Urgenter dan ooit is de opgave om een veilige thuishaven te bieden aan medewerkers. Gezondheid staat in de schijnwerpers en eigenaren van vastgoed jagen het beperken van de overdracht van virussen na. Ventilatie is daarvoor een belangrijk wapen, maar is het voor ontwikkelaars, huurders en verhuurders duidelijk of de juiste bijdrage wordt geleverd aan een veilig en gezond binnenklimaat? ”Het onderwerp krijgt meer aandacht, maar de effectiviteit van ventilatie wordt onvoldoende ter discussie gesteld.”
Tekst: Marvin van Kempen, Beeld: Ionair
Beeld boven: AFAS in Leusden is volgens Jeroen Posthumus een van de koplopers met een gezond binnenklimaat.
Foto rechts: Jeroen Posthumus van Ionair: “Ventilatie wordt te algemeen ingezet, zonder dat er naar een specifieke situatie wordt gekeken.”
De aandacht voor gezondheid helpt mee in de discussie over de waarde van een gezond binnenklimaat. Dat dit naast veiligheid voor de mensen in het gebouw ook een grote impact heeft op productiviteit en ziekteverzuim, is wetenschappelijk onderzocht en bekend. “Onderzoeken van onder andere de World Green Building Council [zie whitepaper ‘De impact van vastgoed op gezondheid’ op DuurzaamGebouwd.nl, red.] laten dit zien. De overtuiging dat een gezond binnenklimaat waarde heeft, groeit. En toch zetten we er niet volledig op in.”
Schijnveiligheid op de loer
Hij doelt op schijnveiligheid die op de loer ligt. Wie het binnenklimaat niet integraal beoordeelt, krijgt een incompleet beeld. “Het is begrijpelijk dat we in toenemende mate met sensoren meten op onder andere CO2 en dit is een goede eerste stap. Het geeft tot zekere hoogte informatie over je binnenklimaat.” Immers: als je een hoge CO2-waarde in een ruimte hebt, dan kun je ervanuit gaan dat je medewerkers of bezoekers bedompte lucht inademen en ze bijvoorbeeld hoofdpijn ontwikkelen. “Door te ventileren haal je buitenlucht binnen, met een CO2-concentratie van 400 ppm. In een natuurgebied wil je veel van die buitenlucht binnenhalen, maar in een stedelijke omgeving is de situatie anders door de vervuiling. Daarom moeten we beter op de hoogte zijn van wat er in onze buiten- en binnenlucht zit. Weten wat er in de cocktail zit.”
Effectief ventileren
“Ventilatie wordt vaak te algemeen ingezet, zonder dat er naar een specifieke situatie wordt gekeken. Heb je een kantoorgebouw langs een drukke weg, dan haal je zo de uitlaatgassen binnen als je ventileert. Dat heeft een negatieve impact op het binnenklimaat, terwijl je zelf overtuigd bent dat je voldoende ventileert en je binnenlucht gezond is.” Een ander voorbeeld: “Je kunt een schoolgebouw met een constante CO2-concentratie van 800 ppm hebben, maar de lucht kan vol zitten met virussen, schimmels en bacteriën. Daarom moeten we niet alleen nadenken over bijvoorbeeld de frequentie van ventileren maar ook over de effectiviteit ervan.”
Uit onderzoek blijkt dat het bipolair ioniseren van lucht voor 99,5% virussen afbreekt.
Wanneer is ventileren dan wél effectief? De onderkant is het Bouwbesluit, waarin luchtverversingen voor verblijfsruimtes zijn opgenomen volgens de NEN 1087. “Pas de hoogste kwalificatie toe voor je luchtfilters en zorg dat die goed onderhouden worden. Doe kennis op over wat er in je binnenlucht zit aan stoffen, schimmels, andere micro-organismen en geuren. Als je informatie hebt over de samenstelling van de lucht, kun je er tijdig op acteren.” Zo ook op virussen als covid-19. “We wisten al dat je door lucht te ioniseren een reductie van 70 tot 90% kunt realiseren op micro-organismen als schimmels. Daarnaast kregen we vragen over de mogelijke bestrijding van covid-19 door deze techniek toe te passen. We lieten onderzoek uitvoeren door het Fraunhofer instituut uit Duitsland. Daaruit blijkt dat de techniek voor 99,5% effectief is tegen coronavirussen in de lucht.”
Toekomstperspectief
Deze kennis moet bijdragen aan een integrale ventilatieaanpak. “Nu we weten dat we met innovatieve ventilatietechnieken virussen het hoofd kunnen bieden, vind ik dat we kritisch moeten kijken naar onze concepten. Voldoen die nog wel? We hebben veel te winnen als we elkaars expertise inzetten en oplossingen met elkaar combineren om totaalconcepten te creëren.” Niet alleen de aanbodzijde van de markt moet zijn beste beentje voorzetten, ook de vraagzijde moet de juiste vragen stellen. “Sommige gebouweigenaren hebben de intrinsieke motivatie om het binnenklimaat van een gebouw zo goed mogelijk te maken. Zij zien de waarde en het onderscheidende vermogen van een gezonde omgeving voor medewerkers, waarin ze kunnen excelleren.”
Terugdeinzen?
Beeld rechts: “Doe kennis op over wat er in je binnenlucht zit aan stoffen, schimmels, andere micro-organismen en geuren.”
Blijven inspireren
Om deze kansen te verzilveren, moet de eindgebruiker vragen om duurzaamheid en gezondheid. Die beweging moet nog versnellen, maar Posthumus ziet dat de jongere generatie een bijdrage levert: “De young professionals die nu het bedrijfsleven instromen gaan de eisen stellen aan de werkgever. Zij kiezen steeds vaker een werkgever uit waarvan ze weten dat het op alle gezondheidsaspecten klopt.” Daarnaast moeten de goede voorbeelden meer ruimte krijgen: “Koplopers als Unilever in Wageningen, AFAS in Leusden, Pharos in Hoofddorp en Dopper in Haarlem [lees verder in thema-katern Circulariteit, red.] zijn er slechts enkele van. Die inspiratie moeten we blijven delen en elkaar erop aanspreken als ambities hoger kunnen liggen.”
Dit artikel is afkomstig uit de nieuwe Duurzaam Gebouwd. Lees het complete artikel nu gratis online via onze Kennisbank.