GWW-aannemer Markus uit Amsterdam werkt met goed gekwalificeerd personeel. Naast hun technische bagage is hun goede omgang met opdrachtgevers van even groot belang. Erik van der Neut: “Het vliegwiel moet nú op gang komen; voor een betere samenwerking en de Marktvisie én voor de verduurzaming.”
Het Bouwgenootschap, een denktank van Duurzaam Gebouwd, heeft samenwerken à la Marktvisie hoog in het vaandel staan. Tot voor kort bestond het gezelschap vooral uit adviseurs en advocaten, maar sinds kort is er ook een aannemer aan boord: Erik van der Neut (foto onder), directeur van Markus.
medewerkers soms ook. Het gaat om meer dan alleen het in de grond plaatsen van die pijp.”
Complete realisatie
In principe is Markus sterk in projecten waarin alles samenkomt. Zoals een oud bedrijventerrein, waar alles gesloopt moet worden, inclusief asbest- en bodemsanering, zandaanvulling en riool- en straatwerk. Dus de complete realisatie met daarbij het ontwerp en het regelen van de vergunningen.
“Wij zagen gelukkig op tijd in dat niet alles meer apart wordt aanbesteed. Tegenwoordig verkopen gemeenten een stuk bedrijventerrein aan een ontwikkelaar en die regelt vervolgens alles. Onze focus is dan ook gericht op de ontwikkelaars en ontwikkelende bouwbedrijven die projecten compleet aan ons uitbesteden. Zo hebben wij de laatste drie jaar een switch gemaakt van 80 procent overheid naar 30 procent overheid en 70 procent privaat.”
“Wij kwamen uit een periode met veel hit-and-run-projecten en wilden loskomen van de openbare markt. Er werd steeds meer onderhands aanbesteed in plaats van openbaar. En hoe kom je bij die onderhandse aanbestedingen? Daarvoor moeten opdrachtgevers je terugvragen en dat doe je niet met oud gedrag of met RAW-bestekken, waarbij de opdrachtgever het project bedenkt en jij er meerwerk probeert uit te halen. Dát wilden wij niet meer en daarom hebben wij in 2014 en 2015 een nieuw ondernemingsplan geschreven.”
BAR
“Wij zijn geswitcht naar de opdrachtgevers met wie wij kunnen meedenken. Daarnaast willen we natuurlijk nog steeds RAW-werken van de gemeente Amsterdam op een goede manier uitvoeren en ervoor zorgen dat we opnieuw gevraagd worden. We vinden het dan ook cruciaal om met technische vakkennis en goed materieel kwaliteit te leveren én dat ons personeel op een goede manier met onze klanten omgaat.”
Daarom ontwikkelde Markus in samenwerking met een coach het trainingsprogramma BAR, wat staat voor Bouwen aan Relaties. BAR (zie afbeelding onder) gaat over een positieve werkhouding, betrouwbaarheid en het aangaan van langdurige relaties. Het startte in 2015 en is een doorlopend traject.
“Eerst hebben we ervoor gezorgd dat het management meeging in het BAR-gedachtengoed. Het was wel de vraag of onze medewerkers, ook die in het managementteam, bij elkaar pasten. Je kunt wel goed met de klant omgaan en langdurige relaties met ze aangaan, maar kennen wij elkaar wel goed genoeg?” zegt Van der Neut.
Zachte kant
Het programma begon bij de seniors, zoals hoofduitvoerders, projectleiders en -managers. De uitvoerders gingen op hun beurt aan de slag met de werkvoorbereiders en dit jaar krijgen de vakmensen, zoals de stratenmakers, rioleurs, chauffeurs en machinisten, de training. Dat zijn hands-on-trainingen met praktijkvoorbeelden als:
- Er komt een toezichthouder op je werk, maar die zegt je niet eens gedag;
- Een buurtbewoner klaagt over een straatje dat eruit ligt;
- Je wilt iets van de organisatie, vertelt het je leidinggevende, maar die doet er eigenlijk niets mee.
Van der Neut: “Hoe ga je met dit soort situaties om? Dat soort skills meegeven vinden wij heel belangrijk. Niet alleen naar de opdrachtgever toe, maar ook onderling en uiteraard met de leveranciers, ondernemers en zzp’ers die we nodig hebben. Wij focussen dus vooral op de zachte kant, maar dat past niet bij iedereen.”
Sommige medewerkers vertoonden oud gedrag of bleven heel gesloten, terwijl het bedrijf juist open en transparant wil zijn. Met hen zijn gesprekken gevoerd en zij hebben individuele coaching gekregen. “Sommigen konden hierin echt niet meegaan en tegen hen hebben we gezegd: ‘Dan pas je helaas niet meer bij ons bedrijf’. Dat klinkt misschien hard, maar wij willen op een bepaalde manier in de markt staan. Dat vinden wij de prettigste manier van werken en daarom is iedereen erbij gebaat zich op dat gebied te ontwikkelen. Bij het aantrekken van nieuwe medewerkers is vakkundigheid belangrijk, maar het belangrijkste is hoe ze communiceren, overkomen en bij ons in de groep passen. Technische skills en ervaring doen ze later wel op binnen onze organisatie.”
