvoeringsfase. De vraag is nu hoe we hieraan verder structuur gaan geven. Deze onderwerpen, en met name ‘vertrouwen’ en ‘de relatie’, liggen in de private wereld natuurlijk veel makkelijker dan bij de overheid, die vastzit aan de aanbestedingswet en haar verplichtingen als publieke organisatie.”

Vertrouwen en transparantie

Het werken aan de relatie is in de bouw ook lastig, omdat het vaak om één project gaat. Daarna gaat ieder weer zijns weegs. De Koning: “Waarom zou je daarbij werken aan de langdurige relatie? Het is geen continu proces, tenzij er ook sprake is van onderhoud en beheer. Hoe kun je dan, op een andere manier, je verhouding met je opdrachtnemer organiseren? Dat is een lastige vraag, zeker gecombineerd met de eisen van de aanbestedingsplicht.”

“Je kunt ook werken aan vertrouwen en transparantie buiten de projecten om. Door bijvoorbeeld meer met elkaar te overleggen via vakorganisaties, zoals de gemeente Amsterdam dat doet. Die heeft een aantal tafels ingericht, waar ze twee keer per jaar met alle partijen diverse kwesties en dilemma’s bespreken. De verslagen daarvan zijn ook openbaar.”

“Zo werk je echt aan de relatie en loopt de onderlinge communicatie niet via de lijnen van een project. Bij een project ligt er een contract onder en zitten er altijd belangen achter. Dat maakt het moeilijker. De genoemde openheid hoort er wel bij. Dat is de sleutel, ook om te voorkomen dat het weer allemaal onder de tafel verdwijnt of in de cafés gebeurt, zoals ruim twintig jaar geleden.”

China

Om de relatie in projecten een veel betere rol te geven, pleit De Koning ook voor een andere manier van aanbesteden. “Misschien moeten we wel naar China kijken. Als men daar een partner voor een project zoekt, gaat het eerst over de relatie. Zij doen het dus helemaal omgekeerd ten opzichte van ons. In Nederland gaan we pas samen eten en drinken als het project klaar is. Zij beginnen ermee, terwijl er nog geen letter op papier staat. Ze gaan elkaar eerst leren kennen en pas als ze denken ‘dat zit wel goed’, kijken ze eens naar de voorwaarden. En dat kan héél lang duren. Ze werken dus eerst aan de relatie en als die solide genoeg is, vinden ze elkaar.”

Volgens De Koning kan het contrast niet groter zijn. “In Nederland kun je volkomen anoniem inschrijven op een aanbesteding. Als je aanbieding past binnen de criteria, loop je de kans dat je het met elkaar gaat doen, terwijl je elkaar nog nooit gezien of gesproken hebt. Je hebt dan geen idee of je elkaar wel leuk vindt. In het stelsel dat we nu hebben, kun je die Chinese manier echter helemaal niet toepassen. Zeker sinds de bouwfraude is dat ‘relatieaspect’ toch nog steeds moeizaam. Je mag bijvoorbeeld vooral niet selecteren op de klik.”

Als we vragen naar een goed praktijkvoorbeeld, noemt De Koning de renovatie van het hoofdkantoor van Witteveen+Bos in Deventer, waar hij als directievoerder samenwerkte met bouwbedrijf Van Wijnen. Daar lag een gewoon uitvoeringscontract met bestek onder. “We konden zelf de opdrachtnemer selecteren, maar dat hebben we netjes transparant gedaan. Verder heb ik er tijdens de bouw diverse relationele dingen in gestopt. Zo had ik regelmatig een benen-op-tafel-overleg met de projectleider van hun kant. Daarbij maakten we geen aantekeningen. Het ging alleen maar over wat er wel of niet goed ging en wat we daaraan konden doen. We zijn ook regelmatig samen met het hele projectteam, zowel de ontwerpers als de bouwers, dingen gaan doen als bowlen. Zodat je ook op die manier aan de relatie bouwt en elkaar beter leert kennen.”

DG 2020

Over DG 2020 wil De Koning nog wel kwijt dat het niet zomaar een overeenkomst is die na ondertekening, zoals zo vaak, in een kast verdwijnt. En daar alleen uitkomt als er gedoe is. “We hebben er veel zaken in gestopt die eigenlijk ook voorkomen in de NEC4-contracten. Zo is het een soort half plan van aanpak geworden, een semi-managementplan. Het is de bedoeling dat je dat contract echt gebruikt en niet in die kast laat liggen. Dit zijn contracten waarmee je mensen bewust houdt van hun rol, van de onderlinge afspraken en van de vraag of je daaraan allebei nog steeds voldoet. Het is een contractvorm die je aanspoort om de samenwerking echt inhoud te geven.”

Bij het vormgeven van andere contracten benadrukt De Koning ten slotte ook het level playing field. “Er moet wel iemand van de opdrachtgever leidinggeven, maar die hoeft niet de baas te spelen. Er moet een soort van gezamenlijkheid in zitten, net als in het bouwteam. De opdrachtgever, opdrachtnemer én de adviseurs zitten daarbij zoveel mogelijk gelijkwaardig in het team. Ook als je kijkt naar zaken als aansprakelijkheid, besluitvorming en waarschuwingsplicht, die moeten in balans zijn. Alles is in een bouwteam gericht op best for project.” En dat moet dus ook in de aanbesteding en uitvoering gestalte krijgen.

1 Andrea Chao, Arno Hoevink, Joost Merema en Henberto Remmerts

2 Andrea Chao, Lonneke Cheung, Diederik de Koe, Niek Lauret, Joost Merema, Frank van Rooden en Menno Wouda

Tekst: Ysbrand Visser
Foto boven: Shutterstock

Deel dit artikel

permalink