Tijdens het grote, recent gehouden MVI-congres was er veel aandacht voor het blijvend borgen van Maatschappelijk Verantwoord Inkopen in organisaties. Naast diverse handvatten werd er ook ingezoomd op instrumenten als de MVI-monitor.
Michiel Zijp, projectmanager bij het RIVM, trapte af met een sneak preview van de resultaten van de MVI-monitor (voorziene publicatiedatum: februari/maart 2021). Dit is een instrument dat tweejaarlijks toont wat de resultaten zijn op het gebied van MVI. Op tal van onderwerpen liet hij de inzet en effecten zien van Maatschappelijk Verantwoord Inkopen in 2017 en 2018. Hij koppelde aan het begrip ‘monitoren’ het motto ‘meten is leren’. Vooral het evalueren en leren van successen en fouten, is volgens Zijp belangrijk.
MVI-monitor
Voor de MVI-monitor sprak Zijp (foto onder) meer dan honderd inkopers, waarvan er één aangaf dat hij niets opneemt in zijn aanbesteding als hij het effect van de maatregel niet kan meten. Hij refereerde vervolgens aan een evaluatie over duurzaam inkopen in 2010. Daaruit bleek dat de ambitie om 100% in te kopen door overheden behaald werd. “Maar wat 100% duurzaam inkopen betekent en wat we ervan kunnen leren, dat was niet duidelijk. Daar proberen we met de MVI-monitor wél een antwoord op te geven.”
Hoe werkt de monitor in de praktijk? Vijftien productgroepen met elk zo’n tien grote aanbestedingen (totaal: 132) werden in de diepte onderzocht op basis van Tendernet-data. Het betreft tekst- en cijferanalyse van de aanbesteding en vervolgens telefonisch onderzoek naar de effecten. De centrale vraag: is er socialer of duurzamer geleverd dan was bereikt zonder MVI-criteria? Zo ja, dan worden de data verzameld en de effecten op het klimaat, materiaalgebruik en social return berekend.
MVI-gunningscriteria
De resultaten laten zien dat MVI steeds meer wordt toegepast en dat onderwerpen als circulariteit, klimaat en social return centraal staan. Zijp ging (als voorbeeld) dieper in op de productgroep openbare verlichting, waar een hoge mate van MVI al gemeengoed is.
Zijp: “Dat het effect van circulariteit laag is, wordt veroorzaakt door het feit dat circulariteit hier al langer wordt toegepast. Het levert nu ten opzichte van de standaard niet veel meer op, omdat de praktijk al heel erg goed is.” Bij social return kon het effect van de uitgevraagde maatregel soms niet aangetoond worden. Of het lukt simpelweg niet om die maatregel ook in de praktijk uit te voeren, wat je ook nog vaak ziet bij duurzaamheidsplannen, aldus Zijp.
“Mijn tip is om eerst te bepalen waar je effect op wilt hebben”, aldus Zijp. “Dat doe je op basis van een impactanalyse, aanbestedingsagenda of je core expertise.” Een volgend advies is om vooraf goed te bedenken waar je op wilt monitoren en op wilt sturen. “Monitor ook op het proces. Ga je al samen met de markt aan de slag met bijvoorbeeld een marktconsultatie? Er komen steeds meer handreikingen om deze initiatieven goed te begeleiden. Stem daarnaast de processen gezamenlijk af; intern met inkoper, contractmanager en facility manager.”
Samenvattend stelde Zijp dat de aandacht voor MVI groeit, op basis van het aantal MVI-aanbestedingen waarvoor het RIVM een berekening kon uitvoeren (ten opzichte van 2015-2016). Wat ook opviel is dat de administratie niet altijd op orde is om goed te kunnen meten, of er ontbreekt een goede referentie en marktstandaard. Tot slot benoemde Zijp nog de waarde van het uitvragen van informatie binnen het contract.
Ambassadeurs
Na Zijp hees Charlotte Extercatte (AmbassadorWise, foto onder) de overheids-professionals en vooral inkopers op het schild als onontbeerlijke ambassadeurs. Om meteen ook de urgentie aan te geven: “Er is nu veel momentum en juist ambtenaren met een heel grote portemonnee spelen daarbij een grote rol.” Volgens Extercatte vraagt de toekomst daarbij om een andere manier van werken. “In plaats van droge doelen, moeten we veel meer mikken op visie en veerkracht.”
Die ambassadeurs moeten ons leren om sneller en slimmer te handelen en dat leerde Extercatte van enkele medewerkers bij Interface, de producent van onder meer tapijtegels. Het bedrijf pioniert in de nieuwe economie met producten die een klimaatpositieve impact hebben. Binnen het ambassadeursprogramma bij Interface gingen mensen zelf aan de slag en het lukte ze om met hun ambitieniveau markten te veranderen. Inmiddels verspreiden die kennis en inspiratie (en ook die mensen) zich naar andere bedrijven.
Extercatte verwees ook nadrukkelijk naar Ursula von der Leyen en haar Europese State of the Union. “Zij vindt het ook de hoogste tijd om te gaan versnellen. Het mooie is dat Von der Leyen het niet alleen een milieu- of economisch project noemt, maar ook een cultureel project. Niets beter dan dat past bij het thema borgen.”
Succesfactoren
Extercatte analyseerde een groot aantal overheidsprojecten en destilleerde daaruit succesfactoren die beweging tot stand brengen. Zij schaarde die onder de koppen ‘Randvoorwaarden’ en ‘Beweging’, met zaken als visie hebben, het ecosysteem omschrijven, een kompas formuleren (en eraan vasthouden), een community bouwen en trots en transparant zijn. Vaak ontbreken echter de eerste vier randvoorwaarden (visie hebben, ecosysteem creëren, energie geven en ruimte maken, zie afbeelding, red.), aldus Extercatte. “Doe dus meer aan de voorkant.” Ook het persoonlijk kompas van inkopers is belangrijk.
In het boek van Herman Tjeenk Willink, Groter denken, kleiner doen, vond Extercatte inspiratie voor die boodschap: “Staan waarvoor je een publieke diender bent geworden. Het gaat daarbij niet om technische, maar sociale innovatie, die je vanuit de Rijkskaders vertaalt naar een eigen sociaal kompas. Met je visie voorop, met verdergaan dan de eigen functie en met volhouden.” De drie v’s, aldus Extercatte, wier pleidooi in de chat door een deelnemer werd vergeleken met de inzet en discipline van topsporters. Daarbij zijn ook kleine stapjes vooruit nodig, erkende Extercatte. “Dat is vaak in het eerste jaar belangrijk, om mensen mee te krijgen.” En een mooie impuls voor alle bezoekers van deze congresdag.