Kring Amsterdam
“Wij zitten nu drie jaar in de Kring GWW Amsterdam”, zegt Van der Neut, “met zeven aannemers die veel in de gemeente werken en een aantal onderdelen van de gemeente, zoals het Havenbedrijf en het Ingenieursbureau. Daarin bespreken we dingen waar de gemeente en wij als aannemers tegenaan lopen. Zo leren we elkaars belangen kennen en kunnen we daar rekening mee houden.”
In het begin was dat wel een hele stap, maar inmiddels hebben de bedrijven en instanties elkaar leren kennen, zijn gaan samenwerken en elkaar gaan vertrouwen. “We hebben ons vooral gefocust op ‘samen slimmer’. Wat leer je van elkaar? Hoe versterk je elkaar? Die gesprekken voeren we over allerlei onderwerpen. Zo werden er vroeger tijdens de zomer door de gemeente veel aanbestedingen gedaan. Wij zitten dan echter in de bouwvak en moeten er mensen voor vrijhouden die niet op vakantie kunnen. Dat hebben we besproken en nu is er op dat punt een zomer- en kerstreces.”
“Ik heb ook aangegeven dat ik tegenstander ben van het aanbesteden van OMOP-bestekken. Daarbij moet je als aannemer hele lijsten met allerlei werkzaamheden afprijzen. De goedkoopste aannemer krijgt het werk gegund en dus is het de vraag: hoe word je de goedkoopste?”
We willen geen gedoe
Dat kun je op prijs doen, maar ook door in te schatten welke werkzaamheden wel of niet opgevoerd gaan worden. Van der Neut: “Dat zijn allemaal spelletjes die in de uitvoering alleen maar groter worden. Dat is gedoe en we willen geen gedoe, maar juist op een goede manier met de klant omgaan.”
“Daarom hebben wij voorgesteld om die bestekken als verduurzamingsonderdeel aan te besteden. Amsterdam wil immers, op basis van het Klimaatakkoord van Parijs, verduurzamen en dan moet je kunnen scoren op kwaliteit, op de CO2-ladder en op wat Amsterdam ook belangrijk vindt: de samenwerking. De aanbesteding betreft nu dan ook voor 50 procent het samenwerken.”
“Wij hebben onlangs ons gewenste perceel in Amsterdam-Noord aangenomen, samen met Gebr. Van der Veekens, en daarbij veel gestuurd op onze manier van werken, onze BAR. Ook hebben we aangegeven dat wij het onderhoud 100 procent elektrisch gaan uitvoeren. Met elektrische trilplaten, zagen, knikmopsen en streetscooters in plaats van dieselbusjes.
Verder krijgen onze HUBS zonnepanelen, voor het opladen van het elektrisch materieel, en gaan we samen met PitPoint een waterstofvulpunt plaatsen. Door goed samen te werken met andere partijen rijden vrachtwagens bovendien na een klus niet leeg, maar vol weer weg.”
Marktvisie
Iedereen voelt wel dat je met elkaar moet samenwerken, anders kom je er niet. De leidende principes voor een betere samenwerking in de Marktvisie dateren uit 2016. “Toen waren wij al met BAR begonnen. Wij proberen de Marktvisie ook steeds bespreekbaar te maken bij opdrachtgevers, maar in de breedte is de Marktvisie het afgelopen jaar erg onderbelicht geraakt.”
Als een opdrachtgever vindt dat veel risico’s bij de opdrachtnemer moeten liggen, dan gaat dat voorbij aan een van de hoofdprincipes van de Marktvisie: het kennen en erkennen van elkaars belangen, van de risico’s en het daarnaar handelen. Van der Neut: “Bij kleinere gemeentes leeft dit bijvoorbeeld nog niet voldoende. Ik heb hierover ook met Rijkswaterstaat gesproken, maar zij gaan er helaas anders mee om. In mijn ogen moeten we naar een Marktvisie 2.0, die beter gepromoot wordt door Rijkswaterstaat en de vier grote gemeentes.”
“Ik zet me daar graag voor in. Als directeur wil ik natuurlijk dat Markus goed blijft draaien en tegelijkertijd wil ik iets doen voor de branche. Verduurzamen doe je bovendien voor de samenleving en de volgende generaties. De verduurzamingsmaatregelen van Amsterdam komen niets te vroeg. Nu is de tijd om daarin stappen te gaan maken.”
“Ik ben daarom ook aanjager van alliantievorming met meerdere aannemers. Als wij drie streetscooters of een elektrische kraan kopen, wordt een leverancier nog niet heel enthousiast. Maar als veertien aannemers elektrische kranen willen aanschaffen, gaat die leverancier zijn researchafdeling aan het werk zetten om een echt goede kraan te maken. Het vliegwiel moet nú op gang komen; voor een betere samenwerking en de Marktvisie én voor de verduurzaming.”
MARKUS
Tekst: Ysbrand Visser